Van de redactie

logo-idW-oud

 

Van de redactie

Een bont palet! Er zijn heel verschillende dingen in dit nummer te vinden. De vaste rubrieken: de meditatie, het commentaar en Tussen al het andere in. Michael Bource gedenkt bij 4 en 5 mei twee ooggetuigen en wat hij schrijft is volstrekt duidelijk. Wie gedenken wij eigenlijk op de vierde mei om acht uur? De miljoenen Joden die door de nazi’s zijn vermoord? De miljoenen Russiche soldaten die de Duitse oorlogsmachine hebben gebroken en daarvoor met hun leven betaald hebben? De meisjes die naar Vlissingen gingen om in een wasserij te werken en die niet meer thuiskwamen omdat ze bij een luchtbombardement werden gedood? Ik weet het niet, maar ik zou de vierde mei wel erg missen als hij zou verdwijnen. – Het gedicht van Gerrit Kouwenaar op blz. 27 zegt in alle stilte erg veel.

Theo de Boer schrijft over Stoker en stelt de vraag of en zo ja, in hoeverre geloof redelijk is. Zijn artikel zal nog door een tweede worden gevolgd. Daan Thoomes vertelt over het gebruik van de rede bij Karl Popper. Popper zegt onde meer dat politici die zich verbeelden te weten waarheen de wereldgeschiedenis zich ontwikkelt levensgevaarlijk zijn.

Rochus Zuurmond is goed op de hoogte van het ontstaan van de Septuagint en zet uiteen dat het allemaal niet zo eenvoudig is als simpele zielen denken. Maarten den Dulk maakt attent op Anne Marijke Spijkerboers boek over de Rembrand platen bij de bijbelse verhalen. Schoch onthult een geheim over zijn verblijf op Hydepark. Het spijt ons dat we het artikel van Inny Visser later publiceren dan de bedoeling was, maar het blijft de moeite waard. Kees Meijer beantwoordt een artikel van Jan Bruin in nr. 4. Van mijn hand een stukje over, of liever gezegd: vóór Hans in Siebelinks Knielen op een bed violen. Laura Reedijk over brieven van Ida Gerhardt. Gemakkelijk in de omgang was deze dichteres niet, maar dichten kón ze.

Johan W. van Hulst over het misbruik dat de christelijke aanhang van Hitler van Luther heeft gemaakt. Houston Stewart Chamberlain – als je niet merkt dat Luther het van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat over de rechtvaardiging door het geloof praat en in de grond van de zaak nergens anders over, kun je beter je mond over Luther houden. Bovendien; als je leest wat Luther in zijn tijd over vorsten en dergelijke schreef kun je er zeker van zijn dat hij, als hij in 1883, en niet in 1483, geboren was op zijn laatst op 30 juni 1934 door de SS in de deur van zijn huis doodgeschoten zou zijn. Op die dag vereffende Hitler veel oude rekeningen.

Tenslotte de aankondiging van een symposium over Noordmans en Augustinus. We hebben die iets moeten bekorten en niet afgedrukt dat op dit symposium de vraag besproken kan worden of “de hang naar nieuwe orthodoxie zich terecht op Augustinus kan beroepen”. Maar alles wat u weten moet om dit symposium mee te maken kunt u op op blz. 30 wel vinden.

Voor wie zulke aankondigingen instuurt: hoe korter, hoe meer kans op plaatsing!

A.A. Spijkerboer