Bijbels ABC, een polemische grammatica

logoIdW

 

Al vanaf eind jaren ’20 maakt Miskotte zich zorgen over de opkomst van fascisme en nationaalsocialisme. Daarvan getuigen talloze dagboekaantekeningen, artikelen in kerkelijke bladen en preken. Beroemd wordt Edda en Thora uit het najaar van 1939, een bewerking van toespraken en artikelen over het nieuwe heidendom, dat niets anders is dan een herleving van de oude mythe, en over de onontkoombare keuze voor de christenmens: Edda óf Thora, een derde weg is niet meer mogelijk.

Dan is het oorlog. Edda en Thora wordt al in 1940 door de Duitse bezetter verboden, maar was toen al uitverkocht. Uit de lezing ‘Christus alleen’ van Miskotte, eind september 1940, is de benauwdheid van de oorlog goed te voelen, maar ook de groeiende noodzaak van verzet. Daarvoor is voor Miskotte in ieder geval nodig dat mensen weer verstaan waar het in Bijbel en christendom ten diepste over moet gaan en dat de God van Israël in alles de tegenpool is van het nieuwe heidendom dat zich nu breed maakt.

Dat is de ene weg die Miskotte gaat. De andere weg is die van de illegaliteit. 1941 wordt voor Miskotte een productief jaar, waar legaliteit en illegaliteit elkaar afwisselen.
Eerst verschijnt in 1941 het kleine boekje In ruimte gezet, over de zin van de zondag: twee oudere artikelen, het eerste omgedoopt tot ‘De Zondag midden in het geweld’, en een nieuw artikel: ‘De Zondag en de nieuwe waakzaamheid’. De Sitz im Kriegsleben moet men in dit boekje verder tussen de regels door lezen. Kort daarna Het waagstuk der prediking, een homiletisch geschrift, maar met een vlammende politieke inleiding: “Misschien, of waarschijnlijk, zullen de meesten, die deze kleine verhandeling ter hand nemen, teleurgesteld zijn, omdat zij naar hun mening niet geeft wat de titel belooft. Want het is inderdaad niet ‘actueel’, wat hier gezegd wordt; het gaat niet over het gevaar, teveel te zeggen in een bezet gebied, het gaat niet over de bijzondere menselijke moed, die onder de huidige omstandigheden vereist wordt. Het is algemener, schijnbaar ook abstracter; ons mensenleven, ons ganse bestaan blijkt ‘bezet gebied’, waarin voor het Woord Gods geen plaats is. Als het Woord dan toch nog zijn loop heeft, is het, omdat het zijn eigen gang gaat. Jezus Christus werd letterlijk geboren in bezet gebied; hij heeft geleden onder Pontius Pilatus; […] (hij) leeft in een wereld, die wel niet het bezit, maar toch heel werkelijk het machtsgebied is van de Vorst der duisternis, die de harten en zinnen verblind heeft. […] Dan zullen zij niet meer teleurgesteld zijn en verstaan, dat hier sprake is van het bij uitnemendheid actuele; dan zullen zij opnieuw met verwondering geleid worden in een land van ongedachte vrijheid.” Van ‘bezet gebied’ tot een land van ‘ongedachte vrijheid’ – genoeg voor de goede verstaander.

En dan in de nazomer Messiaans Verlangen, over de poëzie van Henriëtte Roland Holst uit haar communistische periode, die Miskotte herkent als authentiek messiaans getoonzet en profetisch geladen. Dit is misschien het oorlogsboek waarin het meest onomwonden oorlog en verzet doorklinken in de tekst. Eén kleine passage: “Wij beleven de dodenrit tegen het humanisme. En ongetwijfeld zal het humanisme bezwijken, tenzij het zich sterke aan zijn Bijbelse grond en zich te beroepen weet op het gezag der goddelijke openbaring. Anders zal het nieuwe naturalisme triomferen, over de hele linie en met de overtuigingskracht van het fatum.” (240) Het boek wordt door de bezetter verboden, op advies van een NSB-censor, die op 7 oktober 1941 schrijft dat Miskotte “tussen de regels door alle mogelijke aanvallen op het nationaalsocialisme, dat hij als ‘nieuw heidendom’ typeert, wil plegen en daartegenover de messiaanse heilsleer van Juda (dat hij vromelijk als ‘Israel’ aanduidt) als de grondslag van alle menselijke grootheid en cultuur tracht aan te prijzen.”

Tussen deze drie gepubliceerde geschriften door, werkt Miskotte mee aan drie illegale geschriften, afkomstig uit de predikantendenktank van de Lunterse Kring. Het eerste, Betere Weerstand, verschijnt kort na de Februaristaking van 1941 en roept op tot kwalitatieve verdieping van het verzet tegen de bezetter, die immers een massale aanval heeft ingezet op de humaniteit en uit is op een confrontatie met de God van Israël. Het tweede geschrift, onbekender en beknopter, is Gesprek in bezet gebied, een driegesprek tussen de heren Van het Oosten – pro-Duits, Piet Hein – zeer anti-Duits, en Christiaans – christen, bedoeld om de verschillende standpunten op een zeer basaal niveau toe te lichten voor een groot publiek. De standpunten van de heer Christiaans komen mensen die het werk van Miskotte kennen bekend voor. En het derde illegale geschrift uit 1941, opgesteld in elk geval samen met Jan Koopmans en Kleijs Kroon, “Wat wij wel en wat wij niet geloven”, is een geloofsbelijdenis, voortbouwend op de Barmer Thesen van Karl Barth uit 1934, maar radicaler als het gaat om de verwerping van het antisemitisme. Zo spreekt Miskotte in het jaar 1941 met twee stemmen, een legale en een illegale, in de taal verstopt én hardop uitgesproken, over het geboden verzet tegen de nazi’s. Grondige studies met veel actualiteit tussen de regels door én pamfletten in oplagen van tienduizenden.

Dan het Bijbels ABC. Op 16 mei 1941 – zo heeft Niels den Hertog onlangs ontdekt – verschijnt in het Amsterdamse Kerkbeurtenblad een oproep voor een ‘Cursus Grondlijnen der Christelijke Boodschap’, die Dr. K.H. Miskotte op 28 mei gaat beginnen. Het is de bedoeling van deze cursus om een degelijke grondslag te bieden aan hen, die op hun beurt leiding willen geven aan Bijbelkringen in de gemeente. Kerkenraad en Ministerie van Predikanten roepen belangstellenden op voor deze cursus en plaatsen alvast een waarschuwing: “We mogen wel verklappen dat Dr. Miskotte het zichzelf en zijn hoorders niet ál te gemakkelijk zal maken. […] De tijd van samen een stichtelijk versje zingen en samen genoeglijk naar een stichtelijk praatje luisteren is gelukkig voorbij; dat hebben we aan de wereld te danken, die ons terugdringt naar de kernvragen van ons christelijk geloof en ons, goddank, dwingt om ons te bezinnen op de vraag wat de kerk eigenlijk is en gelooft, en waarin de christelijke boodschap bestaat, geconfronteerd met allerlei andere – soms ook z.g. christelijke – boodschappen.”
Miskotte zelf schrijft dat het zal gaan om vijf thema’s in vijf bijeenkomsten, in de vroege zomer van 1941. De cursus voor gemeenteleden start “in de nazomer” van 1941, aldus het bericht. Miskotte vertelt wat hem voor ogen staat met deze cursus, die later in boekvorm het Bijbels ABC gaat heten.

Adriaan Geense heeft een rake typering van dit boek gegeven in de inleiding van de Duitse vertaling uit 1976. Hij zegt daar dat het in 1940/41 mensen als Miskotte gaat om “een betere weerstand, om vorming, stichting, niet zozeer van de kerk, als wel van gemeenten, kernen, groepen van bewuste christenen, om hen in het horen naar het Woord ook geestelijk bekwaam te maken tot verzet tegen de machten van de totalitaire ideologie.” Uit het ABC leest men deze expliciete inhoud niet af, zegt Geense, want allereerst, aan die betere weerstand vooraf, moet nog iets anders gebeuren: het opnieuw leren van het ABC, de geestelijke grammatica van de Schrift. Geense geeft verderop in zijn inleiding een mooie definitie: “Het ABC is geen ordeningsprincipe van dode letters, maar instrument van de Geest, die hen levend maakt. Het alfabet, dat hier gespeld wordt, heeft niet de opzet om de levende Schrift in duizenden begrippen te ontbinden, om daarna wetenschappelijke dansen rondom de geïsoleerde en machteloze begripsafgodjes op te voeren en ze dan ten slotte weer samen te voegen tot nieuwe, eigen reconstructies en synthesen. Men vindt hier geen analytische grammatica, die zich historisch beperkt tot inventarisaties van de Bijbelse literatuur, maar een polemische grammatica, die nieuwe werkvelden zoekt, die nieuwe, beslissende woorden wil spreken.” (7)

We lezen de taal van de bezetter in het ABC inderdaad tussen de regels door. Eén enkel voorbeeld. Miskotte besluit zijn hoofdstuk over ‘Leer’ (25-26) met de volgende woorden: ”Dit alles heeft een dwingend accent gekregen in deze tijd. Wat de wereld aangaat:
a) vele intellectuele zekerheden zijn tot op de grond afgebroken
b) uit het instinct, uit het bloed komt een nieuwe anti-redelijke leer op
c) er is gevaar, dat ontledigde levens, verbitterde harten, twijfelzieke geesten zich daarvoor buigen.” Om te besluiten met:

“De moderne staatsontwikkeling schijnt te gaan in de richting van een totalitaire heilsleer, te proclameren door een werelds gezag. De ontwaakte kerk herinnert zich onder de druk en de dreiging daarvan, dat geen leer totale geldigheid heeft over het ganse leven dan het goddelijk onderricht der Schrift.”

Jan Koopmans, de jonge collega-predikant van Miskotte uit Amsterdam, schrijft een recensie van het Bijbels ABC in het Amsterdamse Kerkbeurtenblad, 13 februari 1942. Hij vergelijkt het ABC met het befaamde boek Herschepping van Noordmans uit 1934. “Men zou bijna zeggen: door de vorige oorlog heeft God ons leren vragen naar de kerk – maar we hebben niet zo heel veel tijd gekregen om het antwoord te vinden. Zo zou men ook kunnen zeggen: déze oorlog leert God ons vragen naar de Bijbel. Onze existentie-basis is in deze tijd aanmerkelijk smaller geworden. We hebben al bijna geen kerk meer, dan in de vorm waarin ze in de Bijbel staat. En wat we méér hebben, zullen we misschien nog moeten loslaten. Het is een groot ding dán geleerd te hebben in de Bijbel te lezen.”

Theoloog zijn, christen zijn in bezet gebied – dan passen alleen nog grote woorden, in blokletters gespeld.

Willem van der Meiden

Dr W. van der Meiden is theoloog, publicist, journalist en secretaris van de K.H. Miskotte Stichting