Commentaar (Protestants)

logo-idW-oud

 

Commentaar (Protestants)

In Horizon, het blad van de Protestantse Gemeente in Amsterdam, vertelde Ellen Hoogakker onlangs waarom ze van rooms-katholiek protestants geworden was. Ze is rooms-katholiek opgevoed, maar haar ouders deden er niet veel aan: dat was dus geen goed voorbeeld. Als kind was ze met een vriendinnetje eens gaan kijken bij de uitgang van de protestantse kerk, om een hoekje, want ‘je wist maar nooit’. Op de middelbare school hoorde ze dat protestanten op zondag hun gras niet mochten maaien en dat ze een ‘moetje’ als een doodzonde beschouwden, maar dat ze verder ongeveer hetzelfde waren als rooms-katholieken.

Toch kreeg ze al gauw het gevoel dat de protestantse kerk meer direct op God en de bijbel gericht was dan de rooms-katholieke. Het ontbreken van een hiërarchie met de paus en zijn bisschoppen vond ze een zegen; er werd geen gehoorzaamheid afgedwongen en je mocht de stem van je eigen geweten volgen.

Toen ze 37 was besloot ze eens een protestantse kerk binnen te stappen en – ze werd daar meteen heel hartelijk ontvangen. Na de dienst werd ze door gemeenteleden thuis ontvangen en al gauw kwamen de twee predikanten van de gemeente op bezoek. Ze ging zich helemaal op haar plaats voelen in de protestantse kerk. Voor rooms-katholieken is kerkbezoek meer een ritueel dat erbij hoort, verder doe je je best goed en aangenaam te leven en dan komt het in het hiernamaals wel in orde. Dat lijkt in bijna niets ‘op de oprechte en onbevangen geloofsbeleving van sommige protestanten’. Ze vond in de gemeente iemand die haar wegwijs maakte, zijn kennis en inzicht hielpen haar en hij leeft vanuit de hechte band die Jezus Christus met hem heeft. In een rooms-katholieke omgeving is een dergelijke geloofsbeleving bijna gênant en ook buiten de kerk kijken de mensen gegeneerd weg als je daarover praat (terwijl ze met gemak praten over meditatie en reïncarnatie).

Toen ik haar verhaal gelezen had dacht ik: ze heeft het wèl getroffen bij haar eerste bezoek aan een protestantse kerk. Ze had ook een kippenhok aan kunnen treffen waaruit een algemeen gekakel opsteeg! Maar zij heeft een authentiek protestantisme aangetroffen, zoals ik dat ook in 1951 in Duitsland meegemaakt heb bij predikanten die tot de Belijdende Kerk hadden behoord: geraakt door Jezus Christus en zich ervan ewust dat ze tot geloof en gehoorzaamheid geroepen waren; verder geen antwoord op alle vragen waar een mens mee zitten kan.

Eigenlijk zou ik deze geloofsbeleving het liefst algemeen christelijk noemen, maar zo ver is het nog niet.

AAS