Over Israël

logo-idW-oud

 

OVER ISRAËL

Dit boek is de dissertatie waarop de in 1960 geboren auteur aan de Vrije Universiteit is gepromoveerd. Wie begint te lezen kan het gevoel krijgen dat hij door de bomen het bos niet meer ziet en het boek terzijde leggen. Maar wie doorzet treft een heel uitvoerige en al even zorgvuldige uiteenzetting aan van het denken van Miskotte, Van Ruler en Berkhof over Israël.

Ik stip een paar punten aan die indruk op me maakten. Miskotte ziet in zijn dissertatie de wederzijdse afhankelijkheid van God en de mens als de kern van het (liberale) jodendom. Deze leer der correlatie is voor hem, gemeten aan het OT, ondanks een hartstochtelijke religieuze manier van doen, blijk van een houding zonder eerbied voor God. ‘De mens – Israël – heeft volgens Miskotte ten overstaan van Gods vrijmachtigheid niets in te brengen en faalt in alles om zijn vrijheid goed te gebruiken’(31). Dat is dus duidelijk, maar Miskottes Het jodendom als vraag aan de kerk uit 1933 is tot op de huidige dag onovertroffen.

Het is moeilijker iets over de visionaire Van Ruler te zeggen dan over de diepgravende Miskotte. Van Ruler zegt: De wet is op zichzelf goed, maar Israël hield zich niet aan de wet, zodat het probleem van de schuld van de mens bleef voortbestaan. ‘Israël heeft God geroepen en uitverkoren, om dit probleem van de schuld in het aanzijn te roepen en aan de dag te brengen. In de openbaring van God aan Israël wordt duidelijk dat de mens niet in staat is het probleem van de schuld op te lossen. Daarom dringt zich de noodzaak van een andere aanpak door God op’ (116-117). De betekenis van de staat Israël is voor Van Ruler niet duidelijk: ‘Steekt er heilsbetekenis in? (…) Met een laatste zekerheid durf ik evenmin ja als nee te zeggen’ (202-203).

Wie de vroegste publicaties van Berkhof vergelijkt met de laatste druk van zijn Christelijk Geloof ziet dat Berkhof blijft zoeken en tasten. In een in 1948 gehouden preek over het oordeel over Jeruzalem (Lucas 13, 33b-35) betrekt hij dit oordeel ook op de kerk. ‘Het oordeel is de roep tot terugkeer. Het oordeel drijft ons naar Christus. Het is vol zegen. Het oordeel is niet Gods laatste woord. Ook deze dagen en jaren van zware oordelen staan nochtans onder het teken van zijn barmhartigheid. Wij hebben dan altijd goede moed’ (221). Treffend is Berkhofs oordeel over de theologie na Auschwitz: ‘Men wil dan wel worstelen om een theologie na Auschwitz, maar niet om een theologie na de terugkeer, hoewel ondergang en terugkeer voor het joodse besef niet van elkaar los te maken zijn’ (235).

De auteur is heel bescheiden en daarom is het niet gemakkelijk om te zeggen op welke punten hij kritiek op de door hem besproken theologen heeft. Maar ik denk dat ik hem geen onrecht doe wanneer ik zeg: hij heeft veel respect voor Miskotte, Van Ruler en Berkhof, maar vindt toch dat ze allemaal op de een of andere manier tekortdoen aan het OT.

A.A. Spijkerboer

A.H. Drost, Is God veranderd? Een onderzoek naar de relatie God-Israël in de theologie van K.H. Miskotte, A.A. van Ruler en H. Berkhof. Zoetermeer, 2007