De handstand van Rosenthal

logoIdW

 

DE HANDSTAND VAN ROSENTHAL

In het maartnummer van In de Waagschaal (40/4) gaat At Polhuis in op een artikel dat ik in februari had geschreven voor het Friesch Dagblad. Aanleiding: het dreigement van Rosenthal om de gehele subsidie aan ICCO te schrappen als die doorgaat een kleine Palestijns website onder de naam Electronic Intifada te steunen. En de onversneden bijval die Rosenthal in het Friesch Dagblad kreeg van Gerrit de Jong, niet zomaar iemand, maar oud tweede kamerlid voor het CDA en lid van de Algemene Rekenkamer. Nu is het best een aardige verrassing als mijn commentaar zijn weg blijkt te vinden naar In de Waagschaal. En helemaal als je in dat blad wordt vermeld als bons in ontwikkelingsland. Immers, Bons is in theologenland sinds jaar en dag een erenaam! Helaas wekt de rest van het betoog van At Polhuis de indruk dat het niet zo eervol bedoeld is.

Het lastige is, dat hij een karikaturaal beeld geeft van mijn artikel en vervolgens op die karikatuur de aanval opent. Dat is een wijze van doen, die een werkelijke dialoog in de weg staat. Overigens valt hij mij niet alleen aan op wat ik niet schrijf, maar ook op mijn duistere bedoelingen: een wolk van mist produceren, opdat lezertjes (!) worden geïmponeerd, geen vragen meer stellen en de zaak aan beterweters overlaten. Tjongejonge! Heer Bommel zou zeggen: ik wist niet dat ik het in me had. En dat in de Waagschaal… een blad dat evenwicht en evenwichtigheid tot kenmerk heeft. Bovendien: dat uit de pen van At, aan wie ik prima herinneringen heb uit de tijd dat hij Oikos en ik Oikocredit deed. Twee vruchten aan dezelfde tak van de kerkelijke boom.

De bedoeling van mijn verhaal was niet om Rosenthal een lesje te leren – die heeft genoeg ambtenaren om zich heen om hem te vertellen hoe het zit en leest het Friesch Dagblad niet – maar om het beeld weg te nemen bij zeer verontruste Friese diakenen en gemeenteleden dat kerkelijk collectegeld door Kerkinactie wordt besteed aan de financiering van de Intifada. Dat was de uitsmijter in het artikel van Gerrit de Jong, die de vloer aanveegde met de ‘bobo’s van de PKN’ en de toezichthouders van ICCO, die weinig hebben met protestants gedachtegoed. Wat een onzin!

Voor die kerkgangers en diakenen was mijn verhaal bedoeld.1 En legde uit dat de samenwerking tussen ICCO en Kerkinactie niet het Midden Oosten omvat, omdat de kerkelijke agenda t.a.v. Israel en Palestina veel meer aandachtspunten heeft dan ontwikkelingsdoelstellingen en uiterst gevoelig ligt. Daarom doet de kerk dat zelf. Wat ICCO in het Midden Oosten doet, doet ze dus niet met Kerkinactie-geld. Verder uitleg, dat ICCO, Cordaid etc. op verzoek van de Nederlandse overheid veel aandacht besteden aan z.g. fragiele staten (zoals Palestina, Congo, Sudan, Afghanistan) en aan de opbouw van een maatschappelijk middenveld. Iets, dat de overheid zelf niet kan doen, omdat overheden zoiets in andermans land niet behoren te doen. Dat één van de middelen is om de civiele spelers in die fragiele staten in staat te stellen hun verhaal via internet met anderen te delen. Want iedere dialoog begint met ruimte voor het eigen en andermans verhaal. Dit Palestijnse project vult dat eigen verhaal in, natuurlijk vanuit een Palestijnse optiek, zoals andere websites dat doen vanuit een Israelisch perspectief.

Natuurlijk is die invulling eenzijdig. Net zoals websites in Sudan, Zimbabwe, Congo en Kurdistan eenzijdig zijn. Maar tweezijdig overleg krijg je alleen doordat mensen niet alleen hun eigen stem verheffen, maar bereid zijn om te gaan luisteren naar de eenzijdige verhalen van de ander.

Ondermijnt dat Nederlands overheidsbeleid? Maakt ons schip van staat daadwerkelijk slagzij omdat in de wereld van Facebook en Twitter een kleine Palestijnse website Palestijnse informatie geeft? Kom nou toch! Het werkelijke zorgpunt was dat de Minister van Buitenlandse Zaken van Nederland besloot een handstand te maken op dit mini-onderwerp. Hij was het die van dik hout planken wilde zagen. Door aan te kondigen dat hij ICCO al zijn subsidie zou ontnemen, als men dit ene projekt niet zou dwingen rekening te houden met het Nederlandse overheidsbeleid of anders zou afstoten. Die subsidie bedroeg in 2010 130 miljoen en zal in 2011 69 miljoen zijn. Dat was de formidabele klap die Knapen in het kader van de bezuiniging op ontwikkelingssamenwerking al had uitgedeeld. Maar die resterende 69 werd nu óók op het spel gezet. Hoog spel! Dat is een machtsvertoon dat in Nederland ongehoord is. Stel je voor dat iemand in Leiden wil promoveren op de Nederlandse deelname aan de Iraq-oorlog en dat de overheid de subsidie aan de hele universiteit op de tocht zet als men dat niet verhindert.

Dat was de teneur van het artikel. Die vreemd genoeg door At Polhuis terzijde is geschoven. Dat gold ook voor de cri de coeur, dat de CDA fractie met de armen over elkaar toeziet hoe ICCO na veertig jaar financiering door de overheid, in een paar maanden wordt gehalveerd, met onmiddellijke ingang. Dat raakt de kerken die in ICCO samenwerken, het raakt de mensen die in Utrecht werken, maar bovenal raakt het 500 (en straks misschien wel 1000) partnerorganisaties in het Zuiden, waarvan het gros nauwgezet en gecommitteerd werkt aan hun programma ten behoeve van de armen. Zij krijgen de klap, niet omdat hun werk niet klopt, maar omdat de inzichten van sommigen in den Haag zijn veranderd. En anderen daar om allerlei redenen het zwijgen toe doen.

Ik ben daar niet laconiek over, omdat ik vele jaren lang oog in oog gestaan heb met overzeese doelgroepen, die niet alleen tekort aan geld hebben, maar ook tekort aan bondgenoten. De wijze waarop die doelgroepen over het bondgenootschap met ICCO en Kerkinactie praten raakt mij, en verhindert mij om daar achteloos, laat staan schamper over te doen. Ik neem aan dat hetzelfde geldt voor veel Waagschaal-lezers. En ook voor At Polhuis met al zijn diakonale reflexen.

Daarom hoop ik dat In de Waagschaal niet alleen ruimte zal bieden aan discussie over de wijze waarop de overheid zich afwendt van een essentieel onderdeel van ontwikkelingssamenwerking, maar daarin ook stelling zal nemen. Want vandaag de dag wordt meer afgebroken dan meelevend kerkvolk zomaar stilzwijgend zou moeten gedogen.

Gert van Maanen

1 Zie voor de volledige tekst:

www.werkgroepkeerpunt.nl/opinie