Brieven aan Joseph Hromádka

logo

 

Brief aan Joseph Hromádka 1962.

Tijdens de Koude Oorlog stuurt Barth twee brieven aan Hromádka waarin hij kritiek uit op zijn naar Barths inzicht te grote vereenzelviging van de theologie met de door het communistische blok gevoerde politiek. In zijn reactie op de roep om het Westen te steunen had Barth in Unterwegs zijn eigen positie beschreven. Het bestaande i.c de Westerse ideologie mag nooit tot kader worden waarbinnen het Woord van God klinkt. Het gaat er om de Westerse manier van denken en leven vanuit het evangelie kritisch te bevragen. Hij weigert dan ook mee te gaan met de anti-communistische geest die heerst. Om die reden houdt Barth ook afstand van de destijds toonaangevende Westerse theologen als Niebuhr en Brunner. Zij verwijten Barth dat hij te positief over het communisme spreekt. Barths positie leidt er toe dat hij door zijn tegenstanders in het Westen als cryptocommunist weggezet wordt. Tegelijkertijd blijft Barth in gesprek met theologen in Oost-Europa, met name met Joseph Hromádka met wie hij al lange tijd bevriend is. Hromádka probeerde in de gegeven context de situatie van Christenen in het Oostblok theologisch te doordenken. Mede op zijn initiatief werd in 1958 de Christelijke Vredesconferentie opgericht. Op verzoeken van o.a. Hromádka om zijn naam aan de Vredesconferentie te verbinden gaat Barth niet in. Barth brengt zijn bewaren tegen de lijn van Hromádka in deze brief onder woorden. Anders dan de brief uit 1938 aan Hromádka en de brieven aan de Nederlandse briefschrijvers zijn deze brieven niet voor de openbaarheid bestemd. Het zijn persoonlijke brieven. Barth wil voor alles voorkomen dat zijn kritiek op Hromádka in het Westen uitgelegd wordt als steun in de strijd tegen het communisme en in het Oosten hem in verlegenheid kan brengen. In een brief die Barth na de onderstaande en vóór de volgende brief van 1963 aan Hromádka schrijft, legt hij omstandig uit waarom hij op zijn toezegging hem in Praag te bezoeken om daar lezingen te houden moet terugkomen. Hij wil voor alles voorkomen dat zijn afzeggen opgevat wordt als een zich van hem distantiëren. In geen enkel opzicht is het zijn bedoeling hem in verlegenheid te brengen. De reden is dat hij gelet op zijn leeftijd zo’n inspannende reis niet meer aan kan.

Pagina's: 1 2