Tiel

logoIdW

 

Het ligt zo voor de hand om met een zeker dédain neer te kijken op de stad in de provincie, want wat valt daar nu te beleven. Sinds ik de vijftig gepasseerd ben, ontdek ik, dat juist een ingeslapen provinciestadje als Tiel mij iets heel kostbaars aanreikt. Bij een grote stad draait alles om opgaan en blinken, maar gunt je niet de tijd om stil te staan bij het verzinken. Die gedachte kwam in mij op, bij een bezoek aan de kapper in Tiel. Toen ik neerzeeg in één van de crème semi lederen fauteuils en mijn armen stak in de mouwen van de schort die mij werd voorgehouden.

Het interieur van kapsalon coiffure Antoine Jansen is nog helemaal authentiek ingericht in de stijl van begin jaren 80. Het oogt voor hedendaagse begrippen dus al een beetje retro. De clientèle bestaat echter voornamelijk uit dames van ver boven de vijftig met een voorliefde voor het tijdschrift Vorsten. Dat heeft iets aandoenlijks.

Voor heel even waan ik me in een wereld waarin de tijd is stil blijven staan. De dames van boven de vijftig helpen me snel uit de droom. Ze herinneren me eraan, dat er een moment komt in je leven, dat je onherroepelijk door de tijd wordt ingehaald. Deze dames, die hun haren laten verven, knippen, föhnen en permanenten door meneer Jansen, onderwijl gezellig keuvelend over hun kinderen en kleinkinderen, dragen hun verlies waardig. Ik bewonder hen daarom. Terwijl ik nog in gedachten verzonken ben, stopt meneer Jansen opeens met knippen om me te vragen of ik nog een kopje thee lust. Op mijn ‘ja graag’ antwoordt hij ‘Ja, hier wordt de thee nog gezet in een theepot. Wat tegenwoordig voor thee moet doorgaan, zo’n glas heet water met een theezakje, noem ik geen thee!’ In de spiegel zie ik hoe hij tijdens zijn betoog vervaarlijk begint te zwaaien met zijn schaar vlak boven mijn hoofd.

Als ik even later van de kapper, via het Hoogeinde door de Waterstraat loop naar boekhandel Arentsen om inktpatronen voor mijn vulpen te kopen, betrap ik mijzelf erop, dat ik het refrein neurie van een liedje van André Heller ‘Die Damen über 50’

Zeit, Zeit was hast du aus ihnen gemacht?
Früher haben sie dich ausgelacht,
aber heute bist du am Zug.

De Waterstraat is zo’n typische winkelpromenade die vanaf de jaren 60 overal in Nederland zijn intrede deed. Tegenwoordig oogt de promenade mistroostig vanwege de vele leegstaande winkelpanden en de bordjes Te Huur. Daardoor valt nog meer op hoe diep de sporen zijn die de oorlog in Tiel heeft achtergelaten. Praktisch heel de oude binnenstad werd vanaf oktober 1944 door de geallieerde troepen vanaf de overkant van de Waal kapotgeschoten. Zonder dat de bevrijding er een dag eerder mee bereikt werd. Na de oorlog zijn er naar schatting nog twee tot drie keer zoveel panden gesloopt als in de oorlog werden vernietigd.

Op het plein tegenover de HEMA zie ik een samenscholing van mannen op leeftijd. Enkelen zitten op een bankje en de rest zit in trainingsbroek uitgezakt op zijn scootmobiel eromheen. Met hun verweerde en verrookte koppen vormen ze een schril contrast met het keurig gesoigneerde uiterlijk van mijn kapper. De vergane glorie, die als een sluier hangt over de stad en de mensen, maakt dat, ik me zo aangetrokken voel tot deze stad. Wat ooit groot is geweest, is nu klein geworden. Daar moet je niet op neer kijken, je moet het omhelzen. Teruglopend naar de parkeerplaats, besluit ik nog even naar de Stationsstraat te wandelen. En sta stil bij een statig herenhuis bouwstijl Jugendstil. Dit is het huis waar ooit de familie Daalderop (bekend van de boiler en de dubbelwandige theepot) woonde. Vanwege de bordjes Te Huur, durf ik mijn hand even te laten rusten op de plek die memoreert, dat de eerste steen gelegd werd door één van de kinderen Daalderop. Sinds ik het boekje Zwarte Kerst van Tjeerd Vrij heb gelezen, vraag ik me altijd af, zou het zoon Jan zijn geweest. Die later zijn vader als directeur van Daalderop opvolgde. Hij werd op 24 december 1944 door de Duitsers gefusilleerd.

Machteld de Mik-van der Waal