Valse troost (Mt. 24: 14-35)

logoIdW

 

VALSE TROOST

Bij Matteüs 24, 14-35

Op de laatste zondag van het kerkelijk jaar gedenken wij onze dierbare doden. We noemen de namen van gemeenteleden die ons in het voorbije jaar zijn ontvallen. Dit gebeurt in een kerkdienst met een mooi verzorgde liturgie, veelal omkleed met een keur aan gedachtenisrituelen.

Dat het op de allerlaatste zondag volgens het evangelie van Matteüs ook nog eens moet gaan over het einde van wereld en tijd, lijkt haast te veel van het goede. Voelt niet het sterven van een geliefde, als het einde van de wereld.

De voorganger mag dan wel wat nerveus worden bij het lezen van de tekenen die door Jezus worden opgesomd. Zij die gekomen zijn om hun doden te gedenken, verblikken noch verblozen bij de opsomming van tekenen die het einde der tijden inluiden. De gruwel der verwoesting op heilige grond, de valse profeten, de verstoring van de omloop van de zon, maan en sterren, het is hen allemaal om het even. Het is zoals het is. We kunnen er lang en kort over praten met elkaar, maar dat verandert helemaal niets. Ik ben de vrouw kwijt, dominee, ik ben haar kwijt.

Wij die in de wereld zijn, zien niet de wereld van God. Wij zien enkel wat voor handen is.

Dat is waar Jezus ons voor wil waarschuwen. Let op, wees waakzaam. Leer van de vijgenboom deze les: Wanneer zijn hout reeds week wordt en de bladeren doet uitspruiten, dan weet ge daaraan, dat de zomer nabij is. Zo moet ook gij, wanneer gij dit alles ziet, weten, dat het nabij is, voor de deur. Voorwaar, Ik zeg u, dit geslacht zal geenszins voorbijgaan, voordat dit alles geschiedt. De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar mijn woorden zullen geenszins voorbijgaan.

Klamp je in je ontreddering niet vast aan wat vals is en leeg. Als ze je kleinzoon zeggen, dat opa een sterretje is geworden, lever je dan niet uit aan hun instant troost. Dat zeggen zij, die in de lente van hun leven zijn, met vervulbare verlangens en met lijden dat de volgende dag niet haalt. Als ze jou zeggen, je zult zien dat je weer verder kunt. Wanneer jij het een plaats hebt kunnen geven in je leven. Geloof die valse troosters niet. Zij zullen je niet voeren aan waatren der rust. Hun wijze raad lijkt zo gemakkelijk op te volgen, maar is het niet. Die valse troosters laten je naakt en koud achter, zonder enige bescherming en bemiddeling.

De angst om ten onder te gaan, nergens meer te zijn, heeft niet het laatste woord. Vertrouw op mijn woorden, zegt Jezus, zij zullen je terechtbrengen. Zij hebben de kracht om je te leiden bij jezelf vandaan. Geef daarom niet op, weersta de ontgoocheling van de jaren en de ontmoedigende ervaringen met de heiliging.

Op de allerlaatste zondag gaat het erom, dat wij die in de kerk zijn, Christus Koning laten zijn en Hem niet in de rede vallen. Hij heeft het laatste woord. Wel hebben wij, die in de kerk zijn, het uitzicht op de volgende week mee, de eerste zondag van Advent.

Machteld de Mik-van der Waal