Commentaar (In de trein)

logo-idW-oud

 

COMMENTAAR (In de trein)

De laatste tijd maak ik vrij vaak gebruik van de trein. Vroeger legden de mensen hun koffers in het bagagenet. Nu bieden moderne baggagenetten meer ruimte dan vroeger, maar alleen een enkeling maakt er nog gebruik van. De meeste mensen zetten hun tas naast zich op de bank of ergens op de grond. Het fraaist zjn militairen die een enorme plunjezak op twee zitplaatsen tegenover zich leggen, een grote tas naast zich leggen en zelf als een zak zout op een vierde plaats gaan hangen. – Als je er iets van zegt zijn sommigen wel inschikkelijk, al zetten ze dan soms hun bagage tussen jouw schenen en de hunne. Anderen beginnen te kreunen en zijn verontwaardigd. Ja, als je je ego zo uit laat dijen dat het vier plaatsen tegelijk in beslag neemt, dan is er echt iets mis.

Vroeger was de conducteur een heer met een pet op, die je om je kaartje vroeg, dat even goed bekeek en het dan knipte. Ook als je maar een korte afstand aflegde kon je er zeker van zijn dat de conducteur langs kwam. Nu heeft geen enkele conducteur zijn pet nog op, hij kijkt even vluchtig op je kaartje en lijkt er vooral op uit te zijn een leuke sfeer in de trein te scheppen. Er komt lang niet altijd een conducteur langs: ik denk dat ik één op de drie reizen zwart had kunnen maken. – Toen een paar jaar geleden de privatisering pas begonnen was maakte ik eens een praatje met de conducteur. Hij bleek geschokt te zijn door de privatisering: ze waren allemaal in een grote zaal bij elkaar geroepen, iemand van de directie had meegedeeld dat het staatsbedrijf in particuliere handen over zou gaan en er was óver hen zónder hen beslist. Vroeger was wie bij ‘het spoor’ werkte in feite een ambtenaar en had bestaanszekerheid, de conducteurs waren, althans voor mijn besef, een elite en dat was allemaal met één klap weg!

Maar er zijn ook andere ontwikkelingen. Op 1 januari van dit jaar kwam het rookverbod. Ik dacht: je zult nu ruzies zien ontstaan omdat mensen toch een sigaret opsteken, en die ruzies zullen dan door de conducteur in het voordeel van de niet-rokers worden beslecht. Maar ik heb de eerste zes maanden van dit jaar niets van dien aard gezien. Aan strenge controle door de conducteurs kan het niet liggen: zie boven. Balkenende kan gerust zijn: het valt ook wel eens mee met ons aller normbesef. -Volledigheidshalve vermeld ik dat ik op zaterdagavond nooit in de trein zit op het beruchte traject Amsterdam C.S. –Zaandam.

Mijn moeder heeft mij ingeprent dat ik op moest staan voor oude mensen, vrouwen en meisjes. Ik heb dat braaf gedaan en kreeg dan bijna altijd een vriendelijk lachje. Maar nu ben ik blijkbaar zelf krakkemikkig, want er staan nu zelfs jonge meisjes voor mij op! Jongeren over wie uit ‘een onderzoek’ is gebleken dat ze heel individualistisch zijn en zich nergens om bekreunen! Die krijgen nu eens een vriendelijk lachje van mij.

De mensen veranderen niet altijd in hun voordeel, maar soms plaatsen ze je weer voor verrassingen. Je moet de mensen nooit afschrijven.

Eigenlijk staat dat al in het evangelie.

AAS