Readiness, maar waarvoor?
Zoals emeritus-krijgsmachtpredikant Ids Smedema (IdW 53.10) signaleert, is het spreken over oorlog en vrede de laatste tijd snel veranderd. Dat is betrekkelijk geruisloos gegaan. Sinds de Russische inval in Oekraïne neemt de oorlogsretoriek in heel Europa in rap tempo toe. Nu sprak paus Franciscus al sinds zijn boodschap voor Wereldvredesdag van 2016 over “een afschuwelijke wereldoorlog die in stukjes en beetjes wordt uitgevochten”. Wat hem betreft zou dit aanleiding moeten zijn om met hernieuwd elan aan vrede te werken. Vredesorganisatie Pax Christi heeft in Vlaanderen in deze lijn de slogan gelanceerd: “Doorbreek de oorlogsmuur en maak werk van vrede.” In Nederland horen we dit geluid echter nauwelijks.
Alleen vrede kan rechtvaardig zijn
Op 18 maart 2022 zei de paus in een toespraak: “Een oorlog is altijd – altijd! – een nederlaag voor de mensheid, altijd. […] Een rechtvaardige oorlog bestaat gewoon niet: die bestaan niet!” Vaak wordt dit verstaan als pauselijk afscheid van de theorie van de rechtvaardige oorlog, een afscheid dat door sommigen wordt toegejuicht en door anderen wordt bestreden. Maar het is er eerder een aanscherping van. Het gaat er niet om dat er nooit sprake kan zijn van gerechtvaardigd tegengeweld wanneer een land of een bevolkingsgroep wordt bedreigd of aangevallen. Daarmee is nog geen sprake van een rechtvaardige oorlog. Immers, in een oorlog geldt altijd het recht van de sterkste en wordt onvermijdelijk heel veel schade en onnoemelijk veel onrechtvaardig leed aangericht. Er kan daarom hooguit sprake zijn van een oorlog die ondanks alles gerechtvaardigd is. Het in uiterste nood voorbereiden hierop en het voeren ervan moet daarom vergezeld gaan van inzet voor rechtvaardige vrede. Want alleen vrede kan echt rechtvaardig zijn.
Ons te weinig op de vrede voorbereid
Net als de andere landen van de NAVO vindt Nederland dat we klaar moeten zijn voor een dreigende oorlog. Readiness, is de slogan, voorbereid om het eigen grondgebied gewapenderhand te verdedigen. Ids Smedema stelt dat dit nogal een verandering is tegenover de eerdere – minstens officieel beleden – gerichtheid van defensie op het verdedigen van de internationale rechtsorde. Tegelijkertijd is het verschil ook weer niet zo groot. In beide gevallen wordt uitgegaan van de vaak herhaalde en wereldwijs klinkende oneliner: wie vrede wil, moet zich voorbereiden op oorlog. Denkend in de lijn van paus Franciscus zou dit minstens moeten worden aangevuld met: wie de gewapende strijd aangaat tegen een bedreiging van de vrede, moet weten wanneer en hoe de strijd te beëindigen. Dat kan niet pas zijn als de tegenstaander volledig is uitgeschakeld. Dan ben je niet uit op vrede, maar op overheersing. Oorlog leidt nooit automatisch tot vrede. Wie vrede wil, zal zich vooral ook op vrede moeten voorbereiden.
Als ik de toenemende oorlogstaal hoor en merk dat er weer serieus over de mogelijkheid van deelname aan oorlog wordt gedacht, is mijn reactie: we hebben ons veel te weinig op vrede voorbereid en aan vrede gebouwd. Daartoe moeten wij volgens de opdracht van Jezus leren onze vijanden lief te hebben (Matteüs 5:44; Lucas 6:35). Of, in de poëtischer variant van het Johannesevangelie: “Mijn gebod is dat jullie elkaar liefhebben zoals Ik jullie heb liefgehad” (Johannes 15:12). Dit lijkt natuurlijk in eerste instantie volkomen wereldvreemd. Jezus kan toch niet serieus menen dat Oekraïne van Rusland zou moeten houden, dat de bewoners van Israël Hamas moeten beminnen, dat de bewoners van Zuid-Libanon het Israëlische leger lief moet hebben?!
Punt is dat in de ogen van Jezus Rusland niet allereerst Rusland is. Rusland is samengesteld uit mensen met angsten en trauma’s, liefde voor hun ouders en hoop voor hun kinderen. De God die zich in Jezus doet kennen als de bron van alle liefde, heeft weet van de Hamasstrijder die getuige was van het gefnuikte leven van zijn ouders, verdreven van hun grond en verpieterd in een vluchtelingenkamp. Hij draagt in zijn liefde kennis van de verhalen die de Israëlische soldaat hoorde van zijn grootouders die de Shoah overleefden, en van zijn ouders die Israël hebben proberen op te bouwen als veilig huis voor alle Joden, maar op 7 oktober 2023 tot zijn ontreddering ontdekte dat het een schijnveiligheid is. Kortom, Jezus ziet vanuit God de mensen in het licht waarin zij verlangen gezien te worden, dat wil zeggen: in het licht van de liefde die er weet van heeft dat ook zij op hun manier naar vrede en vrijheid verlangen. In het licht van deze liefde ziet Hij mensen die een gebroken leven leiden en op cruciale momenten het kwaad niet weten te weerstaan. In het licht van deze liefde ziet Hij alle mensen, ook ons. Allemaal zijn we van Hem en zo is Hij te midden van alle geweld onze vrede (vgl. Efeziërs 2:14).
Alleen voor God bestaat de duisternis niet
Volgens mij moeten de kerken niet op de toenemende oorlogsdreiging reageren op hetzelfde niveau als het ministerie van defensie. Dus ook niet door precies het tegenovergestelde voor te stellen en ontwapening te bepleiten in plaats van bewapening. De geschiedenis van de pacifistische vredesorganisatie Kerk en Vrede die Greetje Witte-Rang onlangs samenstelde, hebben mij er nog weer eens van overtuigd dat pacifisme wat mij betreft net zo min een antwoord is op het bestaan van oorlog en geweld als tegengeweld dat gelooft uit zichzelf naar vrede te leiden. Ik kan niet over een geallieerd oorlogskerkhof lopen zonder te worden verscheurd door het verdriet over zoveel veel te vroeg afgebroken levens en de dankbaarheid voor de bevrijding waar deze levens voor geofferd zijn. Dat wil echter niet zeggen dat ik ook maar iets zou willen ontkennen van het onverdiende leed dat achter de namen en de data op de grafstenen schuilgaat of eropuit zou zijn te ontkennen dat er ook aan geallieerde kant verschrikkelijke fouten zijn gemaakt en regelrechte oorlogsmisdaden zijn gepleegd.
Daarom denk ik dat niet weten wat te denken over een wellicht naderende oorlog en de ingezette voorbereiding erop, waartoe Smedema zich bekent, zelf een vorm van kennis is. Het is weten dat je niet kunt weten wat te denken over het kwaad, want het kwaad verstoort elke ordening van waaruit je kunt denken. Alleen voor God bestaat de duisternis niet (Psalm 139:12). Ik kan uiteindelijk alleen maar leven in de ruimte van het per definitie aangevochten geloof dat de satan uit de hemel is gevallen (Lucas 10:18) en dat zijn plaats is ingenomen door de verrezen Mensenzoon. In de Openbaring van Johannes wordt Deze verbeeld als zowel ‘de leeuw uit de stam van Juda’ die heeft overwonnen als het ‘lam dat geslacht is’ (Openbaring 5:5-6). Het perspectief van degenen die gewond en gedood zijn (en worden) opent het boek van de geschiedenis. Het verbijsterde protest over wat hen overkomt zouden wij moeten delen.
Vrede door vrede te stichten
In onze streken zijn wij de laatste decennia vrede gaan opvatten als met rust gelaten worden en vrijheid als kunnen doen wat wij zelf willen. Daarmee bereid je je niet voor op vrede, maar op de oorlog. Immers, vroeg of laat zal mijn wil met de jouwe botsen en mijn rust strijdig blijken te zijn met jouw belang. Dan is het ik of jij. In bijbels perspectief betekent vrede dat je weet dat hetgeen je doet daar waar jij bent van belang is. Vrijheid wil zeggen dat je dankzij andere schepselen de ruimte krijgt dat inderdaad te doen.
Van hieruit is het onze gelovige verantwoordelijkheid iedereen te zien zoals wij vertrouwen dat wij zelf worden gezien: als deel van het koor van schepselen dat bestemd is om Gods lof te zingen. Wat ons te doen staat is: onszelf zoveel mogelijk alvast te gedragen als deel van dat koor. Realiseren we ons dat je leeft doordat je op beslissende momenten recht is en wordt gedaan en in de mate waarin je wordt beschouwd als iemand die iets betekent en als zodanig gezien en gehoord wordt. Laten we ons van daaruit aangesproken weten tot mensen die beseffen dat zij op hun beurt recht hebben te doen aan al het andere. Vrede krijg je door vrede te stichten, vrijheid door vrijheid te geven. Van betekenis ben je als je anderen van betekenis acht.
“Doorbreek de oorlogsmuur en maak werk van vrede.” Vrede en vrijheid ontstaan telkens opnieuw doordat mensen het licht van de liefde bij zichzelf laten ontsteken, zodat anderen daaraan op hun beurt hun licht kunnen ontsteken. Vrijheid is er voor hen die vrijheid bieden en vrede betekent dat wij ons laten omvormen tot de vredebrengers, die Jezus in de Bergrede niet voor niets zalig prijst (Matteüs 5:9). Het is geen garantie dat het geen oorlog wordt. Maar als zij dit beseft, zal de kerk ook in de oorlog nog een kracht tot vrede zijn.
Erik Borgman
Prof. dr. E.P.N.M. Borgman is lekendominicaan en emeritus-hoogleraar publieke theologie aan Tilburg University.
Pacifisme in tijden van oorlog: Kerk en Vrede 100 jaar, red. G. Witte-Rang, Middelburg: Skandalon 2024.
In de Waagschaal, nr. 11 , 9 november 2024