Angstige burgers

logo-idW-oud

 

ANGSTIGE BURGERS

Het is mij niet vaak overkomen dat ik als angstige burger getypeerd werd. Het overkwam mij nu als ondertekenaar van de brief van onder andere Hebe Kohlbrugge aan de Synode van onze kerk. InVolzin vindt Jan van Hooydonk de brief naar angst ruiken: angst voor de islam, angst voor de confessionele identiteit van de PKN en angst voor andersdenkende Christenen. In ons blad zijn het Mirjam Elbers en Ad van Nieuwpoort die hetzelfde stellen. Zij willen zich niet door angst laten leiden. Angst die zij belichaamd zien in de partij van Wilders. ‘Een partij die op vele vlakken parallellen vertoont met de nationaal-socialistische partij in de jaren dertig.’ Daartegen dient volgens hen de kerk haar stem te verheffen. Niet de moslims zijn het probleem maar Wilders. Om die reden vindt ook Van Hooydonk de genoemde brief een gemiste kans.

Laat ik het maar toegeven. Ik ben inderdaad zo’n angstige burger. Net als vele anderen (Christenen en niet-Christenen) die ik de afgelopen jaren gesproken heb voel ik angst als ik met de Islam in Nederland in aanraking kom. Als ik de reacties van Van Nieuwpoort, Elbers en Van Hooydonk lees, wordt die angst er niet minder door. Integendeel, zij neemt er door toe. Ik hoor de bohemien spreken, zoals die door Coen Wessel in ons blad raak getypeerd is. De bohemien die neerkijkt op de in zijn ogen bekrompen, angstige kleine man. De bohemien die zich al vast voorbereidt op de rol van de dappere verzetsstrijder, tegen de nieuwe NSB en de nieuwe Führer. Dat maakt mij boos.

In de reactie van Van Nieuwpoort en Elbers staat één zin die ik wil onderstrepen, maar die zij zelf niet echt serieus nemen. ‘..dat betekent ook het gesprek zoeken met mensen waar je het misschien helemaal op vele vlakken inhoudelijk niet mee kunt vinden.’ Hoor ik daar dan niet meer bij en met mij de vele andere angstige burgers, zo vraag ik mij af. Waarom wel het gesprek zoeken met ‘allochtonen’ (moet zeker gebeuren) maar niet met mij? Waarom mij en die vele anderen in onze samenleving al weggezet als angstige NSB’ertjes, zonder dat er een serieuze poging gedaan is de angst te verstaan?

Ik begrijp dat niet en zeker niet van pastores. Een van de eerste dingen die je in het pastoraat leert, is dat angst verdwijnt als die benoemd en herkend wordt. In de genoemde reacties op de Open Brief hoor ik op geen enkele manier dat dat gebeurd is. De angst wordt weggehoond, is onterecht. Het is dezelfde reactie die in de politiek telkens opnieuw de boventoon voert als het om de ‘bestrijding’ van Wilders gaat. Alsof hij het probleem is. Niet de oorzaken van de angst worden aangepakt, maar de symptomen. Het levert niets op. Het wordt bijna dagelijks bewezen.

Laat ik er iets dieper op ingaan. Zelf heb ik jarenlang intensief met Marokkanen samen gewerkt. De meesten waren aardige, gemoedelijke mensen. Tot op de dag van vandaag onderhoud ik vriendschappelijke banden met hen. Toch is er ook bij mij argwaan ten opzichte van de Islam gegroeid. Dat is gekomen door 9/11, de moord op Van Gogh, de aanslagen in Londen en Madrid. Opeens kreeg in onze samenleving de Islam een gezicht. Ik moet zeggen, dat ik het eerder had kunnen weten. Vluchtelingen uit Islamitische culturen hadden mij meer dan eens voor dit gewelddadige gezicht van de Islam gewaarschuwd. Ik wilde het niet waar hebben, maar na deze gebeurtenissen kon ik er niet onderuit.
Sindsdien is de Islam onderwerp van gesprek in onze samenleving en terecht. We hebben er eerder in In de Waagschaal een nummer aan gewijd. Is het geweld van de Islam een uitvloeisel van een bepaalde opvatting of behoort het tot de kern van het geloof? We willen het eerste, maar de kans dat het laatste waar is, is groter.

De toen gezaaide angst is daarna niet minder geworden. Is onze rechtstaat wel bestand tegen de voortdurende dreiging van een zekere islamisering van onze samenleving? Gaat onze elite niet al te naïef met een beroep op ‘liefde voor de ander’ en soortgelijke termen mee in een gevaarlijke ontwikkeling? Biedt de kerk wel weerstand daartegen? Houdt zij overeind wat ons, ondanks al onze verschillen, lief is?

De angst is met name niet minder geworden door de reacties vanuit de islamitische gemeenschap zelf. Ik geef onmiddellijk toe: de kritiek is vaak erg hard geuit. Toch mag dat geen argument zijn telkens opnieuw in de slachtofferrol te kruipen. Klip en klaar zal duidelijk gemaakt moeten worden dat men in Nederland en in deze rechtstaat wil leven. Steeds weer opnieuw. Het is niet anders. Die geluiden hoor ik maar betrekkelijk weinig. Juist die geluiden wil ik horen en niet alleen ik. Ook voor mensen als Aboutaleb, Markouch en in mijn eigen deelgemeente Karisli is dat belangrijk. Te vaak horen zij vanuit hun eigen ‘achterban’ dat zij overlopers zijn.

Reacties zoals van Van Nieuwpoort en anderen bevestigen de slachtofferrol waarin men zich comfortabel voelt. Heb ik dan geen begrip voor de Moslims en Moslima’s die hard aangepakt worden en zich telkens opnieuw moeten ‘bewijzen’? Zeker wel! Kritiek is niet aangenaam, vooral niet als die als onterecht ervaren wordt. Daar weet ik als christengelovige alles van. Alles wat het christendom fout gedaan heeft, is mij in mijn theologische loopbaan meer dan eens voor de voeten geworpen. Als op de TV een Christelijk geïnspireerde voorganger homo’s veroordeelt, weet ik zeker dat ik in de dagen erna door anderen daarop aangesproken wordt. Daar ontkom ik niet aan en dat zal blijven gebeuren. Steeds weer opnieuw zal ik het uitleggen. Waarom zou dat voor Moslimgelovigen anders zijn? Dan moet men niet zo kinderachtig reageren door te zeggen dat men zich niet geaccepteerd voelt en uit Nederland weg wil. Moet ik daar begrip voor opbrengen? Kom nou. Blijf kalm en leg uit, weerleg wat er ook in eigen kring gezegd wordt. Zo’n houding neemt angst weg.

Kortom, dat is mijn oproep, neem de angst serieus. Angst duidt immers ook op een gevaar dat men al dan niet intuïtief vermoedt. Dat gevaar, daar ontkomen we niet aan, zal benoemd en ontkracht moeten worden om verder te kunnen. Daar daag ik mensen als Van Nieuwpoort, Elbers en Van Hooydonk graag toe uit. Dan gebeurt er hopelijk iets waar ik naar verlang. De angstige burger wordt dan niet overgelaten aan Wilders die hun de nostalgie van een voorbije samenleving voorhoudt. Dan wordt de angstige burger door mensen die zij vertrouwen (vertrouwen omdat zij weten dat dat wat hun ‘heilig’ is in veilige handen is) meegenomen op weg naar een nieuwe samenleving, waar zij met anderen opnieuw samen leren te leven.

At Polhuis