Een moeder in Israël
Moeders
Hoewel de zegswijze maar tweemaal in de Bijbel voorkomt, is ‘een moeder in Israël’ de spreekwoordelijke aanduiding geworden van iemand die in zaken van godsdienst en kerk op een dienende manier het voortouw neemt. Het grote voorbeeld van zo’n ‘moeder in Israël’ is de richter Deborah. In een periode van malaise, aldus Richteren 4 en 5, roept zij Israël op om de HEER te verwachten. Zij stelt een legerleider aan, Barak, die met een ad hoc verzetsleger de koning van Kanaän verslaat.
Ik kan goed begrijpen dat de feministische theologie aan Deborah meer aandacht heeft geschonken dan de paar verzen die de Bijbel aan haar wijdt schijnen te rechtvaardigen. In haar profiel herkennen we andere grote bijbelse vrouwengestalten – ook nieuwtestamentische, zoals Maria – en uiteindelijk Israël zelf en de kerk. Zij hebben met Deborah het verlangen gemeen naar de komst van God en de bereidheid om het eigen leven naar dat verlangen in te richten. Het manvolk laat het er nogal eens bij zitten en andere vrouwen willen nog weleens vreemde heren dienen, maar Deborah en zij die op haar lijken bespeuren haast lichamelijk dat ze het van God moeten hebben. Hij gaat hun aan. Vervolgens zijn zij de eersten die God antwoorden en zich door Hem laten leiden.
Deze moeders in Israël zetten niet de stap naar politiek en krijgsmanskunst. Die dingen komen later. Zij plegen een primitiever verzet, een beetje zoals Remco Campert in zijn beroemde gedicht beweert dat verzet begint: met een kleine daad, maar principiëler. Met een kort woord of een kleine daad steken zij de brug over naar God. Van Deborah wordt gezegd dat ze ‘opstond’ en ‘Barak gebood’, van Judith wordt verteld dat ze ‘zeer veel ontzag voor God had’ en ‘uitging’ in het kamp van de vijand om daar Holofernes te doden, Ruth belijdt ‘Uw God is mijn God’ en voegt zich onder de wetten van Israël en Maria zegt tegen Gabriël: ‘Mij geschiede naar uw woord’. Uit dit soort gedrag, dat zich half in het verborgene afspeelt, wordt Israël geboren en mensen die dit gedrag vertonen heten dus ‘moeders in Israël’.
Sympathisanten
Mij viel de uitdrukking ‘moeder in Israël’ in, toen ik weer eens peinsde over de toekomst van de kerk. Als het daarover gaat, hoor je vaak hoe het deze of gene gemeente gelukt is om mensen te interesseren voor een kerkelijk thema of een kerkelijke activiteit. Gemeenten scheppen tegenover elkaar op hoeveel ‘vrijwilligers’ ze hebben en soms noemt iemand een gemeente succesvol waar een heleboel mensen zich als ‘vriend’ hebben gemeld. Plaatselijk en landelijk doen kerkelijke besturen hun best om drempels weg te halen die mensen kunnen beletten om in de kerk mee te doen en taken te vervullen. Volgens sommigen is de toekomst aan de ‘vloeibare kerk’, waarin individuen zich op hun levenspad uit een spirituele behoefte tijdelijk bij andere individuen voegen om daarna hun weg te vervolgen.
In de kerk zijn wij niet in de positie om voor deze soorten van betrokkenheid onze neus op te trekken, maar ondertussen is het onaannemelijk dat de kerk in haar huidige vorm overleeft als ze alleen wordt gedragen door gasten, sympathisanten of gelovigen die het zo druk hebben met andere dingen dat voor de kerk geen tijd overblijft. Een godsdienstige gemeenschap in het voetspoor van Israël heeft moeders – mannen of vrouwen – nodig om geboren te kunnen worden en op te kunnen groeien. Barak uit Richteren 4 doet nuttig werk; zo iemand heb je er in de gemeente graag bij. Maar zonder Deborah komt er niets uit zijn handen. Haar overgave trekt hem over de streep.
Verantwoordelijk
In de kerk hebben we dus moeders in Israël nodig. Maar niet alleen in de kerk. In alle delen van onze samenleving doen groepen en organisaties moeite om mensen aan zich te binden die alleen vrijblijvend verbonden willen zijn. Een lastige klus, die alleen slaagt als je je eisen niet te hoog stelt. Als je iemand tot vriend verklaart die je nooit ziet en iemand ‘lieve’ noemt die alleen maar je website heeft bezocht. Zulke zwakke banden mogen hun nut hebben, een familie, team, groep of samenleving houd je er niet mee overeind. Schoolverenigingen, politieke partijen, vakbonden, belangengroepen en sportverenigingen waarvan de kern wordt uitgemaakt door mensen die zichzelf aan de rand positioneren naderen hun morele en organisatorische failliet. Burgemeesters, kamerleden, rechters en predikanten die achter gesloten deuren lachen om hun functie hebben, als dat wordt ontdekt, hun geloofwaardigheid verloren. Misschien dat een groep nog even kan voortbestaan als degenen die er hun beste krachten aan gaven zijn vervangen door tien anderen die uit beleefdheid een deel van het werk willen overnemen, maar dan strandt het schip. Er is een moeder nodig, een moeder in Israël, die zich met een goddelijke gedrevenheid geeft aan haar taak. Zonder zulke moeders is het onmogelijk om te leven in een verantwoordelijke samenleving.
Udo Doedens
Streamers:
Deborah en zij die op haar lijken bespeuren haast lichamelijk dat ze het van God moeten hebben.
Een godsdienstige gemeenschap in het voetspoor van Israël heeft moeders nodig om geboren te kunnen worden en op te kunnen groeien.
In de Waagschaal, nr. 4, 5 april 2025