De opkomst van Azië

logo-idW-oud

 

DE OPKOMST VAN AZIË

Na lang politiek getouwtrek werd dezer dagen in Amerika toch besloten de Amerikaanse auto-industrie een krediet te verstrekken. Zo hoopt men te voorkomen dat deze industrie uit Amerika verdwijnt. Naast de sombere berichten over GM, Ford en Chrysler vallen de hoopvolle over de Japanse en Koreaanse automerken op. Zij blijven overeind, terwijl de andere dreigen om te vallen. Opmerkelijk!

Deze situatie lijkt een goede illustratie bij het in 2008 verschenen boek van Kishore Mahbubani ´De eeuw van Azië, een onafwendbare mondiale machtsverschuiving´. In dit boek beschrijft Mahbubani de onstuitbare opkomst van Azië en met name China en India als nieuwe economische en politieke grootmachten. Hun opkomst betekent vanzelf het einde van de Westerse, en met name Amerikaanse hegemonie. Met talloze voorbeelden staaft Mahbubani deze stelling. Het is een interessant boek, de moeite waard om te lezen.

Wat opvalt is zijn optimisme. Machtswisselingen in de wereldgeschiedenis gaan bijna altijd gepaard met bloedige conflicten. Dat kan ook gebeuren nu China en India hun positie in de wereldorde gaan opeisen. Mahbubani voorziet evenwel geen nieuwe oorlog. Hij legt uit dat er voor het eerst in de wereldgeschiedenis een reële kans op een stabiele wereldorde is. Wereldvrede ligt in het verschiet als de door hem geschetste ontwikkeling met name door het Westen toegejuicht in plaats van veroordeeld of bestreden wordt.

Mahbubani is een door de wol geverfde Aziatische diplomaat. De visie op de wereld en met name op het Westen wordt er door bepaald. Verrassend is het dan dat hij, sprekend vanuit Oosters perspectief, het Westen niet afkraakt als overheerser of imperialist. Integendeel, hij waardeert de in de Westerse geschiedenis ontwikkelde waarden. Het zijn met name die waarden die aan de oosterse opkomst ten grondslag liggen. He Oosten is schatplichtig aan het Westen. Juist dat moet het Westen ontspannen maken ten opzichte van de Oosterse opkomst.

Behalve optimistisch en verrassend is het boek ook prikkelend. Na de gevoerde discussie over de mensenrechten in China is het bepaald een prikkelende stelling dat China aanvoerder is van de Aziatische opkomst. De Chinese opkomst is verbluffend, de democratisering is nog nooit zo groot geweest in de Chinese geschiedenis en met de mensenrechten komt het ook wel goed. Dezelfde lovende woorden over India. Door de opkomst van deze landen zijn de afgelopen decennia meer mensen uit de armoede bevrijd, dan in Afrika wonen. Ook over Iran spreekt Mahbubani aanzienlijk positiever dan we in het Westen gewend zijn. Zo wordt er dus in het Oosten naar deze landen gekeken. Het is de moeite waard er kennis van te nemen.

Kern

De kern van Mahbubani´s betoog is de paradox die hij op p. 281 van zijn boek formuleert. ´De paradox is dat Noord-Amerika en West-Europa tezamen, meer dan enig andere mogendheid, verantwoordelijk zijn geweest voor het ontketenen van de krachten van globalisering. Nu aarzelen zij om de gevolgen ervan onder ogen te zien en staan ze (niet) toe dat het principe van de democratie de bepalende factor wordt in de het bestuur van belangrijke mondiale organisaties.´ In zijn hele boek klinkt de verbazing over deze aarzeling door. Als het Westen zijn eigen waarden serieus neemt, zou het de ontwikkelingen moeten toejuichen. Waarom is er geen vreugde dat nu ook andere samenlevingen dezelfde waarden overnemen die tot de Westerse welvaart geleid hebben? Waarom die angst? Hoe kan het Westen van die angst bevrijd worden? Het zijn vragen die in het boek aan de orde komen. Maar eerst aandacht voor de paradox die hij beschrijft.

In hoofdstuk 2 van zijn boek benoemt Mahbubani de succesfactoren van het Westerse model. Hij onderscheidt er 7: de vrijemarkteconomie, de natuurwetenschappen en technologie, de meritocratie – het principe dat ieder individu ongeacht zijn afkomst gelijke kansen heeft –, het pragmatisme – het zich aanpassen aan zich wijzigende omstandigheden –, de cultuur van vrede, de rechtszekerheid – niemand staat boven de wet – en het onderwijs. China en India nemen in hoog tempo deze waarden over. Japan deed dat al veel eerder. Zij komen om met Mahbubani te spreken met grote snelheid de moderniteit binnen. Het Westen draagt dus veel, zo niet alles bij aan deze ontwikkeling. Zo gaat Mahbubani uitvoerig in op de enorme invloed die het onderwijs op deze ontwikkeling gehad heeft. Talloze Aziatische studenten hebben kennis vergaard op de Westerse en met name Amerikaanse universiteiten. Met cijfers laat hij zien dat deze studenten in grote meerderheid weer terugkeren naar hun geboorteland. Er is geen sprake meer van een braindrain. Op sommige plaatsen is een omgekeerde ontwikkeling gaande. Westerse studenten die naar het Chinese universiteiten trekken.

Deze ontwikkeling blijft niet beperkt tot China en India. Uitvoerig gaat Mahbubani in op de ontwikkelingen in de Islamitische wereld. Zelfs in het in Westerse ogen verfoeilijke Iran zijn ontwikkelingen gaande die op deze Westerse verworvenheden gestoeld zijn. Blindstaren op het Islamitische fundamentalisme heeft dan ook geen enkele zin. Het is contraproductief. Het roept juist de krachten op die men in het Westen wil bestrijden.

Gevolgen

De opkomst van het Oosten, op basis van de Westerse waarden, heeft verrijkende gevolgen voor de wereldsamenleving. Deze gevolgen zijn voelbaar op politiek en economisch terrein. Op het wereldtoneel zijn er nieuwe spelers bijgekomen. Niet langer zijn het de overwinnaars van WOII die alles bepalend zijn. Deze nieuwe spelers dringen aan op medezeggenschap in de VN en met name de Veiligheidsraad, in het IMF en de Wereldbank. Mahbubani kritiseert het starre vasthouden van de huidige machthebbers aan hun verworvenheden. Waarom niet China en India opnemen als permanente leden van de Veiligheidsraad? Waarom moet Europa met twee veto-stemmen daarin vertegenwoordigd zijn? Eén stem voor de hele EU is voldoende. De democratie die intern in het Westen gewaardeerd wordt, behoort ook in de internationale verhoudingen te gelden. Daar kan het Westen met zijn democratische traditie toch niet tegen zijn?

Op economisch gebied moeten de handelsbeperkingen die gericht zijn op het beschermen van de interne markten van het Westen opgeheven worden. Er dient een zo groot mogelijke vrijhandel te zijn. Daarvoor heeft volgens Mahbubani met name Amerika tot voor kort altijd gepleit, maar nu is het protectionisme weer in opkomst. De opkomst van Azië betekent grote economische veranderingen in de wereld, die voelbaar zijn in de Westerse samenlevingen. Daar moet met de voor het Westen kenmerkende creativiteit op gereageerd worden.

Uitvoerig gaat Mahbubani in op de reactie van het Westen op de genoemde ontwikkelingen. Die is tot op heden niet erg gelukkig geweest. Dan volgt in het boek in zekere zin het bekende rijtje. Het is fout gegaan in het Midden Oosten door de Amerikaanse aanpak, met name de onvoorwaardelijke steun aan Israël. Irak is het meest recente voorbeeld van de verkeerde politiek, om over Iran maar te zwijgen. Verder noemt Mahbubani de Westerse reactie op de onderhandelingen over het vrijhandelsakkoord en de klimaatbeheersing. Ook de weigering om macht op te geven in de Veiligheidsraad, IMF en Wereldbank laten de angstige reactie van het Westen zien, een reactie die uiteindelijk tot een catastrofe kan leiden.

Hoe anders?

De kans is dus aanwezig dat door de opkomst van Azië een onveilige wereld ontstaat. De meerderheid van de wereldbevolking pikt het niet langer dat zij geregeerd wordt door een minderheid. Dat scenario is mogelijk, maar niet noodzakelijk. Dat is het optimisme van Mahbubani. Daarvoor heeft hij zijn boek geschreven. Er is een historische kans op wereldvrede. Die kans is niet irreëel. Het Westen hoeft niet te reageren zoals het doet. Het kan anders. De krachten daarvoor liggen in de Westerse waarden zelf. Op p. 297 vat Mahbubani dat samen. Het gaat er om dat het Westerse optimisme over de toekomst van de wereld hersteld wordt. Dat gebeurt als westerlingen ´alle ideologische bagage die ze in de verschillende periodes van westers triomfalisme hebben verzameld overboord zetten en ophouden te denken dat ze de wereld naar hun eigen beeld kunnen hervormen´. Het Westen moet opnieuw pragmatische leren denken. Dat is voor Mahbubani het sleutelwoord voor de juiste Westerse keuze op de Aziatische opkomst. Niet ideologie, maar een nuchtere analyse van de werkelijkheid leidt tot een betere wereld.

Tot slot

Het boek van Mahbubani is de moeite van het lezen waard. Voor westerlingen wordt helder uiteengezet hoe oosterlingen tegen de wereld en het Westen aankijken. In principe is dat dus positief, maar door een verkeerde Westerse reactie kan die houding snel omslaan. Het is duidelijk dat Mahbubani bij het schrijven van zijn boek met name de periode Bush in zijn hoofd heeft. Diens beleid is in zijn ogen door ideologische bevangenheid bepaald geweest. Of dat met Obama anders zal zijn, moet nog maar afgewacht worden. Het optimisme is er. Om dat politiek te vertalen kan dit boek behulpzaam zijn.

At Polhuis