Wim Kist door Dick de Jongh

logoIdW

Het boek dat Dick de Jongh heeft geschreven, is een geheugenkastje voor Wim Kist. Iedereen weet dat je Wim niet in een kastje kan doen. Hij werkt zich eruit. Als je dit boek open doet, vliegt de herinnering als een duif naar buiten en nodigt ons uit om er achter aan te gaan en om het avontuur te beleven dat Wim Kist heet. Maar elke avond keert de duif weer terug. Het boek staat klaar om haar op te vangen en om haar morgen weer uit te laten. Zo’n boek heeft Dick de Jong geschreven.
Het voordeel van Wim Kist was dat hij rechten had gestudeerd en niet theologie. Zo hoefde hij niet te rivaliseren met theologen om ze toch van advies te kunnen dienen. Dat deed hij en dat heugt mij als theoloog nog goed. Hij werkte als het geweten van theologen. Met een stralend gezicht zei hij ze vóór wat hij vond dat ze moesten zeggen in kerk en samenleving. Dat geweten viel niet samen met de kerkelijke organisatie, maar was er wel nadrukkelijk aanwezig en liet haar nooit met rust. Het wilde de organisatie aansturen, want zonder geweten wordt zelfs de beste organisatie een ongericht projectiel.
Een prachtig en lastig geweten was Wim Kist. Christen geworden, niet door inburgering in het bestaande christendom, maar door bekering van geheel eigen kwaliteit. Geen dominee, maar wel iemand die graag en goed de Schrift uitlegde. Geen kerkleider, maar wel iemand die wist waarheen de kerk geleid moest worden en die er feitelijk grote groepen mensen heenleidde, waardoor de kerkleiders behoorlijk zenuwachtig werden. Geen universitair geleerde, maar vormingsleider die bij velen beweging op gang bracht. De kerk moest daardoor wel veranderen en liefst ook de samenleving.
Het theologisch geweten van Wim Kist was gehard door Karl Barth. Hij vond dat diens dogmatiek genoeg karaat had om het uit te kunnen houden in de corrupte samenleving. Hij sprak de kerk daarop aan en hij sprak zijn vertrouwen uit in mensen die iets meenden te weten van Karl Barth. Maar hij deed meer. Hij ontplooide zich als een origineel onderzoeker. Hij haalde uit de nalatenschap van Barth toen nog onbekende teksten naar voren over God die zich zelf confronteert met de meest arrogante machten van deze wereld. Zo werd de jurist Wim Kist doctor theologiae. En hij bleef Barth trouw. Later toen men het met Barth wat had gehad, ging hij de Kirchliche Dogmatik vertalen, bladzij na bladzij, in dagelijkse oefening. Hij vroeg zich intussen hardop af waarom de leerlingen van Barth hem niet volgden. Schreef brief na brief om ze te prikkelen. Hij was zijn kennissen nu eenmaal altijd voor en liet ze dat weten. Hij wist dat ze nog niet waren waar ze moesten zijn. De pijl van Gods rijk lag altijd nog van hen af en verder.
Ik hoor hem weer spreken voor een grote groep jonge predikanten in het seminarie Hydepark. Hij begint charmant, bijna verlegen vertellend over zijn persoonlijke weg door het leven. Hij wekt respect en ontroering en neemt hen voor zich in. En dan ineens roept hij in hun oren dat Jezus Christus Heer is van de wereld, de overwinnaar van de machten die de wereld onleefbaar maken, en dat hij komen zal als de Heer van de 21e eeuw en dat zij daarvan de actieve getuigen zullen zijn. Hij maakte hen weerbaar om de machten van deze eeuw en de waan van de dag te weerstaan. Hij liet hun horen hoe Karl Barth hem daarbij tot bondgenoot was. Hij zocht niet zo nodig naar het bondgenootschap met politieke bewegingen. Jezus Christus was de beweging en die vormde het verbond met God. Dat moest genoeg zijn om hen waakzaam te houden. Als ik daaraan denk voel ik mijn hart weer branden.

Wim Kist kan je niet vastleggen. Stel je even voor dat een Charley Toorop een portret van Wim Kist had geschilderd: heel nadrukkelijk aanwezig, met van die angstaanjagend, strakke, heldere ogen. Zo aanwezig dat we het schilderij nauwelijks konden verdragen en het in een zijkamertje zouden moeten hangen. Dat heeft Dick de Jongh gelukkig niet gedaan. Die heeft Wim Kist met enkele lijnen getekend als een duif in de vlucht. Ineens verschijnt die uit het niets en verdwijnt weer. Het zet je in beweging om achter die duif aan te gaan. Om zo’n boek te kunnen schrijven, daar moet je Dick de Jongh voor zijn. Wie dit boek leest, weet: die duif is om de donder nog niet dood.

Maarten den Dulk

Dr M. den Dulk ie emeritus predikant en is oud-hoogleraar Praktische Theologie in Leiden.