Zorgvuldigheid (Commentaar)
De Statenvertaling noemt de dorens die volgens Jezus’ gelijkenis het Woord verstikken dat door de zaaier is gezaaid de ‘zorgvuldigheid dezer wereld’ (Mattheüs 13: 22). Bij deze zorgvuldigheid kan iedereen zich wat voorstellen. Schilders vrezen haar. Ze komt als het schilderij eigenlijk af is, maar de schilder het nog niet doorheeft. Hij schildert verder, vult details in, maakt het beter en… verpest het doek.
Zorgvuldigheid wordt niet altijd als verstikkend ervaren. Wie een outdoor-winkel bezoekt en daar alle slimmigheidjes ziet die het kamperen vergemakkelijken, kan zich niet voorstellen dat je nog zorgeloos op vakantie kunt zonder thermo-ondergoed, een nachtkijker en onderwaterlucifers. Veel mensen weven een web van zorgvuldigheid om zich heen waarin elk argeloos langsfladderend insect zich klem vliegt. Pietje Precies, de regelneef en het gewoontedier kunnen een waar schrikbewind voeren van adat en protocollen.
Dit soort koningschap op de vierkante meter gedijt bij onzekere tijden. Op een onderstroom van argwaan en wantrouwen bloeit het verlangen om op elk gevaar voorbereid te zijn. Zorgvuldigheid is dan ook far beyond ‘goede afspraken maken’. Twee partijen die in dezelfde wereld leven en dezelfde doelen delen kunnen afspraken maken, maar waar twee werelden tegenover elkaar staan, zoals in het Toeslagenschandaal of de racismediscussie, graven partijen zich in en stellen voorwaarden aan voorwaarden.
De rechterhand van de zorgvuldigheid is de techniek. Volgens Jacques Ellul levert de techniek ons zoveel knoppen en hendels dat we ons niet langer afvragen of ons doel bereikt is, maar of alle knoppen en hendels zijn benut en of er niet nog meer mogelijk is. Het onuitputtelijke technische kunnen maakt elk doel lachwekkend en geeft de zorgvuldigheid vrij spel.
Zoals we in de spiegel van Amerika kunnen zien, roept een cultuur van zorgvuldigheid behalve nog meer zorgvuldigheid (iedereen zijn advocaat en psychiater) een tegencultuur van achteloosheid op. Trump c.s. bestrijdt in naam van de vrijheid, maar in feite uit eigen belang, de geharnaste overbezorgdheid van de Amerikaanse bureaucratie. Iets in die strijd raakt een snaar. Maar kan er ook anders gestreden worden, met mededogen, zoals de Amerikaanse bisschop vroeg?
In Jezus’ gelijkenis is zorgvuldigheid niet iets bestrijdbaars. Er is wel een alternatief. Je mag verwachten dat God zijn Woord geeft, zijn Zoon, zijn Geest. Dat is genoeg in leven en sterven. Genoeg is niet: alles. Genoeg is een plek voor jou, zodat er ook nog een plek is voor een ander. Met die ander, voor wie jij ruimte hebt gelaten, moet het mogelijk zijn goede afspraken te maken.
Udo Doedens
In de Waagschaal, nr. 3, 8 maart 2025