Wat verborgen is (Math. 6: 16)

logo-idW-oud

 

WAT VERBORGEN IS

Matth. 6 : 16 ‘Wanneer gij vast, zet dan geen somber gezicht zoals de schijnheiligen. Zij verstrakken hun gezicht om de mensen te tonen, dat zij aan het vasten zijn.’

Wij spreken wel van verborgen verdriet. Voordat het ooit naar buiten komt, wat de zieledokters zo graag willen, moet het eerst verborgen zijn.

Nog treffender is dat men ook spreekt van verborgen tranen. De mensen die ze vergieten weten van niks, maar God is de pottenbakker, die onvermoeibaar kruiken maakt, om die tranen in te stoppen.

Jezus en het verborgene hebben veel met elkaar te maken. Nergens lezen we : ‘En Jezus besloot een persconferentie te geven.’ Maar regelmatig wordt ons medegedeeld : ‘En wederom trok Jezus zich terug in de bergen, biddende en vastende, geheel alleen.’ Was Jezus dan burn out? Nee, dat was hij niet. Hij was alleen, om burn out te voorkomen.

In het land der theologen geeft de verborgenheid de doorslag. Het gaat meestal niet om wat men zegt, hoe mooi opgetuigd of gewild sober het er ook staat, in boek of tijdschrift. Het gaat om de dingen die verborgen waren en die men dan zegt, als de tijd er rijp voor is. Een wereld gaat voor ons open als wij horen zeggen : ‘De schepping is een plek licht rondom het kruis.’ Daar hebben wij met rechte theologie te maken, want zij laat veel in het donker en treedt dan plots naar voren. En alles wat wij van node hebben, zit erin.

De kloosters in ons land zijn dun bevolkt, maar veel bezocht. Als men daar veel geweest is, kan men zelf kloosterlijk gaan leven. Dat is een zegen. Bij de repetitie van het Toonkunstkoor zoekt men niet het rumoer van de koffie, maar schuift, ruim op tijd gekomen, in stilte in de bank en mediteert wat.

Deze zomer dirigeerde Herbert Blomstedt (80) in Amsterdam het Europees Jeugd Orkest. Blomstedt lijkt heel erg op Hendrik Berkhof, een noordelijke man en toch vrolijk en vol humor. Levendig in gestiek.

Een zeker hooggeplaatst persoon was er ook, daar zij de europese eenheid is toegedaan. Maar zij liet het Wilhelmus in het verborgene en ging gewoon zitten. Blomstedt dirigeerde Bruckner 7, de eerste symfonie van de meester, die succes had, na 6 échecs. Toen de muziek voorbij was, dirigeerde Blomstedt de stilte. Wat was dat mooi. Hij gaf het applaus pas vrij toen alles in het verborgene nog een laatste keer geklonken had.

De volgende dag was er een blote vrouw van 10 meter breed op de zijkant van een vrachtwagen. Moet kunnen? Ja, dat wisten wij reeds, kunnen doet zoveel. Maar moet het ook? Hoort die vrouw daar, is ze dan op haar best? Nee, dat is ze niet. Zij hoort in het verborgene, net als haar minnaar. Ik ben blij dat er zoveel moslims onder ons wonen. Die weten nog dat je iets kunt bedekken, omdat het zo mooi is.

Abraham de kleine was een politicus in ons land, die koketteerde met zijn verborgenheid. Dat was niet goed van deze –politicus. Hij sprak van een boetekleed, dat hij wenste aan te trekken. Maar het stond hem ook zo goed, dat was jammer. Was het toch nog steeds een maatpak.

Abraham de grote werd een halve eeuw eerder dood geschoten door iemand die de publiciteit zocht. Liever berucht dan verborgen, moet de schutter gedacht hebben. Aan het sterfbed van Lincoln in 1865 stond zijn minister van defensie. De legende wil, dat deze het meest moest huilen van allemaal. Tijdens de verkiezingen had hij vreselijke dingen van Lincoln gezegd, de president benoemde hem toch, ondanks verborgen vermaning om het niet te doen. En de openbaring kwam in het aangezicht van de dood. Stanton was ontroostbaar. Ik geloof die legende en put er kracht uit.

Het liedboek zegt het zo mooi. Als alle tussentijdse zangen versleten zijn, zal het liedboek uit het verborgene terugkeren. En zeker met lied 439, het lievelingslied van Schleiermacher :

‘Hoe glanst bij Gods kindren het innerlijk leven,
al zijn zij door zonlicht en regen verweerd.
Wat hun door de Koning des lichts is gegeven,
Dat houden zij teder naar binnen gekeerd.’

Bernard Prakke