Speculatie over de opstanding

logoIdW

SPECULATIE OVER DE OPSTANDING

En op het moment dat alles aan hem onderworpen is, zal de Zoon zichzelf onderwerpen aan hem die alles aan hem onderworpen heeft, opdat God over alles en allen zal regeren.

(1 Korintiërs 15: 28)

Geloof is zoveel meer dan goede dingen doen of dan het hebben van verstandelijke overwegingen. Het is gevormd door te speculeren over de opstanding. Rationele en niet-rationele elementen, levenservaring en Godservaring lopen daarbij allemaal door elkaar.

Uit de schoot van de eerste leerlingen is deze speculatie geboren. De leerlingen van Jezus zijn in de eerste weken na Pasen – en ook jaren en jaren daarna – in de war en onderste boven geweest van wat ze hadden meegemaakt. Ze probeerden daar mee om te gaan. Ze hebben zich het hoofd gebroken over wat dit hele gebeuren rond Jezus voor betekenis had voor hun eigen leven. Maar vooral ook zullen ze nagedacht hebben over wat er voor hen en de wereld zou gaan komen.

Ik probeer het me voor te stellen hoe dat gegaan is. Ik zie ze aan tafel zitten en daar met elkaar over spreken. Ze zullen met elkaar heel rationeel gediscussieerd hebben, keurig in woord en weerwoord over tafel. Ze zullen met elkaar gebeden hebben, in de bijbel gelezen hebben en ze zullen steeds weer herinneringen aan Jezus hebben opgehaald. Soms zal er iemand zijn opgestaan, die dacht over profetische gaven te beschikken en ze zullen er met argwaan en fascinatie naar geluisterd hebben. Na afloop van die bijeenkomsten gingen de mensen naar huis en alle woorden werkten door in de nacht. Ze werkten door in droomgezichten, in invallen en gedachtenflarden. Tot er een zekerheid zich in hun hoofden vestigden: zo moet het gaan.

Wat Paulus schrijft over de opstanding en over het toekomstige leven is niet een blauwdruk. Het is speculatie. Je kan zeggen: hij verzint het. Het is het gedachtenproces van hem en van de mensen om hem heen en als zodanig hoef je je er niet door te laten platdrukken of te roepen: wat heb ik toch een moeite met de bijbel. Maar tegelijkertijd is het niet alleen maar fantasie. Het is meer.

Het is terugkijken op Pasen. Als het waar is dat Jezus is opgewekt – en het is waar – dan kan dat niet iets op zichzelf blijven. Wij waren altijd dicht bij Jezus, wij werden geraakt door zijn stem en zijn stem begon in ons te trillen en te zingen. Wij waren van hem en hij was van ons. Hij maakte ons bekend met God, zoals we het nog nooit gehoord hadden. Hij bracht ons bij God. Maar als Jezus uit de dood is opgewekt, dan neemt hij ons ook nu mee. Dan zullen ook wij niet aan de dood worden overgelaten, maar dan zal er een moment komen dat ook wij worden opgewekt uit de dood. De stem van de herder blijft in ons. En bij hem zal geen roofdier ons kunnen verslinden, zelfs de grootste rover niet. Dat geldt niet alleen voor ons, maar eigenlijk voor heel de schepping. Heel de schepping zal het juk van de dood van zich afwerpen en vernieuwd worden door God.

Voor Paulus is het ook levenservaring. Hij heeft zelf de ervaring gehad van dood te zijn en herboren te worden en te herleven, toen hij onderweg naar Damascus was en plotseling de stem van Jezus hoorde. Die stem heeft hem bij God gebracht en heeft hem doen herleven. Na die grootse ervaring is het voor hem heel goed denkbaar en ervaarbaar dat een mens opnieuw door God wordt opgewekt. Dat hoort bij de realiteit van zijn leven. Hij ziet hoe Christus zijn mensen meeneemt en hoe Christus de dood verslaat. Christus is niet alleen de overwinnaar in zijn eigen leven, hij is de overwinnaar, de koning van de hele schepping.

Op dat moment, dat hij dat prachtige visioen heeft van een wereld en een mensheid die bij God komt en vernieuwd wordt en hij Christus ziet overwinnen, houdt Paulus in. Niet om te relativeren, of om te zeggen: eigenlijk twijfel ik er aan, maar hij houdt in omdat hij zich realiseert dat zo’n grootse, machtige overwinning helemaal niet past bij Jezus. Jezus was toch die man op een ezeltje. Jezus was toch de mens die een ander voor liet gaan. Hij was toch de mens die zei tegen God: niet mijn wil, maar uw wil.

Daarom ziet Paulus als de echte overwinning niet een soort troonsbestijging van Jezus, maar de echte overwinning is dat Jezus afstand doet van zijn troon. Want daar is het hele optreden van Jezus op gericht: om ruimte te maken voor God. Macht en overwinning is bij Jezus alleen: ruimte maken voor God. Zo is ons eigen leven noch hier noch straks een overwinningsroes. Ook straks zal het een dienst aan God zijn. Nogmaals: het is allemaal speculatie. Prachtige speculatie, gevoed door terug te kijken op Pasen. Door open te staan voor verschijningen, profetieën en droomgezichten. En daar weer over door te denken.

Coen Wessel