Commentaar – België (Een soort van commentaar)

logo-idW-oud

 

COMMENTAAR – BELGIË (Een soort van commentaar)

Er was een tijd dat er geen België was. Er zal ook weer een tijd zijn dat er geen België is. Tussen deze twee polen beweegt zich de wereldgeschiedenis.

België had zijn hoogtepunt toen het nog niet bestond. Na een wat lamlendige start tussen Clovis en Graaf Dirk van Holland in verschenen Hadewijch, Van Maerlant, Ruusbroec; Rogier van der Weyden, de gebroeders van Eyck; later kwamen uit het bloeiendste deel van het Bourgondische Rijk de Vlaamse primitieven. Zo een typisch eenmalig verschijnsel in de geschiedenis: het komt nooit meer terug, maar is met handen te tasten. Maar allee, dat waren Brabanders en geen Belgen.

In 1585 viel Antwerpen, en toen is het verdriet van België begonnen: de geboorte van de ‘Spaanse Nederlanden’ dat later door successie toeviel aan de Oostenrijkse kroon. Men zou kunnen zeggen: dat is het offer dat de vrijheidsstrijd in de Lage Landen eiste. Men kan ook zeggen: dat was het verraad van Maurits. Omdat het Zuiden stokte, kon het Noorden bloeien. En ergens proef je dat in de schilderijen van Rembrandt en Vermeer: zij missen de Vlaamse zachtheid en uitgestrektheid.

Hoe lang zal België nog bestaan? Een Franse minister van buitenlandse zaken schijnt ooit in de jaren tachtig bij zijn Nederlandse collega te hebben geïnformeerd of deze zijn inlijvingsplan ook klaar had, mocht België uiteenvallen, waarna onze minister hem onbegrijpend aankeek. Dat was van voor de val in 1989, toen grenzen eeuwig leken. Daarna hebben we opnieuw geleerd, dat zelfs volken niet eeuwig zijn (afgezien waarschijnlijk van de Friezen). Een volk gedijt alleen wanneer het zich gedeisd houdt en geen ‘Alleingang’ gaat. Want elk volk, elke staat, elke familie, elke kerk en elke partij is een verdeeld huis; en hoe meer het zich afzondert, des te meer het weer opnieuw verdeeld blijkt. Neem ons eigen volk (dat in het verborgene bestaat bij de gratie van een Belgenmop). Hoe harder wij ons beroepen op onze Hollandse traditie van vrijheid en tolerantie, hoe meer verdeeld wij raken in onze houding t.o.v. onze moslims. Want deze traditie, schoon en waar, kon en kan alleen bestaan dankzij het offer van iets anders. Ooit was dat België. Nu zijn het de moslims. Want zij passen eenvoudig niet in deze traditie, niet als subject dat deze traditie wil overnemen, en niet als object dat door deze traditie gedoogd of bevoogd wil worden. Moslims willen moslims zijn, en geen speelbal voor een denken dat hun vreemd is. En des te zelfgenoegzamer wij op onze vrijheidstrommel pauken, zowel de zonen van Van Gogh als de dochters van de Raad van Kerken, des te dieper onze taalgrens wordt.

Voor de PKN, die zich graag beroept op het protestantisme, ligt hier een immense opgave en uitdaging. Oranje leeft, maar God en Nederland hebben afgedaan. (Zoals de Hema en het Kruidvat ook in buitenlandse handen zijn.) Maar wat is ons protestantisme zonder God en de Nederlandse polder?

Laat nu België uitkomst bieden. Dat rommelige, rafelige landschap van Vlaanderen met zijn lege kanalen is een landschap dat lijdt. Toen Nederland zich afzijdig hield, stierven de Vlamingen bij bosjes voor Duitsers op hun doortocht. Het Nederlandse landschap, met zijn dijken, sloten, vestingwerken en tuintjes lijkt daarentegen alles op orde te hebben. Maar het heeft ook iets van een aangeharkte speeltuin, terwijl het Vlaamse land wijd openligt voorbij de grenzen.

Alleen als onze kerk wil lijden aan de wereldkerk, dat is de Romana, en niet haar eigen waarheid democratisch-zelfgenoegzaam stelt naast háár vermeende waarheid, heeft zij nog iets te melden. De Unie van Atrecht en Utrecht waren niet meer dan tijdelijke grenzen. Hoe vreemd het misschien ook klinkt: ook de Hollandse tolerantie heeft een beperkte houdbaarheid.

WtB