Hoogbejaard (meditatie)
‘Er was daar ook een profetes, Hanna, de dochter van Fanuel, uit de stam Aser. Ze was hoogbejaard’ (Lucas 2:36)
Maria en Jozef presenteren het kind in de tempel en ontmoeten daar Simeon en Hanna. Twee vromen die uitzien naar de vertroosting van Israël. In dit kind herkennen zij deze vertroosting en vinden die ook. De verwachting van eeuwen krijgt een naam en een gezicht. Of beter: twee namen, twee gezichten. Beiden gaan gehuld in een profetenmantel: Simeon door zijn woorden, Hanna door haar aanduiding en naam. Zowel de gang van de ouders naar de tempel als de aanwezigheid van Simeon en Hanna onderstrepen de continuïteit van Wet, Profeten en Evangelie.
Een kritische of juist argeloze lezer kan zich evenwel afvragen: Wat voegt de ontmoeting met Hanna nog toe, na die met Simeon? De laatste (eerste) is het meest vocaal, in woord en lofzang. Hij sluit af met een zegen en een orakelspreuk die benieuwd maakt naar wat komt. Einde scene. Maar dan volgt Hanna. We horen niet wat ze zegt, wel wat ze doet, maar dat is min of meer hetzelfde als Simeon.
Twee antwoorden dringen zich op. Het eerste luidt: Hanna is een vrouw en Lucas schrijft een inclusief evangelie. Hij laat geen weduwe onbenoemd. In het voorgaande staan Zacharias en Jozef in de schaduw van Elisabet en Maria. Als de verwachting en vertroosting van gelovigen een ‘vader’ vinden in Simeon, dan niet zonder ‘moeder’ Hanna.
Maar als dat het enige is, is het toch wat ongelijk: een secundaire rol, zonder gesproken woord. Het tweede antwoord heeft daarom mijn voorkeur: Hanna is een vrouw op leeftijd. ‘Hoogbejaard’ (NBV), ‘in levensdagen ver gekomen’ (Naardense Bijbel). Of die vierentachtig jaren nu inclusief de kinder- en huwelijksjaren zijn, of dat die er nog bijgeteld moeten worden – Hanna behoort tot de zeer sterken (Ps. 90), ze is de Metusalem van het Nieuwe Testament. Van Simeon wordt een gevorderde leeftijd verondersteld, maar niet vermeld. Zijn ‘Nu laat Gij uw dienaar gaan in vrede’ is niet voorbehouden aan een sterfbed maar kan klinken aan de avond van elke dag (denk aan het getijdengebed in de kloosters). Juist de expliciete vermelding van haar leeftijd maakt Hanna tot kroongetuige van de vertroosting, naast Simeon. Als weduwe, want dat is vaak het geval in de hoge ouderdom. Maar dat geldt ook voor vasthoudendheid in bidden en bereidheid om te spreken over ondervonden troost. Jonge stellen met een kind zie je er niet meer zo vaak, maar zolang de gemeente haar hoogbejaarde weduwe heeft, die bidt, is er hoop.
Hans de Waal
In de Waagschaal, nr. 1, 11 januari 2025