De Nationale Synode

logoIdW

 

DE NATIONALE SYNODE

De openingsbijeenkomst in de Grote Kerk in Dordrecht had ik over moeten slaan. Daarom was ik rechtstreeks naar het Wartburgcollege gegaan, waar het middag- en avondprogramma zou plaats hebben. Ik was daar een uur te vroeg en daarom hing ik wat rond in de aula van deze reformatorische scholengemeenschap. Een aantal scholieren van de school, die hand en spandiensten zouden verrichten voor de organisatie, moesten ook de tijd doden en bespeelden luid zingend het orgel in de hal: het Israëlische volkslied en een psalm. Ik kwam met een oudere man in gesprek. Hij was vroeger schipper geweest en werkte nu als vrijwilliger op de school. Toen ik het gesprek bracht op de Nationale Synode, liet hij duidelijk merken daar niets in te zien. Je moest je gewoon houden aan de drie formulieren van enig-heid. Beter en mooier was er niet. Toen we kwamen te spreken over de Hernieuwde Statenvertaling, was zijn com-mentaar even laconiek afwijzend: wie zich echt in Gods woord wilde verdiepen, sloeg zich ook nog wel door een paar tweede naamvallen heen.

Desinteresse
Ik was naar de Nationale Synode gekomen uit sympathie voor het initiatief. Ik denk dat een verenigingsbeweging aan de rechterflank van de kerk een impuls kan geven aan de hele kerk. Als daar allerlei schuttersputjes verlaten worden en er echte gesprekken plaatsvinden, kan het niet anders of de hele kerk wordt daar in meegetrokken.

Er is aan de rechterkant ook van alles in beweging. Het Nederlands Dagblad ontwikkelt zich tot een uitstekende al-gemeen christelijke krant. De Hernieuwde Statenvertaling is een uniek samenwerkingsproject en tegelijkertijd een kleine revolutie. De jongere predikanten van de Gereformeerde Kerken Vrijgemaakt onderscheiden zich de laatste jaren nog maar weinig van een beetje behoudende Protestantse collega’s. Binnen de Gereformeerde bond is veel meer ruimte gekomen na het vertrek van de Hersteld Hervormden. Het initiatief van Gerrit de Fijter tot een Nationale Synode komt wat dat betreft op een uitstekend moment.

De reactie uit het midden van de kerk op de Nationale Synode is tot nu toe wat zuinigjes geweest. De gebruikelijke afkeer en desinteresse jegens de rechterflank van de kerk overheersten. In de pers kreeg vooral het afhaken van de Remonstranten aandacht. Terwijl hun afhaken toch meer met profileringsdrang te maken had, dan met goede argu-menten. In al het materiaal van de Nationale Synode werd benadrukt dat het er voortaan niet meer om ging om men-sen uit te sluiten, maar om gesprekken te voeren en elkaar vast te houden. In alles liet men zien: wij willen bewegen.

Geloofsgesprek
Na een dik uur stroomde de aula van de school vol. De deelnemers waren vooral afkomstig uit de rechterflank van de kerken. Ik kende bijna niemand.

Alle deelnemers werden in groepen van tien in een klaslokaal geplaatst voor een ‘geloofsgesprek’. Ik kwam terecht in een groep met mensen uit alle Reformatorische kerken en kerkjes. Iedereen werd uitgenodigd om in vijf minuten iets over zijn of haar geloofsweg te vertellen. Zoals vaker leverde dat indrukwekkende verhalen op. We spraken ook over het nut van deze synode. ‘We kunnen de verschillen niet meer aan onze kinderen uitleggen. We snappen de verschil-len zelf niet eens meer’. Het waren eigenlijk dezelfde geluiden als ik in de jaren voor de hereniging van de Gerefor-meerde kerken en de Hervormde kerk hoorde. Je zou ook kunnen zeggen: die herenigingsbeweging zet zich nu door aan de rechterkant.

Evangelicaal
De mensen bij mij in de werkgroep vertelden hun geloofsverhaal in enigszins evangelicale taal. Initiatiefnemer Gerrit de Fijter had daar ook toe uitgenodigd: ‘We gaan elkaar in het hart kijken’, had hij gezegd over het geloofsgesprek. Ook in het liederenprogramma in de Grote Kerk was het evangelicale geluid te horen, zag ik later.

Ik voelde me door dit evangelicale element nog het meeste buitengesloten in mijn werkgroep. Waar anderen vertelden over de omkeer die Jezus bij hen te weeg had gebracht, vertelde ik hoe ik – afkomstig uit een omgeving waarin mo-derne cultuur en christelijke geloof moeiteloos en gedachtenloos samengingen – steeds meer oog had gekregen voor de brede christelijke traditie van alle eeuwen, die steeds minder samenvalt met de moderne cultuur. Met mijn opmer-king over de traditie oogstte ik instemming, maar het ontbreken van een persoonlijke omkeer door Jezus leverde me ook boze blikken op.

Deze Nationale Synode is ondenkbaar zonder de opkomst van de evangelicale beweging. De bestaande scheidslijnen tussen de kerken rond doop en uitverkiezing vallen weg als de persoonlijke relatie met Jezus zo helemaal voorop staat. Het evangelicalisme is wat dat betreft een verenigende beweging. En zo’n herenigingsbeweging heeft ook een eigen, herkenbare taal en spiritualiteit nodig.

Toch zou de initiatiefgroep rond de Nationale Synode er goed aan doen om ook in taal en spiritualiteit breed te blijven. Niet alleen vanwege mij. Je moet meer mensen bij dit verenigingsproces betrekken dan alleen de goedwillende (evangelicale) enthousiastelingen. Het zal wel niet lukken om de schipper, die afkomstig was uit de Gereformeerde Gemeenten, te overtuigen. Maar de wat meer verbondsmatig levende kerkgangers zal je ook mee moeten krijgen.

Misschien stuurde het warme eten dat we vervolgens kregen daar op aan. Waar iedereen een rijsttafel of een koud buffet had verwacht, kregen we een bord waar bolletjes hutspot, boerenkool- en andijviestampot op werden geser-veerd. Als om duidelijk te maken: wij serveren degelijke Hollandse kost, zij het in verschillende smaken.

Coen Wessel