Laat af en weet dat ik God ben (Psalm 46: 11)

logo-idW-oud

 

LAAT AF EN WEET DAT IK GOD BEN… (PSALM 46:11)

Etty Hillesum sprak onderweg naar Westerbork over de Heer als haar hoog vertrek. Een kamer, waar men niet gemakkelijk doordringt. De ruimte waarin het schepsel mag verkeren met zijn Maker. Je zoekt het aangezicht Gods en tegelijk de bodem van jezelf.

De nodige gedachten drijven eerst nog voorbij in dat hoog vertrek. Onrustige en boze en dan ook weer bezorgde of verwarde gedachten. Het is wat het is, maar God weet wat je behoeft en hij komt dat zelf brengen.

Wie preekt in de kerk, moet van die verwarring weten, maar de teneur van de preek is het hoog vertrek, waar elke ziel luistert naar de stilte. Een goede preek maakt de stilte hoorbaar. Zoals echt mooie muziek de stilte erachter doet vermoeden.

Wij komen in de kerk met flarden van gedachten, onze zorgen en bezigheden. Zij trekken voorbij, ook tijdens het horen van de preek.

De zoon des Mensen trok zich vele malen terug in de bergen, om de gedachten aan God ruimte te geven. Mediteren is kijken wat je aantreft en in Gods hoog vertrek overwegen hoe het nu verder zijn zal. Als Jezus geen stilte had betracht bij de aanvang van zijn lijdensweg, dan was het nooit geworden wat het moest zijn.

Ik prevel en murmureer, maar het is praten met God en daarom hoor ik de stilte. Al het andere houdt even op, mijn levensweg is een vraag en ik zoek bevestiging. In de stilte komt het antwoord. In het gemiddelde Nederlandse klooster, bij de getijden en in de eucharistie, daar is zoveel stilte, dat de gezegde teksten niet opstoken en verontrusten, maar los en ontvankelijk maken.

Kom maar, luister en vertel maar. Het is zoals het is. En God zal je toespreken. Als je benauwd bent, schenkt God ruimte.

Al verplaatste zich de aarde, we zijn nu bij God, die verheven is. Door Hem worden wij in de ruimte gezet.
Je kunt ook mediteren zonder te kunnen lezen en schrijven. In onze omgang met het boeddhisme komen wij rijke tradities van reflectie tegen, ook die welke steunen op afbeeldingen van de staat der ziel. Daar komt geen tekst aan te pas. Wel dient men enkele sleutelbegrippen te kennen. Men kan ook mediteren met het lichaam, door zich het eigen lichaam bewust te laten worden. En dat lichaam heeft zijn eigen taal. Die nimmer liegt.

Oepke Noordmans heeft jaren lang zijn innerlijke rust gezocht en niet gevonden. Totdat een brugwachter verscheen, die hem masseerde en zijn eigen lichaam liet voelen.

Wie daarom met zich zelf in vrede leven wil, leze nog eens de delen 9A en 9B van Noordmans Verzamelde Werken. De brieven. De liefde tussen Oepke’ s ouders en hun zoon. De volharding van de hoop, dat het toch eens goed zou komen. De sprake over de kippen en hun eieren, zo goed als dat de ouders blijven hopen op de dag van Oepke’s intreedienst.

Het is er van gekomen.

Laat af en zie dat God God is. En hoe troostrijk dat is. En hoe wij ons lijf moeten respecteren als het ontvangcentrum van dat lang verbeide bericht: De Heer is met u.- Vrees niet. Hij is ten zeerste bevonden een hulp in benauwdheden.
Een vaste burcht.

Bernard Prakke