Ghetto Nuovo (een meditatie)

logoIdW

 

 

Een bezoek aan het Palazzo Ducale in Venetië opende m’n ogen voor wat in die stad precies vijfhonderd jaar geleden werd gesticht: het oudste ghetto ter wereld. Alweer een referentie aan vijf eeuwen geleden trouwens – is al die aanzwellende aandacht voor het begin van de zestiende eeuw in de kerk wel terecht, vroeg iemand, zijn er in de tweede, vijfde, elfde en achttiende, ja in iedere eeuw niet evenzeer belangrijke wissels omgegaan?

Venetië, ook toen een florerende handelsstad, trok veel joodse bankiers aan. Shakespeare schreef er, tegen de achtergrond van de discussie over de woekerrente, al rond 1596 over in De koopman van Venetië. Centraal in de komedie staat de jood Shylock die vraagt: “Heeft een jood geen ogen? Heeft een jood geen handen, organen, afmetingen, zinnen, affecties, hartstochten. Gevoed door hetzelfde voedsel, gewond door dezelfde wapens, onderhevig aan dezelfde ziektes (…) als een christen? Als je ons prikt, bloeden wij dan niet? Als je ons kietelt, lachen wij dan niet? Als je ons vergiftigt, sterven wij dan niet?” In het noorden van de stad in de wijk Cannaregio lag een piepklein eilandje van zevenduizend vierkante meter, omgeven door water en met slechts één brug als toegang. Dat eiland heette in de volksmond Ghetto Nuovo (wat betekent: de nieuwe gieterij), de plek waar ooit het gieten van ijzer en brons plaatsvond. De vervuilende gieterij was in de zestiende eeuw al verplaatst en vervangen door goedkope huurappartementen. Het stadsbestuur van Venetië zag in Ghetto Nuovo de ideale plaats om op die afgeschreven grond voor veel geld de joden zich te laten huisvesten en in 1516 werd daartoe besloten. Zo ontstond de naam ghetto. Al tientallen jaren na de oprichting barstte het ghetto uit zijn voegen. In de loop van de eeuwen vestigden zich op deze plek zoveel joden, dat op de huizen nog zes verdiepingen werden gebouwd. Zodra de zon onderging, gingen de poorten van het ghetto op slot. Wee de jood (artsen uitgezonderd!) die daarna nog in de stad werd aangetroffen. Het einde van het ghetto volgde in 1797, toen de soldaten van Napoleon Venetië veroverden. De bevrijde joden wisten niet of ze blij of droevig moesten zijn. Voortaan konden ze staan en gaan waar ze wilden, maar het betekende ook het einde van hun ‘Kleine Jeruzalem’. Tegenwoordig zijn er in heel Venetië en omstreken nog maar 450 joden gevestigd, en wonen er in Ghetto Nuovo nog maar drie joodse families.

 En als je dan zo’n woord ghetto leert spellen tegen zijn historische achtergrond, raakt het wanneer de jonge Israelische schrijver Nir Baram in NRC-Handelsblad van 9 september jl. beweert: “We maken van Israël het grootste joodse ghetto ter wereld”. Nir Baram die geldt als een van de getalenteerde opvolgers van schrijvers als David Grossmann en Amos Oz maakte een reis door de bezette gebieden en stelde iedereen – van joodse kolonist tot Hamas-aanhanger – dezelfde vraag: wat is uw oplossing voor het Israëlisch-Palestijnse conflict? Hij ontdekte dat de muren die Israël in bezette gebieden bouwt tegelijk beschermen en Israëli’s de ogen doen sluiten voor de nood en armoede van veel Palestijnen. Vlakbij waar hij als kind muziekles kreeg in Jeruzalem, leefden achter de muur Palestijnen in grote armoede. Alsof je Elvis Presley weer hoort zingen:

 In the ghetto
People, don’t you understand
The child needs a helping hand
Or he’ll grow to be an angry young man some day
Take a look at you and me
Are we too blind to see
Do we simply turn our heads
And look the other way?

 Peter Verbaan