Klassieke culturele vorming AD 2010

logo-idW-oud

 

KLASSIEKE CULTURELE VORMING AD 2010

Het rapport van de ‘Verkenningscommissie Klassieke Talen’ krijgt in In de Waagschaal passende aandacht. CW stelt in zijn Commentaar ‘Het gymnasium’ (IdW 39/8) voor om de aandacht voor de grondslagen van onze cultuur niet een-zijdig en partijdig te definiëren. Het is van belang om christelijke teksten te lezen en Augustinus op het schoolrooster te plaatsen. Een adequaat voorstel. Zeker tegen de achtergrond van de volgende twee voorbeelden die de seculari-serende trend goed demonstreren.

1. Piet Gerbrandy publiceerde in 2007 een overzichtsstudie van de Latijnse letterkunde. “Het feest van Saturnus. De literatuur van het heidense Rome.” Terentius. Lucretius, Tacitus. De klassieke auteurs krijgen interessante bespre-kingen. Gerbrandy schrijft evenwel in de inleiding: “Moeten de Vulgaat, Tertullianus en Augustinus tot dezelfde cul-tuur gerekend worden als Cicero, Vergilius en Macrobius? En berust ieder beeld van het verleden niet in de al-lereerste plaats op de blik van de geschiedschrijver, in dit geval een blanke West-Europese man van middelbare leeftijd die alle religie als interessant maar bedenkelijk atavisme beschouwt?” (blz 13) “Laat een ander het verhaal van die christelijke lijn vertellen.”

2. Caroline Fisser – een van de pioniers van het vak Klassieke Culturele Vorming – stelde een schoolboek samen over Het Paleis op de Dam. Zoals bekend was het paleis in de 17de eeuw bestuurscentrum en Vierschaar. Fisser bespreekt dan de zaal van het openbaar gerechtshof. Op de achterwand drie marmeren reliefs van de Antwerpse beeldhouwer Quellinus. Voorstellingen niet alleen uit de Oudheid maar ook uit de Bijbel. De voorstellingen stellen drie beroemde vonnissen voor. Het vonnis van Zaleucus, van Salomon, en van Brutus. Fisser besteedt in haar schoolboek vier bladzijden aan beide vonnissen uit de Oudheid. De Bijbelse voorstelling krijgt in haar boek geen enkele aandacht. De gymnasiasten blijven in het ongewisse wat de hoofdvoorstelling aan de achterwand van het Gerechtshof voorstelt. Fissers concept van klassieke culturele vorming sluit de Bijbel uit. Opmerkelijk.

Uit de geschiedenis van het gymnasium weet men dat het beter kan. Albert Einstein kwam op het Leopoldgymnasium in München in aanraking met de bijbel en de talmud. “Naar zijn zeggen groeide in die tijd in hem een diepe religiositeit en een respect voor iedere oprechte religieuze overtuiging van welke denominatie dan ook, gevoelens die hem een leven lang zijn bijgebleven.” (L.M. de Rijk, Geloven en Weten, blz 43). Ook al ging Einstein een geheel eigen weg, de school bood een adequaat programma met aandacht voor de grondslagen van onze cultuur.

Le Monde wijdde onlangs twee opiniepagina’s aan de Bijbel. “Aucune autre littérature antique ne s’en approche pour ce qui est de l áttention portée á l ‘humanité de ces personnages” verklaarde onder anderen Marilynne Robinson (La Bible des romanciers. Le Monde des Livres, 21 mai 2010. Assises du roman. P. 8 – 9).

De Vlaamse uitgave “De Canon van Latijnse teksten” (Davidsfonds/Leuven, 2009) plaatst in de lijn van Ovidius en Horatius en Vergilius zonder meer ook Augustinus.

De definitie van de grondslagen van onze cultuur is niet overal eenzijdig.

André van Dijk