Beam (commentaar)

De brief die de redactie van EO-loot Beam op 15 mei jl. richtte aan ‘alle voorgangers, dominees en kerkleiders van Nederland’ namens ‘de zes procent Nederlandse jongeren die zich hebben toegewijd aan een leven met God’ (https://beam.eo.nl/artikel/open-brief-namens-de-jongeren-aan-de-kerken) had ook door de ouders van deze jongeren geschreven kunnen worden en zelfs door de voorgangers, dominees en kerkleiders aan wie de brief is gericht. De kerk heeft namelijk niet alleen een jongerenprobleem, maar ook een ouderenprobleem en een voorgangersprobleem. Wat de jongeren schrijven: ‘We hebben jullie hulp nodig om te groeien in onze relatie tot God’ kun je ook bij dertigers horen, bij zestigers en evengoed bij dominees en pastores. Er is momenteel geen enkele gelovige die niet verlegen zit om geestelijke leiding en de gedachte dat bepaalde mensen weten hoe het moet, maar die kennis voor de wereld verborgen houden, vertekent de situatie.

De Beambrief verpakt een welgemeende kreet om hulp in een pakket veronderstellingen en eisen. Hierdoor krijgt hij trekken van een proces verbaal en verandert de hulpkreet in een aanklacht. De briefschrijvers verlangen leiding in hun geloof, maar bestempelen zichzelf alvast als toegewijd aan God. Ze framen het geloofsvraagstuk als een generatiekwestie en stellen dat hun eigen ‘open generatie’ geen blaam treft. Ze weten al wat hun geloofstaak is (‘het verschil maken’, ‘onze generatie bereiken’) en omschrijven wat ze zoeken vrij technisch als ‘leren hoe het in de praktijk werkt om Jezus te volgen’. Secularisatie is vóór alles een kwestie van ongeloof, maar volgens de brief is secularisatie een whodunnit met de kerk en haar onwillige leiders als de daders.

Zo’n whodunnit-benadering berust op twee betwistbare veronderstellingen: dat wij elkaar het geloof kunnen geven en dat je verontschuldigd bent als je door toedoen van een ander het geloof mist. Maar stel dat geloof een kwestie is van alles of niets, dan ben je er niet vanaf als anderen verstek laten gaan. Dan moet je, als je wilt groeien in geloof, bij God aankloppen. Van medegelovigen mag je getuigenissen verwachten, onderwijs en voorbeden. Dat is niet niks. Maar hulp, heil en geloof zijn ‘van de HEER’ (Ps 121:2).

In de crisis van kerk en geloof wordt steeds weer de kwestie van het leiderschap geagendeerd. Maar in feite is in het christelijk geloof niet de leider het probleem, maar de volgeling. Niet de herder moet ons zorgen baren, maar het schaap, niet de Vader, maar de zonen.

 

Udo Doedens

In de Waagschaal, jaargang 52, nr. 7, 1 juli 2023