Open Brief (III) van Hebe Kohlbrugge

logo-idW-oud

OPEN BRIEF (III) van Hebe Kohlbrugge

Op haar eerste Open Brief aan de Synode n.a.v. de kanselboodschap (zie IdW nr.1) ontving Hebe Kohlbrugge een persoonlijk antwoord van ds. Van ’t Kruis, (ook namens ds.Plaisier). Het draaide vooral om de vraag welke God bedoeld is in de uitdrukking ‘ontzag voor God’. Op die ‘pertinente vraag’ (aldus Spijkerboer in het redactioneel van nr.4) van Hebe Kohlbrugge ging Van ’t Kruis in zijn bijdrage in dat nummer niet in. Ook in de persoonlijke brief aan haar is Van ’t Kruis’ antwoord op zijn minst onbevredigend en dat noopte Hebe tot een inmiddels 3-de Open Brief, die we hier opnemen.

(redactie)

Utrecht, 15 maart ’05

Zeer geachte ds. Plaisier, zeer geachte ds. Van ’t Kruis,

Uw brief heb ik in goede orde ontvangen. De zaak is zo ernstig dat ik het noodzakelijk acht om nog een keer te antwoorden. Uw zin ‘U meent dat wij op deze manier over God spreken zonder te zeggen wie Hij is’, vertelt de waarheid over mijn mening en Uw spreken.

Ik wil hier aan enige uitspraken uit de Koran herinneren. De Koran zijn de eeuwig geldende, onveranderlijke woorden van God. S.86, 13-17 vat de Koran samen:

Dit zijn de waarlijk beslissende woorden. En niet is het schertspraat. Zij beramen een aanslag. En ik beraam een aanslag. Geef dus uitstel aan de ongelovigen, verleen hen nog uitstel voor een korte tijd’.

In de Koran zegt God zeven keer dat de Joden vervloekt zijn: S.2,88; 4,46; 4,52; 5,13; 5,60; 5,64; 5,78. En het is die God, die over het hart van ons geloof zegt in S.2,116:

‘En wegens hun zeggen: wij hebben gedood de Massih, Isa, zoon van Marjam, boodschapper van Allah. Maar niet hebben ze hem gedood en niet hebben ze hem gekruisigd, doch voor hen werd een schijnbeeld van hem gemaakt…en niet hebben ze hem gedood in zekerheid’.

En het is deze God waarvan (en waarin) God spreekt in S.2,116:

En zij zeggen Allah heeft zich een zoon gemaakt –Geprezen zij Hij- Neen! Alle wezens staan in ootmoed voor Hem’

In S.62,9 zegt die God dat de Vrijdag de rustdag is. En weg is de sabbath en de Eerste dag van de opstanding. En in S.62,5 wordt de Jood vergeleken met een ezel die boeken draagt.

De uitspraak van die God in S.22,39 zien en horen we dagelijks in het nieuws: ‘Verlof is gegeven aan hen die worden aangevallen omdat hun onrecht is aangedaan’ . En dat wordt uitgewerkt in S.47,4, waar staat: ‘Wanneer gijlieden dus een ontmoeting hebt met hen die ongelovig zijn houwt dan in op de nekken, en wanneer gij onder hen een bloedbad hebt aangericht, bindt hen dan in boeien’.

De Koran is geschreven met behulp van de bijbel (OT en NT) en tegen de bijbel, uitdrukkelijk en bewust. Dit is de God waar de moslim ontzag voor heeft. Ik schrijf dat niet om haat aan te wakkeren, maar om de Koran recht te doen en in het gesprek met moslims over onze samenleving te weten waar hun en onze grenzen liggen. Ik heb gemeend te moeten begrijpen dat U over deze God spreekt als U spreekt over de moslimgemeenschap, die leeft ‘in ontzag voor God’. Daarom blijf ik geschrokken over de kanselboodschap en de daarop volgende brieven. De moslims wordt geen recht gedaan en de gemeente van Jezus Christus krijgt geen steun –geen wapenrusting-, maar we blijven met z’n allen in de kou staan. Een kou die mij herinnert aan de begin-tijd van het Nationaal-Socialisme. En ik blijf hopen dat er ook in Nederland zo iets als een belijdende kerk zal groeien, die zich niet door de islam laat gezeggen.

Met beleefde groeten.

Hebe Kohlbrugge