De ander en de oorlog
Jaren geleden, tijdens mijn leervicariaat wilde ik studie maken van het werk van Levinas. Ik las de biografie van Marie-Anne Lescourret en begon heel naïef aan De totaliteit en het Oneindige. Daarin strandde ik al snel, het verdween op de stapel voor een betere tijd. Maar de inzet trof me destijds al, en die herinnerde ik me deze week opeens weer scherp. Want Levinas zet in zijn Woord vooraf in met de oorlog.
Bestaat de helderheid van geest – zijn openheid voor het ware – niet hierin de permanente mogelijkheid van de oorlog te bevroeden? De staat van oorlog schort de moraal op (…) De staat van oorlog hoort niet slechts – en wel als de grootste – tot de beproevingen waarvan de moraal leeft. Hij maakt haar belachelijk. (13)
In de populariserende proliferatie van zijn werk krijgt dat humanisme van ‘het gelaat van de ander’ al gauw iets rozigs en harmonisch. Maar het is geboren uit de oorlog, uit haat en geweld. Ook nu zien we weer hoezeer oorlog een brute egotrip is – van een natie of diens dictator – en een volkomen miskenning en overweldiging van de ander die soeverein eigen en anders is en dat wil blijven.
Het is sinds een aantal jaar één van deze grote vraagstukken van onze tijd: hoe samen te leven met verschil, met al die zo onophefbaar andere anderen. Al die oude en nieuwe identiteiten die erkenning eisen! Gender, kleur, ras, privilege. Een heftig debat met uitschieters naar links en rechts. Een debat waarin het ‘wij’ voortdurend op breken staat door het één of het andere ‘zij’. Of door een ‘wij’ dat van geen anderen meer wil weten. ‘Wir sind das Volk’. Of: wij willen ons Nederland, of ons Europa niet homeopathisch verdund, maar blank. Het verbaast natuurlijk niet dat Baudet weigert afstand te nemen van Poetin. Zoals er ook een verband te leggen is tussen de Capitool-bestorming en de Russische inval in Oekraïne. Als een democratisch proces je niet bevalt, jou niet je zin geeft maar die onuitstaanbare ander, dan moeten zowel het proces als je tegenstanders corrupt zijn en heb je je legitimatie voor nietsontziend geweld.
Het speelt binnen landen en samenlevingen evenals geopolitiek. Nog niet zo heel lang geleden vierden we ‘70 jaar Universele verklaring voor de rechten van de mens’, ook toen al enigszins tegen de stroom in. Bij alle legitieme kritiek op het Westerse dat gemaskeerd ging als Universeel schreeuwen inmiddels recht, democratie en vrijheid om verdediging, je zou haast zeggen: verdediging met alle mogelijke middelen. Je kunt er de moraal nog bij voegen. En menselijkheid. Dat ligt allemaal letterlijk onder Russisch vuur. Eigenlijk al jaren, in Syrië. In dat licht zijn het zwijgen en de afzijdigheid van de nieuw opgekomen wereldmacht China omineus en huiveringwekkend.
De herwonnen eenheid van Europa is natuurlijk goed nieuws, maar nog niet direct vertrouwenwekkend. Het is meer iets dat Europa aangedaan wordt dan dat het dit zelf doet. Europa is samengeperst, in een hoek gedrukt in de door Poetin zo gewilde multi-polaire wereldorde. Zeker als we beseffen hoe fragiel democratie en rechtstaat in de VS zijn geworden. Zelfs Polen en Hongarije zijn opeens weer Europees, tot het inzicht gekomen dat hun nationale aspiraties paradoxaal genoeg de verbondenheid met de Europese Gemeenschap nodig hebben.
Europa zal zichzelf opnieuw moeten ontdekken als domein van rechtstaat, vrijheid en democratie. Dat klinkt naar de VVD, maar dat is schijn. Europa zal namelijk een uitgesproken politiek liberalisme moeten heroveren op de ontstane economische neo-liberale orde, die haar politieke naamgenoot vrijwel geheel uitgehold en ondermijnd heeft. Ook dat wordt meer afgedwongen dan gekozen, omdat Europa zich genoodzaakt ziet zich te ontdoen van haar economische vervlechting met Rusland, en, als het dan toch bezig is, als het ernst wil maken met eigen onafhankelijkheid en politieke handelingsruimte wil creëren, ook van China.
Nu we eens te meer weten hoe belangrijk het verhaal is dat we vertellen, en hoezeer we daarin geloven, kunnen we elkaar dan vinden in Europa als een domein van waarachtige individuele rechten en vrijheden. Wezenlijk ook van vrijheid van godsdienst, voor een vrije verkondiging van het evangelie, want ook die wordt schaars in een multi-polaire wereld. Europa als domein van diversiteit, van dat zo moeilijke samenleven met verschil, met die zo andere ander.
Frappant is dan natuurlijk dat we daartoe komen doordat we nu eindelijk Poetins ware gelaat aanschouwd hebben (en deels ook Xi Jinping). Dat is toch ook een raadsel: hoe die andere mens zo kwaad kan handelen, zo onmenselijk. Hoe is dat mogelijk? Hoe oog in oog daarmee de eigen menselijkheid te behouden? Maar ook: hoe menselijkheid en recht te verdedigen, ervoor te strijden? Dat staat op het spel in deze oorlog. Hoog tijd om Levinas van de stapel te halen.
Coen Constandse
In de Waagschaal, jaargang 51, nr. 4. 2 april 2022