Protestants pamflet

logo-idW-oud

PROTESTANTS PAMFLET

Positiebepaling van Op Goed Gerucht ten aanzien van ontwikkelingen binnen de Protestantse Kerk

I
Op Goed Gerucht stáát voor een kerk die zich geheel en al verbonden weet met de moderne cultuur, en daarmee kritisch in gesprek wil. De kerk maakt deel uit van die cultuur als eerste hoorder van het Woord. Daarin wordt de mens zoals zij of hij is, met inbegrip van alle ongeloof, woede en twijfel uitgeschreven en gekend. Zo is er sprake van een diepe solidariteit met de wereld rondom waarin ongeloof niet enkel als probleem wordt gezien, maar ook wordt herkend en gedeeld. In die zin zijn goedgelovigheid, vrome gemakzucht en burgerlijk moralisme net zo’n probleem voor de kerk.

OGG keert zich derhalve tegen het creëren van schijntegenstelling, als zou de kerk beschikken over het Woord en zou het haar taak zijn dit Woord (open orthodox of anderszins) op te leggen aan de hedendaagse cultuur – waarbij deze cultuur steevast in negatieve termen weggezet wordt. Het (post) moderne levensgevoel, zoals dat niet alleen tot uiting komt in kunstzinnige uitingen als literatuur en film, maar ook in het alledaagse bestaan van mensen, vraagt om een serieuze doorschouwing van predikanten en andere theologen die zich daarbij werkelijk durven engageren.

II
Op Goed Gerucht stáát voor een kerk die haar recht van bestaan niet alleen onderstreept maar ook kan relativeren. De kerk is immers geen doel op zichzelf maar ‘heraut van een nieuwe schepping waarin geen tempel, geen cultus, geen ambt, geen kerkorde is’ (Berkhof). Dit betekent dat bij tijden – zeker in de onze, getekend door secularisatie en deïnstitutionalisering – ook andere vormen en allianties kunnen ontstaan. Daarom verdient het de voorkeur vooral zakelijk en praktisch over de kerk te spreken. Ook in haar rol van arbeidsorganisatie, als het gaat om een goede begeleiding en aansturing van predikanten.

OGG keert zich derhalve tegen een manier van kerk zijn die groei tot hoogste doel verheft. Dit lijkt meer ingegeven door nostalgie dan door realiteitszin. Het doet ook geen recht aan de vele gemeenten die bewust werken aan stabiliteit en inwendige vernieuwing, of die – zonder enig winstoogmerk en met alle risico’s van dien – zoeken naar nieuwe vormen van evangelische presentie.

III
Op Goed Gerucht stáát voor een kritische theologie, die recht wil doen aan verworvenheden of inzichten van de moderne theologie. Het gesprek met natuur-, mens- en religiewetenschappen is voor een eigentijdse geloofsbezinning onmisbaar. Dat leidt niet onvermijdelijk tot een kil rationalisme, maar stimuleert een goed doordacht geloof dat de Eeuwige ook met het verstand probeert te dienen.

OGG keert zich derhalve tegen al dan niet openlijk beleden visies, als moet de kerk terugkeren naar een pre-moderne theologie en dito geloofsbeleving. Deze opoffering van het verstand leidt tot vormen van biblicisme en fundamentalisme die vroeg of laat de kerk plaatselijk en landelijk opbreken.

IV
Op Goed Gerucht stáát voor een beweeglijk en energiek christendom. Dat betekent een pleidooi voor vrijmoedig zoeken naar nieuwe geloofswegen, gevoed door de kracht die uitgaat van Jezus Christus. Ook voor de kerk als organisatie vraagt dat om transformatie: om een wisseling van de wacht op allerlei posities, met een nieuwe generatie van mensen van allerlei kleur, sekse en geaardheid.

OGG keert zich tegen stromingen die menen dat de kerk een eenduidige waarheid moet verkondigen, en dat het evangelisch verantwoord is bepaalde mensen te weren uit ambten of andere functies.

V
In deze positiebepaling klinkt door dat Op Goed Gerucht leeft (vgl. Gezang 225) van de verwondering dat nog Gods naam niet onderging, maar steeds opnieuw geboren is uit water en uit duisternis.

OGG/22/06/2007