De zaaier is toch niet zomaar ‘iemand’?

logo-idW-oud

DE ZAAIER is toch niet zomaar ‘iemand’?

Het nummer over ‘weer vertalen’ roept diverse reacties bij mij op, mede omdat ik al enige jaren vertalingen van nederlandse theologen in het Tsjechisch mag becommentariëren.

Om bij het begin te beginnen: De Wijer kiest ervoor zijn meditatie te beginnen met de NBV-tekst ‘Iemand ging eens naar zijn land om te zaaien’, ook al laat hij Jezus even later toch nog zeggen ‘een zaaier’. Maar ‘de zaaier’ is toch niet zomaar iemand? Ook niet ‘een zaaier’. Ergernis dus. De zaaier is degene die er is om te zaaien. Dat kenmerkt hem.

Maar terzake – om met Constandse te spreken. Het NBV is een vertaling, één van de vele. Soms goed bruikbaar, soms minder of absoluut niet. Constandse’s pleidooi om meerdere vertalingen te gebruiken, ook bij het voorlezen in de diensten onderschrijf ik van harte.

De vraag is of daarbij ook van zgn.werkvertalingen gebruik gemaakt kan worden.

Met Reeling Brouwer deel ik de ervaring dat er predikanten zijn die niet (of in mijn eigen geval nauwelijks) naar de Latijnse bronnen grijpen. – Van de kennis van de naamvallen uit het Latijn heb ik bij het leren van het Tsjechisch met evenzeer 7 naamvallen veel profijt gehad -. Veel erger is dat met name jonge predikanten niet aan exegese-kringen meedoen, omdat daar de schriftlezingen eerst in de grondtalen worden gelezen en bestudeerd. Dat kost tijd en energie.

Hoewel Deurloo in Praag gretig gehoor vindt, vraagt ook zijn oud-leerling de oudtestamenticus Prudk aan de Stichting Kerkelijke Gemeenteopbouw Oost-Europa vor de faculteitsbibliotheek een NBV, alsmede artikelen over de methode van het hele project en de werkwijze van de diverse commissies enz. In september hoop ik een en ander mee te nemen naar Praag.

Tenslotte nog twee opmerkingen:

a. Aandacht voor het boekje ‘LEEG en IJDEL. De invloed van de bijbel op het Nederlands’, onder redactie van Nicoline van der Sijs, Sdu-uitgevers, Den Haag, ISBN 90-12-10740-7. Daarin merkt Marijke Mooijaart op: ‘Het lijkt niet meer een kwestie van “verhalen” en” vertalen” , maar van “de media halen”’. Er staat veel meer in dit boekje dat voor predikanten en andere theologen wetenswaardig is.

b. Ooit vroeg ik aan catechisanten die de kerktaal moeilijk vonden en ‘of dat nu niet in gewoon Nederlands kan’ om mij eens uit te leggen wat een bougie is. Ze wisten er geen goed woord voor, maar als je interesse in brommers had dan leerde je dat vlug genoeg. En als je belangstelling hebt voor het verhaal van de bijbel? Maak je je die woorden dan niet betrekkelijk makkelijk eigen? Natuurlijk valt er meer over te zeggen, maar toch óók dit.

Overigens geeft Van Dale in het Groot Woordenboek der (!) Nederlandse taal in de dertiende druk, 1999 bij ‘bougie’ als syn. vonkenbrug, terwijl het Etymologisch Woordenboek uit 1991, eveneens van Van Dale, spreekt van vonkbrug. Het Groot Synoniemen Woordenboek van Van Dale uit 1991/1996 vermeldt het woord niet.

Hans P. van der Horst