Is het liedboek van de Kerken ook exportartikel?

logo-idW-oud

Is het Liedboek van de Kerken ook exportartikel?

Ons ‘Liedboek voor de Kerken’ bevat veel gezangen, die uit andere kerken afkomstig zijn. Vooral Ad den Besten en Jan Willem Schulte Nordholt hebben naast hun eigen verzen talrijke vertalingen voornamelijk uit het Duitse en Engelse taalgebied op hun naam staan.

Zou nu ook omgekeerd een reeks liederen van de geboortegrond van ons Kerkboek, de Pietersberg in Oosterbeek, een weg hebben gevonden over onze grenzen?

De enige, die deze vraag exact kon beantwoorden is Henri Mélis, die jarenlang penningmeester is geweest van de Interkerkelijke Stichting voor het Kerklied. Immers hij was verantwoordelijk voor de financiële aspecten van overname door andere kerken van de favoriete hymnen. Uit mij toegezonden overzichten bleek dat bij voorbeeld opname van Nederlandse liederen in Duitse gezangboeken, gering is. In een Beiheft zum Evangelischen Gesangbuch in de voormalige DDR zijn 4 liedboeknummers opgenomen. Het Evangelische Gesangbuch van 1994 heeft er 5. Een zwitsers Katholisches Gesangbuch vermeldt er 3. Een weerklank van het Liedboek in Engeland, Scandinavië, de Eglise Reformeé in Frankrijk is er niet.

Particulier uitgegeven buitenlandse liederenbundels daarentegen hebben wel veel werk van dichters als Barnard, Oosterhuis, Wit e.a. Met name de oostduitse predikant en dichter Jürgen Henkys, een uitstekend neerlandicus, heeft veel vertalingen en bewerkingen uit en van het Nederlands klaargemaakt. In een bundel van ± 1980 ‘Steig in das Boot’ verschenen 29 nummers uit ons Liedboek. In een latere uitgave ‘Stimme, die Stein zerbricht’ (2003) kwamen een 45 Nederlandse liederen terecht, vooral uit het Liedboek en bundels ‘Zingend Geloven’ overgenomen.

Op 27 juni 2004 sprak de Duitse hymnologe Christa Reich in de Oude Kerk te Amsterdam over het eigene van het Nederlandse Kerklied in Duitse ogen. Zij stelde ook direct vast, dat er geen sprake is van een grote stroom Nederlandse liederen, die zich over haar land uitstort. Reich ziet echter wel een langzame en duidelijk groeiende infiltratie: Nederlandse liederen sijpelen de grens over, worden hier en daar opgepakt en zingen zich het hart en het verstand van enkelingen en groepen binnen. Deze beweging wordt sinds 1993 begeleid en gestimuleerd door een oecumenisch seminarie voor het kerklied in het klooster Kirchberg. Vanaf het begin is hier ook een aantal ‘Hollanders’ actief deelnemer. Dit is een clubje van ‘Zingend Geloven’: Marijke Bleij-Pel, Otto Boonstra, Sytze de Vries, Maria Pfirrmann, Christiaan Winter en Pieter Endedijk.

Is het getal vertalingen uit het Nederlands dus betrekkelijk gering, de overname van nummers uit het Liedboek door Nederlandstalige kerken is royaal te noemen. Het ‘Gezangen voor Liturgie’ (r.k.) telt er 60, een bundel van het bisdom Roermond ± 100, de oud Katholieke kerk heeft er ± 80 en een Baptistenbundel een 40. In ‘Schriftberijmingen’ van de Christelijk Gereformeerden vinden we er ±20. ‘Zingt Jubilate’ (Vlaanderen 1977) komt met een aantal van ruim 100. (Terwijl de Protestantse Kerken in België het geheel laten afweten). De Vrijgemaakte Gereformeerde Kerken hebben een deel van de gezangen in het Liedboek voor gebruik vrijgegeven.

In Suriname kwam een bundel voor 3 Kerken in 1999 met 152 nummers uit het Liedboek. In Zuid Afrika moest er toch nog vertaald worden; slechts 3 gezangen kwamen in een gezangbundel terecht.

De afzet van het Liedboek is steeds boven verwachting geweest. In 1973, het jaar van de publicatie, zijn meer dan 1 miljoen exemplaren verkocht. Het totale in gebruik genomen bundels is meer dan 2? miljoen. Het jaarlijkse verkoopcijfer schommelt rond de 20.000.

Een voormalige secretaris-generaal van de Hervormde Kerk, de bekende ds A.H. van de Heuvel, begroette Mélis eens met opmerking: je bent wel de gelukkigste penningmeester in onze kerk. Mélis beaamde dat. Maar ook het omgekeerde geldt: gefeliciteerd Hervormde Kerk met zo’n penningmeester. Mélis was nl. thesaurier van de Stichting voor het Liedboek van 1973 tot 1 januari 2005. Hij was ook de man van de penningen in de Raad voor de verhouding van Kerk en Israël van 1968-1982. Hij heeft het ingewikkelde berekenen van royalties, de verkoop van auteurs- en vertaalrechten, het vergoeden van reis- en verblijfkosten en het klaarmaken van financiële verslagen stipt en getrouw volbracht, zonder computer. Naast hem stonden natuurlijk ook de even vrijwillige voorzitter, secretarissen en medebestuursleden. Hun binnenskamerse arbeid is eveneens niet genoeg te prijzen. We mogen nu, in dit artikel de naam van Henri Mélis noemen als exponent van alle medewerkers aan productie, verspreiding en uitstraling van het Liedboek. Ook zij leverden hun bijdrage aan het zingend geloven in de kerk.

L.A. Snijders