Omgekeerde wereld (commentaar)

logoIdW-e1677570004807.jpg (100×115)

 

‘Waar was Trump toen jij afgelopen maandag de kliko buitenzette?’ Het lucht op om ook eens op deze manier naar de wereldgeschiedenis te kijken. Omgekeerd. De geijkte zegswijze (‘Waar was jij toen Trump voor de tweede maal de verkiezingen won?’) lijkt immers steeds meer de ware verhoudingen weer te geven. Wereldnieuws maakt zich breed en crises doen zich voor als allesbepalend. Het leven van gewone mensen (om niet te spreken van andere levende wezens) blijkt keer op keer grijze achtergrond te zijn bij het optreden van reuzen, keizers en goden, stof waarin de geweldigen hun gevechten leveren.

Een speelse omkering van het perspectief is natuurlijk lang niet voldoende om de moedeloze en tragische stemming te doorbreken die de dominantie van de wereldhistorische gebeurtenissen kan veroorzaken. Valt er meer te doen? Velen lijken zich ermee tevreden te stellen dat ze zich via massabewegingen met de grote wereldspelers kunnen identificeren. Als supporter is de overwinning van Ajax mijn overwinning, als burger van Rusland is het succes van Poetin mijn succes. Een grotere groep zal de beschikbaarheid van koopkracht beschouwen als voldoende voorwaarde om als vrij mens te leven in een tumultueuze wereld. Anderen zullen betekenis ontlenen aan hun krachtsinspanning om zelf het wereldtoneel te betreden of zin vinden in hun morele oordeel over het wereldgebeuren en hun strijd voor een directere democratie. Deze manieren om persoonlijke ruimte te zoeken binnen de wereldpolitieke kaders doorbreken niet de macht ervan, maar misschien bezorgen ze je in het reuzenrad een comfortabele zitplaats. Andere opties liggen minder voor de hand. Je kunt door boeddhistisch of anderszins ‘af te haken’ proberen je aan het werelddrama te onttrekken. Daarnaast is er de mogelijkheid van de omkering: mijn bestaan niet als voetnoot bij de wereldgeschiedenis, maar de wereldgeschiedenis als decor van mijn bestaan.

Hebben we reden om aan die laatste optie realiteit toe te kennen? Het feit dat er ooit universele mensenrechten zijn geproclameerd is geen reden genoeg. Er zou om te beginnen een macht nodig zijn die reuzen, keizers en goden de baas is. Vervolgens moet die macht bereid zijn zijn macht te delen met alledaagse mensen. En dat moet dan weer zo gebeuren dat die mensen de macht niet gebruiken om zich alsnog tot keizer of god op te werken. Hoe realistisch is dat? Het antwoord horen we hopelijk van diegenen die in de komende weken het kerstevangelie zullen verkondigen.

 

Udo Doedens

In de Waagschaal, nr. 12, 7 december 2024