Wanneer werd geloof religie?

logoIdW

WANNEER WERD GELOOF RELIGIE?  

Ineens zijn de ogen weer gericht op die weerbarstige en fascinerende these van Barth: Religie is ongeloof! Meijerings vertaling van het betreffende fragment uit de Kirchliche Dogmatik heeft gewerkt en er is duidelijk aansluiting gevonden met de maatschappelijke discussie van deze tijd. Wie hierdoor is geïntrigeerd of geïrriteerd, wordt uitgenodigd om te ontspannen bij het sublieme boek van John van Eck, In het hart gezien. Geloof en gevoel in het leven van Nederlandse gereformeerden. Hij heeft zich als ervaringsdeskundige in de gereformeerde gezindte de vraag gesteld: Wanneer werd geloof religie? Wanneer veranderde het leven van Gods beloften in een zaak van godsdienstig gevoel? Wanneer verdween het horen van Gods Woord in het moeras van de ervaringen van het hart? Natuurlijk, we weten allemaal wel een beetje van Jodocus van Lodenstein, Bernardus Smytegelt en Wilhelmus Schortinghuis. Maar voor velen is dat niet meer dan een globaal kerkhistorisch tijdsbeeld. John van Eck heeft die tijd anders benaderd. Hij biedt passages aan uit een dagboek van een brave Haagse schoolmeester, die door dromen gekweld wordt, maar ook van de Friese stadhouder Willem Frederik, die niet goed raad weet met zijn omgang met prostituees. Hij volgt een scheepsjournaal waarin verteld wordt hoe een ziekentrooster in de Oost de duivel uitdrijft uit een onhandelbare scheepsjongen, maar hij beschrijft ook een gereformeerde thee-ceremonie in Midwolda of een hemels visioen in de achtertuin van Constantijn Huygens. Hij analyseert de schrandere wijze waarop Balthasar Bekker een vrouw geneest die meent dat zij verloren is omdat zij de zonde tegen de heilige Geest heeft bedreven. Hij leest met respect een brief van een ondernemende vrouw die tijdens de oversteek naar Amerika in een vliegende storm haar hoofd niet verliest, zelfs wanneer de kapitein zijn schip reeds heeft opgegeven. Kortom hij geeft voorbeelden van geleefd geloof uit de zeventiende en achttiende eeuw. Door die voorbeelden worden we betrokken bij de verwarring waarin de mensen raakten toen de verhouding van hun geloof en van hun geloofsbeleving in een stroomversnelling raakten. Bijna ongemerkt veranderde de Geneefse psalm voor sommigen in een gekweld liefdeslied. En nog even later konden deze mensen het niet laten om deze kwelling hartstochtelijk te bezingen. En van lieverlee namen ze anderen kwalijk wanneer ze het geloof niet bezongen in deze gekwelde beleving. Hoe ga je daarmee om? Wat maakt dit boek zo onweerstaanbaar? Deze schrijver wekt documenten uit hun papieren slaap, zodat ze hun verhaal gaan vertellen. Hij volgt – naar eigen zeggen – de methode van Erich Auerbach, die in zijn boek Mimesis (1946) aan de hand van de analyse van literaire fragmenten laat zien hoe daarin de werkelijkheid wordt weergegeven. Dat is precies wat hier gebeurt. Van Eck verrast niet alleen door zijn keuze van literaire fragmenten, maar hij brengt ze in fijnzinnige exegese tot spreken, net zo lang tot je begrijpt hoe zij op hun wijze de werkelijkheid weergeven. Dan komen de personen uit die teksten nabij. Dat moet je meemaken. Laat dit fraai uitgegeven en uitgeschreven boek een tijd met je meegaan. Dit mag je jezelf niet onthouden. De verwarring van ‘geloof en gevoel’ komt het meest thematisch aan de orde in de bespreking van het werk van Franciscus Ridderus uit de jaren zestig van de zeventiende eeuw. In het kader van een reeks gefingeerde gesprekken laat deze predikant zien hoe groot de zuigende werking is van hen die anderen proberen te overtuigen van de noodzaak van een bepaalde geloofsbeleving. De tragiek is dat Ridderus zelf op den duur geen weerstand kan bieden tegen de manipulatie en meegaat. Bij deze scènes voel je als lezer het ‘neen’ groeien tegen een dergelijke vorm van religieuze beleving. Het boek van John van Eck houdt de vraag open of het niet anders kon. Het toelaten en bewustmaken van gevoel, emotie, beleving en ervaring hoort toch bij de menselijkheid? Blijkbaar moet er veel tijd over heen gaan om te leren dat geloof en gevoel wel onderscheiden moeten worden, maar dat ze niet gescheiden kunnen worden. Dit boek opent de blik op een stukje van die tijd. Het beeld dat je dan krijgt is tegelijk zo verwarrend en zo verhelderend, dat het je bedachtzaam maakt.

Maarten den Dulk

 

J. van Eck, In het hart gezien. Geloof en gevoel in het leven van Nederlandse gereformeerden, 1602 – 1744, Franeker 2011

 

Auteur is em. predikant (PKN) en was hoogleraar Praktische Theologie in Leiden