Van de redactie

logoIdW

VAN DE REDACTIE

Of onze aanstaande koning graag Kierkegaard leest voor het slapen gaan, waag ik te betwijfelen, maar wij zijn zo vrij in deze dagen bij hem stil te staan. Op 5 mei is het 200 jaar geleden dat SØren Abbaye Kierkegaard werd geboren. Vijf bijdragen worden in dit nummer aan hem gewijd. De serie over de Christelijke dogmatiek maakt daarmee een pas op de plaats.

Ter gelegenheid van dit Kierkegaard-jaar organiseerde de PThU Amsterdam op 1 februari jl. een congres, waarop onder meer Pieter Vos en Desiree Berendsen spraken. Hun bijdragen nemen we hier op. Vos gaat in op de legitieme vraag of dat sensationele begrip van de ‘enkeling’ bij Kierkegaard enig verband houdt met dat al te bekende begrip ‘individu’ van Hobbes en Rousseau. Berendsen laat zien hoe voorbeeldig Kierkegaard is in het proces van zich als leerling zaken eigen maken: alleen die leraar overtuigt werkelijk die iets ongekends van je vraagt, als God aan Abra-ham. Over God gesproken: Willem Maarten Dekker las de onlangs vertaalde Opbouwende toespraken van Kierkgaard, want Kiekegaard schreef even gelovig als filosofisch. Toch is het jammer dat zijn genie hem in het bevindelijke deel ietwat in de steek liet.

Zoals bekend is ook Barth een tijd ‘in’ Kierkegaard geweest. De titel ‘Kierkegaard en Barth – Scènes uit een huwelijk’ van Udo Doedens (gepromoveerd op K. en betrokken bij de huidige vertaling van diens werk, uitgegeven door Damon) doet vermoeden dat dit verbond niet zonder spanningen is gebleven. Hoe zit het ook al weer tussen Kierkegaard en Barth? De meest kritische toon wordt waarschijnlijk aangeslagen door Susan ten Heuw die, onder verwijzing naar het boek Kierkegaard in discussie van Onno Zijlstra, de zere vinger legt op Kierkegaards, zo Ten Heuw, beslissende en volgens de evangeliën onmogelijke identificatie met de lijdende en stervende Christus. Hierin is Kierkegaard, noch voor ons, noch voor zichzelf, een goede leermeester geweest. Het tweede eeuw-feest van Kierkegaard vieren is je maar één keer als mens gegeven. En al is er meer te zeggen, dit hebben wij ervan gemaakt.

Maar wat is herdenken? Coen Constandse mengt zich opvallend in het huidige debat over 4 en 5 mei: wie wil her-denken kan niet pleiten voor verzoening en verbroedering, en hopelijk zijn we daar ook nooit aan toe. Axel Rooze stuurde eerder een gedicht voor de veertigdagentijd, maar het past hier heel wel bij. Zelf schreef ik ook iets over ge-denken, zij het op huiselijker maat.

At Polhuis gaat in op de reacties die zijn artikelen over Ateek hebben opgeroepen. We sluiten hiermee de discussie af. Die over de paus lijkt daarentegen geopend. Gerard van Zanden komt uit bij Breukelman én Franciscus I, en Gerrit Meeuwissen stelt vragen aan Dekker. Er kwamen meer reacties hierop binnen – u hoort van ons.

Dit alles prachtig ingeklemd tussen een meditatie over Gods onveranderlijkheid van Machteld de Mik en een com-mentaar over de loosheid van onze dromen door At Polhuis: wij hebben een koning die regeert.

In de Waagschaal – houdt het simpel met vlag en wimpel Wessel ten Boom