Vergeving van zonden

logo-idW-oud

 

VERGEVING VAN ZONDEN

Samenleving en individu

De bedoeling van deze reeks artikelen is de tekst van de Apostolische Geloofsbelijdenis te toetsen aan zijn bijbelse oorsprong of achtergrond. Bij de ‘vergeving van zonden’ is dat bijzonder relevant. Er zijn voornamelijk twee punten waar de gangbare interpretatie van de geloofsbelijdenis afwijkt van haar bijbelse oorsprong: ‘vergeving’ is bij ons verindividualiseerd en ‘zonden’ zijn vermoraliseerd. Dat is althans wat ik regelmatig tegenkom, niet alleen in de kerken, maar ook bij niet-kerkelijken die zich op grond van zulk soort opvattingen tegen de kerk afzetten.

In de bijbel staat niet het individuele maar het collectieve element op de voorgrond. Je bent wie je bent in de eerste plaats omdat je deel uitmaakt van een samenleving. Je identiteit ligt daarbinnen, niet ergens op een denkbeeldig Archimedisch punt daarbuiten. Met onze wazige maar dierbare ideeën over persoonlijke vrijheid geven wij maar moeilijk toe dat binnen de cultuur waarin wij leven de marges van onze vrijheid heel smal zijn. Ons praten is, of wij dat willen of niet, hoofdzakelijk napraten en wij denken overwegend bewusteloos, d.w.z. probleemloos in de categorieën van de maatschappij waarvan wij deel uitmaken.

Gelukkig zijn er uitzonderingen die ons van deze kortzichtigheid bewust maken. Ik denk dan vooral aan kunstenaars, schilders, schrijvers, dichters en kritische filosofen. In het bijbelse Israël waren dat de profeten, ook wel ‘Zieners’ genoemd. (1) Profeten zijn in de bijbel geen mensen die op miraculeuze wijze ‘de toekomst voorspellen’, maar mensen die ‘zien’ wat er in het heden werkelijk aan de hand is en op grond daarvan ook inzien wat de gevolgen zullen zijn. Omdat wat de profeet ziet meestal ligt buiten het gezichtsveld van de groep waarbinnen hij of zij zich beweegt, stuiten zijn woorden bijna automatisch op verzet.

Wanneer de bijbel bij ‘zonde’ niet primair denkt aan persoonlijke morele misdragingen stuit dat veel mensen in onze (quasi) op het individu gerichte samenleving tegen de borst. Dan is het goed te bedenken dat ‘individu en samenleving’ een moderne probleemstelling is. Onze samenleving heeft er baat bij de schandelijke kant van de werkelijkheid over zichzelf te verdoezelen. ‘Persoonlijke verantwoordelijkheid’ kan al te gemakkelijk een alibi zijn voor collectieve verantwoordelijkheid. Bijbelse auteurs denken er wat nuchterder over.

Zonde

Er zijn in het ‘Oude Testament’ minstens drie Hebreeuwse woorden die regelmatig met ‘zonde’ worden vertaald. Het eerste is letterlijk ‘misstap’, iets doen waardoor het beoogde doel nooit zal worden bereikt. Het tweede denkt vooral aan een daad met desastreuze gevolgen. Bij het derde staat het aspect van rebellie, het bewust verbreken van geldende afspraken voorop. (2) Maar bij alle drie is hetzelfde ‘mis’: afspraken binnen het verbond van JHWH met Israël worden genegeerd en de vrede (SHALOM), de goede harmonie tussen JHWH en zijn volk en tussen de mensen onderling, wordt verstoord. De drie woorden overlappen elkaar dan ook in betekenis.

Het ‘Nieuwe Testament’ gebruikt voor ‘zonde’ hoofdzakelijk hamartia, dat evenals het eerstgenoemde Hebreeuwse woord, ‘het niet bereiken van een beoogd doel’ betekent. (3) Het doel is universele vrede (SHALOM). Het morele aspect is ook hier secundair. Er is bij ‘zonde’ meer ‘mis’ dan een immoreel incident. ‘Zonde’ is in de bijbel iedere opzettelijke of onopzettelijke vorm van collaboratie met andere machten/goden.

“Sin is disobedience to God’s commandments, either by doing what is forbidden or failing to do what is required,” lees ik met verwijzing naar de Tien Geboden, het Grote Gebod der Liefde en een serie losse bijbelteksten op een Amerikaanse website. (4) Het is een definitie die, vrees ik ook in Nederland steun zou krijgen, maar weinig te maken heeft met de bijbel. Moraliseren op grond van loslopende Bijbelteksten is natuurlijk ook nooit consequent vol te houden. Je kunt toch niet serieus volhouden dat wij ons letterlijk moeten houden aan alle ‘geboden’ die wij in ‘Oude’ en ‘Nieuwe Testament’ tegenkomen? (5) In de praktijk wordt er dan altijd geselecteerd: sommige ‘geboden’ wel en andere niet. Het criterium daarvan blijft duister; bij nader toezien is het meestal traditie of vooroordeel. Het is beter dat wij de gehele poging direct uit bijbelteksten een moraal af te leiden opgeven. Het leidt alleen maar tot naargeestige hoogmoed, of zelfs – zoals de geschiedenis tot in onze dagen demonstreert – tot zinloos geweld.

Bijbels gesproken is ‘zonde’ in laatste instantie altijd zonde jegens God. Je hoort dat bijvoorbeeld heel duidelijk in de aanhef van de ‘Tien Woorden’ (6) waarin JHWH tegen Israël zegt: ‘Ik ben JHWH uw God, Die u uit Egypteland, uit het slavenhuis, uitgeleid heb. Gij zult geen andere goden voor Mijn aangezicht hebben.’ (7) De vraag ‘Wie is God?’ bepaalt in heel de bijbel het ethos. Handelen wij, collectief en individueel, als slaven van andere goden, of handelen wij in de vrijheid waarin deze God ons heeft gesteld? De rest, de hele casuïstiek van wat goed is en wat kwaad, zou op basis hiervan ter discussie moeten staan.

‘Zonde’ is in de bijbel verwaarlozing of verkwanseling van de ons door God geschonken vrijheid. Bijna altijd gaat het dan over zonden van een volk, een natie, een stam, een familie, soms, maar lang niet altijd, gerepresenteerd door een (belangrijk) persoon. (8) Niet alleen in de ‘Tien Woorden’ begint het ethos bij de presentie van JHWH en zijn bevrijding uit de macht van andere goden. Ook Paulus’ ‘ethiek’ begint bij bevrijding. (9) Wij beginnen altijd aan het verkeerde einde. Als je begint bij een ‘gebod van God’, gaat deze ‘god’ al snel verdacht veel op ons lijken. Hij wordt een symbool dat onze ‘christelijke’ identiteit bevestigt. Een lang leven is dit soort goden gelukkig niet beschoren, maar ze kunnen intussen heel wat kwaad aanrichten.

Vergeving

‘Vergeven’ beduidt in de bijbel dat als er door optreden van een van de bondgenoten in een relatie iets fundamenteels is misgegaan, de verstoring van de vrede helemaal, d.w.z. in al zijn concrete gevolgen, ongedaan wordt gemaakt. Vergeven vereist gezag.

Vergeven worden zonden in de bijbel dan ook uitsluitend door JHWH/God. (10) Wanneer in het ‘Nieuwe Testament’ een enkele keer mensen aan andere mensen de zonden vergeven, gaat het altijd om de verkondiging van Gods vergeving. (11) De uitdrukking ‘vergeving (of vergeven) van zonden’ komt in de gehele bijbel niet één keer voor als iets dat louter gebeurt tussen twee willekeurige mensen. Het ‘Onze Vader’ lijkt daarop een uitzondering, maar daar vergeven mensen elkaar niet hun ‘zonden’, maar hun ‘schulden.’ (12)

Gods ‘vergeving van zonden’ geldt in de bijbel in de eerste plaats Israël en de volken. In het ‘Oude Testament’ vergeeft JHWH aan Israël de zonden. (13) ‘De volken’ leven buiten het verbond van Israël met JHWH en zijn dus haast onvermijdelijk zondaren; ‘zondaar’ is dan ook in het antieke Jodendom een gebruikelijke aanduiding van een niet-jood (GOY). (14) Vergeving van zonden aan de volken, (15) d.w.z. hun restloze opname in het verbond met JHWH, is het nieuwtestamentische thema. In de Messiaanse tijd is de scheiding tussen Jood en Heiden in principe weggenomen. (16) JHWH, de God van Israël, is nu voor iedereen zichtbaar wie Hij altijd al is geweest: ook de God van de volken.

Wij kunnen elkaar ‘schulden‘ vergeven, d.w.z. alle schulden, inclusief economische schulden annuleren. Ik zie het nog niet gebeuren, maar het zou kunnen. Ook sommige ‘misdaden’ kunnen wij misschien elkaar vergeven. Laten wij daar echter voorzichtig mee zijn, oppassen voor morele chantage met ‘vergeving.’ Daden waarvan de gevolgen eenvoudig niet kunnen worden weggedaan zijn onvergeeflijk. Maar elkaar ‘zonden’ vergeven, elkaar vergeven dat wij het verbond met JHWH negeren, dat is niet aan ons, maar aan God.

‘Ik geloof in de vergeving van zonden’ betekent dat wij belijden als ‘heidenen’ in Christus te zijn opgenomen in het verbond met JHWH en dat wij in de vrijheid van dat verbond mogen leven.

Rochus Zuurmond

_______
1 1Sam. 9:9.
2 Resp. CHATTAAT (voor de betekenis ‘misstap’ zie Spr. 19:2), ‘AWON, en PESHA’ plus verwante woorden. In Griekse vertalingen vinden wij naast het gebruikelijke hamartia (’zonde’) ook adikia (‘onrecht’, vooral voor ‘AWON) en anomia (‘wetteloosheid’, vooral voor PESHA’).
3 Het is grappig dat onze uitdrukking ‘O, wat zonde!’ als er iets misgaat, dichter ligt bij de bijbelse notie van ‘zonde’ dan een moraliserende (dis)kwalificatie.
4 www.christianbiblereference.org/faq_forgiveness.
5 De dwaze, soms immorele situaties die dan zouden ontstaan beschreef A. J. Jacobs op humoristische wijze in The Year of Living Biblically. New York: Simon & Schuster, 2008.
6 Ex. 20:2v. De ‘Tien Geboden’ zijn geen moraal maar toezeggingen. Het ‘Nieuwe Testament’ vertaalt met toekomende tijden.
7 ‘Mir ins Angesicht’ vertaalt Buber heel trefzeker.
8 In het ‘Oude Testament’ een paar keer in Leviticus en in Jes. 55:7. In het ‘Nieuwe Testament’ Mt. 12:32 en parr., Mk. 3:28, 4:12, Hand. 2:38, 10:43. Individuen representeren in de bijbel vaak een groep.
9 Uitvoeriger hierover mijn boekje God noch gebod over de brief aan de Galaten (Baarn, 1990).
10 Mk. 2:6-11 en parr.
11 Idem en Joh. 20:21-23.
12 Mt. 6:12, Lk. 11:4. Mt. 6:14 en Mk. 11:25 spreken evenmin over ‘zonde‘, maar over ‘misdaden‘ jegens elkaar.
13 Jer. 31:31-34, geciteerd o.a. in Hebr. 8:8-12.
14 Jes. 14:5 (LXX), Tob. 13:8, Hen. 93:4, Gal. 2:15.
15 Bijv. Lk. 24:47, Hand. 10:43, 26:18. ‘Volken’ staat voor Grieks ethnè, Hebr. GOYIM, meestal vertaald met ‘heidenen.’ Een ‘heiden’ is in de bijbel geen atheïst, maar een religieus mens!
16 Gal. 3:28, Ef. 2:11-14.