Hans Christian Andersen 1805-1875

logo-idW-oud

Hans Christian Andersen 1805-1875

Het is het Andersen-jaar, ook in ons land. Prinses Laurentien is speciaal gezant voor de sprookjesschrijver en Joost Prinsen, een hele grote onder de kleinkunstenaars, heeft maar liefst 9 cdees ingesproken met sprookjes van de meester uit Denemarken.

Andersen werd in 1805 in Odense geboren. Hij werd een eenzaam jongetje, dat trok naar het theater. Dat wil zeggen: het theater lokte als podium om zijn zieleleven te tonen en zelf te beleven. Hij ging ook schrijven en zijn debuut viel ongeveer samen met dat van Heine. Maar Andersen was veel introverter dan zijn Duitse tegenvoeter.

In Engeland denkt 80 % van de mensen dat “Het meisje met de zwavelstokjes van Dickens is maar het is van Andersen. De Deense auteur heeft de Engelse collega wel bezocht, Dickens vond dat hij te lang bleef logeren en werkte hem de deur uit.

Sprookjes waren een volksgenre en dat heeft Andersen opgepakt. Zo werd hij een van de vaders van de moderne psychologie, de school van Jung heeft veel op met sprookjes. Heel onze politiek en sportjournalistiek heeft het woord (lat.) Momentum ingevoerd, het punt waar de wedstrijd kantelt en het gewicht bij de andere partij komt te liggen. Een echt momentumverhaal is De Varkenshoeder van Andersen, waar de prinses haar neus optrekt voor de man die ze later gehad zou willen hebben maar toen was het te laat.

Sprookjes zijn romantisch, binnenskamers protest tegen een anti-revolutionaire geest. Men mocht in Europa tijdens Metternich niet veel, vraag het maar aan de mensen van de Asfscheiding 1834, wat ze van de overheid te duchten hadden. Maar binnen broeide het, je kon in sprookjes prachtig verstoppen wat je te zeggen had. De volkstaal werd overgenomen en er ontstonden vertellingen van een ongehoord hoog literair niveau.

En het leuke ervan zien we nog steeds bij meneer de uil en Sesamstraat: de grote mensen vinden het minstens zo leuk als de kleine.

Andersen heeft veel gereisd. Bleef een eenzame man. Men oppert dat hij van de herenliefde was, het zou kunnen. Zelf zei hij er niks over. Getrouwd is hij nooit. Op zijn reizen was hij twee keer in Nederland, in 1847 en in 1866. Hij genoot van Artis en in het bijzonder de nijlpaarden. Jacob van Lennep introduceerde hem, zoals hij later betrokken was bij de lancering van de eersteling van Douwes Dekker.

In De nieuwe kleren van de keizer heeft Andersen een monument geschapen voor alle napraters in ons midden. Maar een kind onthult dat alles gaat om gebakken lucht. Aan de hand van Andersen kun je een hele goede parlementaire journalist worden. Wat dacht u van de kleine zeemeermin die zoveel te zeggen heeft maar het niet meer kan?

Zij mag haar bron niet prijs geven en daarom begrijpt de prins maar niet wie ze is.

De sprookjes van Bomans en Annie MG Schmidt zijn schatplichtig aan Andersen. Tal van maatschappelijke observaties liggen daarin opgeslagen.

Een argument tegen de sprookjes bij de kerkelijke orthodoxie is dat ze niet echt gebeurd zijn. Maar dat is een misvatting. Ze zijn bij uitstek precies zo gebeurd en gebeuren steeds weer. Maar er zijn dingen die je alleen verhuld kunt zeggen. De tegenpool van openbaring is verhulling en het een kan niet zonder het ander.

Als God ons thuis brengt uit onze ballingschap, dat zal een droom zijn. Dat zal een sprookje zijn. Een sprookjesboek moet zo weinig mogelijk plaatjes hebben, want die vullen teveel in. En wat is een sprookjeshuwelijk? Iets zonder schaduwkanten? Dan begrijpt men het sprookje niet. Voordat het verlossende woord klinkt (en zij leefden nog lang en gelukkig) is er heel wat leed doorstaan en zo is het leven immers.

De bijbel kent een aantal sprookjes, en daar wordt veel gedroomd. Het sprookje vraagt om inzicht en geloof, ook om herkenning. Het onthult voor wijzen en verstopt voor de dwaas. Openbaring, het laatste bijbelboek, is een dramatisch sprookje.

Andersen wordt wereldwijd gehuldigd en geprezen. Hij verdient het. Juist verlegen en vaak ongelukkige mensen, eenzame mensen verrijken hun lezers met hun pennevruchten. Want wat het leven is, kan alleen verteld worden door iemand die eraan geleden heeft.

De prinses op de erwt, het tinnen soldaatje, de keizer en de nachtegaal, ze zorgen voor zoveel momentum, dat ze iedere generatie opnieuw te pakken nemen. En hoe hadden wij onze jeugd moeten verwerken als het lelijke jonge eendje er niet was geweest?

Bernard Prakke