Poesjes!

logo-idW-oud

 

POESJES!

Hebe Kohlbrugge ergert zich danig aan de sprookjesverhalen voor de kinderen in de zondagse kerkdiensten. Passen die daar of doen ze wezenlijk afbreuk aan het karakter van liturgie en eredienst? Zij zou wel een discussie daarover willen in de kolommen van IdW. Misschien is haar stukje daartoe een goede aanleiding, want er leeft een wezenlijk ongenoegen over wat in breder zin de ‘ínfantilisering’ van de kerkdienst genoemd kan worden. (redactie)

Al enkele weken kom ik elke zondag boos en geërgerd uit de kerk. Waarom? Omdat ik elke zondag midden in de liturgie een sprookjesverhaal moet aanhoren. Eerst verhalen over Poes Tom en Poes Tini en in de Adventstijd over engelen die in de hemel ruzie maken: Uriël is gekrenkt, omdat God altijd Gabriël uitstuurt op boodschappen en hem nooit…

Naar huis gaande kan ik die danige onzin meenemen, maar de rest van de dienst ben ik kwijt. Als die poesjesverhalen dan ook nog vol moralisme zitten, dan zit ik sowieso met mijn verkeerde been in de kerk.

Ik vraag hier en daar aan anderen wat ze ervan denken en dan hoor ik van mijn mede-gemeenteleden: ‘voor mij hoeft het niet’ of: ‘niet leuk, maar het is nu eenmaal zo’ of: ‘de domina doet zo haar best’! Anderen zeggen me: ‘Hebe, erger je niet, dat is “in”,’ of: ‘dat doet de Nederlandse Zondagschoolvereniging’ of eenvoudig: ‘Zolang moet je je oren dichthouden’.

Maar dan vraag ik me af: in wat voor kerk ben ik eigenlijk? Een kerk die maar alles slikt? Een kerk die de N.Z.V. laat regeren als met een pauselijk gezag? ‘Daar verdienen ze aan’, hoor ik dan ook nog.

Ik dacht dat liturgie lofprijzing was. ‘De verkondiging, dat is het uitroepen van de nieuwe tijd, van de eeuwen van Christus-Koning. We communiceren met de waarheid-boven-alle-waarheid’.(K.H. Miskotte) Horen daar poesjes en sprookjes bij? Zijn de woorden van de Schrift niet goed genoeg? Moeten die ‘opgebeterd’ worden? ‘Poesjes is toch leuk’, zei iemand. En het bijbelverhaal wat is dat?

Waar blijven de predikanten, de kerkenraden, de gemeenteleden, die zeggen: ‘dat kan niet!’ We hebben geen raden meer, geen Raad voor de Eredienst of de liturgie. Die hebben we opgedoekt. Waar kan een gemeentelid naar toe met zijn/haar boosheid en verdriet? De liturgie wordt stuk gemaakt, de eredienst verbroken en de kinderen horen onzin. Zijn onze kinderen zo weinig kritisch meer, dat ze het leuk vinden in de kerk vermaakt te worden met sprookjes? En worden kinderen op deze manier dichter bij de Schrift gebracht?

Ik begrijp er niets meer van. Misschien dat pedagogen en psychologen eens kunnen zeggen wat dit fenomeen betekent, maar in de eerste plaats zullen theologen moeten zeggen welke waarde en betekenis liturgie en eredienst hebben en hoe zij deze ‘vermenging’ ervaren.

Hebe Kohlbrugge