Commentaar (Elites)

logoIdW

 

COMMENTAAR (Elites)

Nu de Protestantse kerk het missionaire werk tot één van de speerpunten van haar beleid heeft uitgeroepen is het nodig om het belang van maatschappelijke elites voor de kerk nog eens te onderstrepen: zonder intellectuelen, kun-stenaars, bestuurders, journalisten, leraren en topondernemers redt de kerk het niet.

Het missionaire werk onder intellectuelen is lastig. Initiatieven uit het verleden (het oude studentenpastoraat, Amster-damse Commissie Groot-Zuid, NCSV) zijn doodgebloed. Voor een deel omdat de kloof tussen heersende tendensen in de cultuur en het christendom onderschat werd. Alleen aan de rechterkant van de kerk bestaan nog bloeiende in-stellingen, zoals de Stichting voor Christelijke Filosofie en de kaderschool van de Christen-Unie. Zij hebben de nood-zakelijke offensieve houding en apologetiek is voor hen geen vies woord. Het is zaak om bij deze bestaande instellin-gen aan te sluiten en er van te leren.

Ook is het goed om bestaande initiatieven verder te ondersteunen en bij elkaar te brengen. Ik denk daarbij aan zaken als: de Preek van de Leek, de contacten tussen de Amsterdamse Thomaskerk en de Zuidas of het nieuwe PKN-blad voor samenlevingsvragen ‘Festus’. De Protestantse Theologische Universiteit en de VU zouden zich nog wat meer mogen richten op christelijke intellectuelen. En laat HBO-opleiding InHolland (een christelijke instelling!), maar wat goed maken na alle bestuurlijke en onderwijskundige fraude. Het lijkt ondemocratisch om je speciaal en met extra geld op een elite-groep te richten en het gaat in tegen het sentiment van het gros van de kerkleden, maar een gerichte elite-politiek is hard nodig om niet marginaal te worden. Eén Willem Jan Otten is belangrijker voor de kerk dan twintig predikanten die ijverig missionair bezig zijn.

In Nederland zullen elites zich niet op korte termijn massaal tot het christendom wenden. Maar als het niet-christelijke project verder vastloopt, moet er wel een goed christelijk alternatief zijn, waar elites in nood zich op kunnen richten.

Coen Wessel