De schenking van Constantijn

logo-idW-oud

De schenking van Constantijn

Een leuk stukje kerkgeschiedenis: keizer Constantijn de Grote zou een stuk getekend hebben dat hij alle macht aan de paus overdroeg. Volgens latere humanistische onderzoekers was dat stuk vals. Ja, maar het had wel eeuwen lang zijn werk gedaan en dat is ook belangrijk.

Heel veel romeinse tradities zijn op de kerk overgegaan, ik denk aan de geest van het romeinse leger, bewaard in de benedictijner kloosters, aan de titel pontifex maximus voor de paus van Rome en ik denk aan flarden liturgische teksten, die een reminiscentie hebben aan romeinse geschiedenis. Ach, je kon van mindere afkomst zijn.

In ons blad kijken we vrijmoedig, met dank aan Genève en Basel, tegen de dingen aan. Maar Karl Barth was groot genoeg om eens in Rome op bezoek te gaan en hij heeft er duidelijk van genoten, ad limina apostolorum. Van Rome kun je leren dat de kerk er niet alleen is voor kruideniers en fiscalisten en verzekeringsagenten, maar ook voor wielrenners, filmsterren en politici van de gehele wereld. Ik hou wel een beetje van Rome en wie dat niet kan, is eigenlijk van zijn wortels afgesneden.

Hoe heeft de laatste paus het gedaan? Tja, zoals alle mensen, er was goed en er was slecht. Hij was een briljant acteur en aantrekkelijke persoonlijkheid, een wereldreiziger en een charismaticus. Maar in Polen vonden de mensen hem aardiger dan in Chili. De paus is echt een vader en dus lopen niet alle kinderen met hem weg.

Van Nederland begreep de paus niet veel, maar dat is ook een raar land. Ze zijn daar roomser dan de paus of ze lopen massaal bij hem weg, een soort vadercomplex zou ik zeggen. Met een zekere ontroering denk ik terug aan kardinaal Alfrink die zoveel geleden heeft om de band met Rome vast te houden. En op lange termijn zal blijken dat hij daar goed aan heeft gedaan.

Voor de rest: al die ambten, tot en met de stoel van Petrus, val er maar niet van om.

Hij is de rots, maar rotsen wankelen, zegt de Schrift. Hij hoorde de haan al eens kraaien en veel later, in Rome, wilde hij voor het gevaar andermaal op de loop. Maar hij ontmoette de Heer die vroeg ‘quo vadis? ‘? Toen is hij maar terug gegaan.

Mijn laatste gedachte geldt J.J.Buskes, die in In de Waagschaal heel mooi geschreven heeft over monseigneur Bekkers en over paus Johannes XXIII. Ruimhartig proza en niet beducht voor eigen gelijk.

Buskes kon goed schrijven, vind ik.

Bernard Prakke