Hartenbloed

 

logoIdW

Toen ik laatst jarig was en mijn computer startte, verscheen op het beginscherm van mijn internetbrowser het woord Google versierd als verjaardagstaart. Als ik er met mijn muis naar wees werd een berichtje zichtbaar: ‘Beste Udo, van harte gefeliciteerd!’ Dat Google, een van de grootste Grote Broers ter wereld, mijn geboortedatum kent, verbaasde mij niet. Maar dat deze gigant dacht dat ik het feestelijk zou vinden om zijn lege computerfelicitaties te ontvangen, vond ik aanzienlijk beklemmender. En Google is niet de enige die denkt dat een mens blij wordt van nep. Via e-mail bereikte mij dezelfde dag het bericht ‘Felicitatie’ van KPN: ‘Vandaag is een bijzondere dag. Want u bent jarig! Van harte gefeliciteerd. We wensen u een mooie en feestelijke dag toe.’ Ondertekend door Bob Mols, directeur klantenservice. Mijn feeststemming kende geen grenzen toen na een gelijksoortig mailtje van een internetboekhandel ook de goede doelenbranche zich meldde, bij monde van ene Linda van Oxfam Novib. Iemand die Linda heet, mag van mij ook gerust een wat informelere toon aanslaan dan de directeur klantenservice van KPN. Zij schrijft: ‘Beste heer Doedens, namens het hele Oxfam Novib team wensen we je een heel fijne 47e verjaardag! We hopen dat je een topdag hebt! Groetjes, Linda’. Een beetje jammer dat ze het hele Oxfam Novib team in onze intieme correspondentie mengt, maar anderzijds wel hartverwarmend dat ze bij Oxfam Novib teamsgewijs mijn verjaardag vieren. Als ze zo betrokken zijn op hun cliënten in de Derde Wereld, zullen ze daarginds nog wat beleven. Ik moest denken aan de tijd dat ik als secretaresse op een advocatenkantoor werkte. Dat was in jaren ’90. Bij de geringste aanleiding moest ik de bloemist bellen om bij deze of gene een bos bloemen te laten bezorgen. Vrijwel dagelijks was er taart bij de koffie, omdat er iemand jarig was, of vertrok, of aankwam. En als dat op dezelfde dag gebeurde, hadden we drie taarten. Al snel betekenden bloemen en taart niets meer. Wat ik toen dacht, kwam nu, mutatis mutandis, weer bij me op. Moet ik al die felicitaties niet met een net mailtje beantwoorden en zoiets schrijven als: ‘Beste Google, geachte heer Mols, lieve Linda, kunnen we niet afspreken dat we cadeautjes, felicitaties, deelnemingsbetuigingen en andere aardigheden altijd gepaard laten gaan van tenminste één druppel hartenbloed? Daar zouden we allemaal van opknappen.’

Udo Doedens