Een ontmoetingsgelegenheid gezocht of met Simson bij de Filistijnen

EEN ONTMOETINGSGELEGENHEID GEZOCHT – Of met Simson bij de Filistijnen

Simson?!

In de serie ‘Verklaring van een bijbelgedeelte’, uitgegeven door Kok te Kampen, is ooit een klein boekje verschenen over de hoofdstukken 13 tot en met 16 van het boek Richteren. Het is geschreven door Tom Naastepad en heeft als eenvoudige titel ‘Simson’. Ik heb dit boekje indertijd letterlijk stuk gelezen en beschouwde Naastepads vertaling en uitleg lange tijd als de laatste wijsheid over de steeds opnieuw vragen oproepende weg die Simson is gegaan. Daar is in het voorjaar 2003 verandering in gekomen toen ik het bovengenoemde boek onder ogen kreeg.

Over Simson wordt in Richteren 13 gezegd: Hij zal een nazireeër van God zijn (Dat wil zeggen: een gezondene en ingezegende, een aan de liefde van God toegewijde) van de buik van zijn moeder af tot op de dag van zijn dood. Ook: Hij zal beginnen Israël te verlossen uit de hand van de Filistijnen. Dat zijn belangrijke gegevens. Maar werken die gegevens ook door in de lange uitleggeschiedenis? De vraag is: Wat is precies het geheim achter Simsons’ leven? Maar ook het raadsel dat hij opgeeft aan dertig feestgenoten te Timnath…. Wat heeft dit raadsel te zeggen? Het antwoord dat gegeven wordt, houdt immers opnieuw een vraag in. Wat is zoeter dan honing en wat is sterker dan een leeuw? Bepaalt de volkerenwereld met deze vraag Israël niet bij de kern van zijn geloof? Leidt niet het praktiseren van het antwoord op deze vraag binnen in de wereld van het geheim achter dit raadsel? Bert van Kooij gaat in zijn boek volhardend, grondig en heel systematisch in op de in de beantwoording van het raadsel opgeworpen vraag. Zijn antwoord luidt heel rechtstreeks: de liefde. In het gebied waar Israëlieten en Filistijnen elkaar reeds decennia lang bestrijden gaat Simson op weg om de liefde te praktiseren. Hij leeft zich uit in de liefde, eerst voor een Filistijnse vrouw, die hij ten huwelijk vraagt, vervolgens door naar een misbruikte vrouw in Gaza te gaan en tenslotte door in te trekken bij een, eenzaam in de bergen levende, vrouw. Om die liefde wordt hij met de dood bedreigd. In de uitwerking van zijn antwoord op de centrale vraag, is Van Kooij rechtlijniger en consequenter dan Naastepad. Ook ruimt Van Kooij grondiger verkeerde beeldvorming die rond Simson is ontstaan, op. Hij schept zo de nodige ruimte voor heroverweging van het hele verhaal. Al lezend en onderzoekend, wikkend en wegend, heb je het gevoel dat hier iemand aan het woord is, die Simson zijn rechtmatige plek in de bijbel probeert terug te geven. Dat is niet niks. Van Kooij reikt ons mijns inziens een belangrijk boek aan.

Beeldvorming

De titel van Van Kooij’s boek is ontleend aan een zinsnede die te vinden is in Richteren 14: 4. Daar kun je lezen wat God (nader gepreciseerd als die-JHWH-van-Israël) en Simson zoeken bij de Filistijnen: een ontmoetingsgelegenheid. Dat was voor Bert van Kooij enkele tientallen jaren geleden een eye-opener. Hij is zich na deze ontdekking met een kleine kring getrouwen intenser gaan verdiepen in Hebreeuwse teksten. Met als gevolg dat er steeds meer vraagtekens kwamen te staan achter de ‘gewone’ interpretatie van het Simson-verhaal. Hiermee groeide ook de ergernis over het feit dat tot in de meest recente boeken die navertellingen van de bijbel bevatten, met name waar het Simson betreft, steeds weer dezelfde stereotiepen worden opgedist. Van Kooij heeft een groot aantal kinderbijbels en navertellingen, maar ook beeldende kunst en films onderzocht. Opvallend is het zware accent dat steeds gelegd wordt op Simson als krachtpatser en rokkenjager. Dat is ook het dominante beeld dat velen met zich dragen. Verslag van zijn uitgebreide en goed gedocumenteerde onderzoek kunt u lezen in het middenpaneel van zijn boek, dat getiteld is ‘Intermezzo’.

Het gevaar van die eenzijdige beeldvorming is dat belangrijke vragen die naar aanleiding van Richteren 13 tot en met 16 te stellen zijn over het hoofd worden gezien of in negatieve zin beantwoord. Als van Simson wordt gezegd dat hij van de buik van zijn moeder af aan tot aan zijn dood nazireeër van God zal zijn dan is de vraag gewettigd: Is hij dat ook geweest? Gedroeg hij zich ook als zodanig? Liet hij zich in zijn omgang met de vrouw uit Timnath, uit Gaza en aan de beek Sorek leiden door waarachtige liefde? Is liefde de grondslag van heel zijn bestaan? Hoe zit het met het geweld? Wat voor geweld is dit precies? Stelde hij Israël de regel van thora? Wie is Simson eigenlijk? De eeuwenlange uitlegtraditie is niet geneigd in al te positieve zin op deze vragen in te gaan. Bert van Kooij spant zich in deel I en deel II van zijn boek in dit wel te doen. Het hart van deel I is het verhaal opnieuw: een Vertelling. In deze vertelling komt de Simson tevoorschijn die we nog niet zo kennen: de Simson, wiens moeder door het bijzondere geboorteverhaal, net als Sarah, Rebecca, Maria en anderen, een ‘moeder Israëls’ genoemd moet worden. Net zoals in hun leven een keer-ten-goede kwam door een bevrijdende ‘uitspraak’ of ‘inbreng’ (Hebreeuws DàBàR) van die-JHWH-van-Israël, zo kwam er een keer ten goede voor Israël vanwege de bevrijdende wegen die hun zonen gingen in de kracht van de Geestwind van Israëls God. En zo’n zoon is Simson! En hij is dat als nazireeër zijn leven lang, vervuld van de liefde, waarmee God Israël liefheeft en om hem deze hele wereld. Van Kooij zet in zijn uitleg al zijn kaarten op de liefde van die-JHWH-van Israël die concreet wordt in de weg die Simson gaat. Hij leeft de thora, de leer van de liefde Gods, die zijn richterschap verbindt met de dragende grond van het verhaal, de liefde.

Verantwoording

Wie zo markant voor den dag komt als Van Kooij in deel I van zijn boek, is verplicht verantwoording af te leggen van de keuzen die daar gemaakt zijn. Dat gebeurt heel gedegen en uitvoerig in deel II van zijn boek, met name in hoofdstuk V dat meer dan 150 dichtbedrukte bladzijden omvat. Het heeft als titel: De betekenis van 77 Hebreeuwse woorden. Hier vind je een schat aan kennis en ervaring die in een jarenlange vertaal- en onderzoekspraktijk is opgebouwd.

Het kost veel inspanning je dit hoofdstuk eigen te maken. Het is eigenlijk een klein woordenboek van de Hebreeuwse taal. Maar wie er aan begint, zijn of haar tanden er stevig inzet, wordt uiteindelijk beloond. Naast een verantwoording van de vertaling en de exegese van Richteren 13 tot en met 16 biedt dit hoofdstuk heel gerichte informatie over het bijbels hebreeuws die elders in deze duidelijke, toegankelijke en praktische vorm niet of nauwelijks te vinden is.

‘Een ontmoetingsgelegenheid gezocht’ is een boek waar je niet één, twee, drie naar grijpt. Je moet je er helemaal in begeven, vervolgens: taai volhouden, niet versagen, maar stevig doorlezen, heel lang luisteren naar wat Bert van Kooij allemaal te melden heeft. Hij zet je aan het denken. Wat je allemaal aan beeldvorming met je meedraagt, wordt op losse schroeven gezet.

Het zal u, na het bovenstaande gelezen te hebben, niet verbazen als ik zeg dat ik dit boek graag in handen zou willen zien van allen die met de bijbel omgaan vanwege hun vak, theoretisch en praktisch, en van hen die er op hun eigen houtje naar zoeken om er achter te komen ‘wat er nu eigenlijk staat’ en geholpen willen worden bij hun speurtocht naar de betekenis ervan. Kennis van de Hebreeuwse, Griekse en Latijnse taal is natuurlijk heel handig, maar niet noodzakelijk, want alle Hebreeuwse, Griekse en Latijnse woorden worden in Nederlandse letters overgezet en steeds vertaald. Het is echt een heel praktisch boek over de kern van de Zaak.

Henk van Olst

——

Albert K. van Kooij. Een ontmoetingsgelegenheid gezocht of met Simson bij de Filistijnen.

SHAKER PUBLISHING, Maastricht 2003, 363 bladzijden, 40 Euro, ISBN 90-423-0225-9

P.S. Auteur en dichter Riet van Haeringen-’t Hart heeft op basis van deze studie van Bert van Kooij het toneelstuk ‘Simson’ geschreven, dat op vrijdag 12 en zaterdag 13 maart, ’s avonds om 20.00 uur in de Domkerk te Utrecht wordt opgevoerd.