Antwoorden in koor

logo-idW-oud

Antwoorden in koor

Wat is onderwijs? Communicatie tussen leraar en leerling. Dr Daan Thoomes bespreekt in dit verband de aard van de vragen die een leraar aan leerlingen stellen kan. ‘Kinderen luisteren zo graag naar een goed verteld verhaal en willen zo graag antwoord geven op vragen waarop ze een antwoord weten.’ ‘Méédoen.’

(In de Waagschaal 30 april 2005, nwe jrg 34 nr 6, 14 – 15 Ongemakkelijkheden bij het Socratische gesprek).

Thoomes geeft hiermee een vitale waarneming weer vanuit de onderwijspraktijk. Er is een gezegde in de Nederlandse taal die deze vorm van participerende graagte tot uitdrukking brengt. Antwoorden in koor. Antwoorden in koor te omschrijven als: ‘zich gezamenlijk en gelijktijdig laten horen.’ Voorbeeldzin uit woordenboek Van Dale: ‘Als de meester binnenkomt, roepen de leerlingen in koor: Morgen, meneer!’ Een talige gezamenlijkheid die beloftevol opklinkt.

Thoomes’ waarneming verdient een referte aan Rosenzweig. Franz Rosenzweig bouwt in De Ster van de Verlossing een systeem op en brengt het goed vertellen van verhalen en het antwoorden in koor onder in één constructie.

Het vertellen van verhalen krijgt een plaats in een reeks die een drieslag is. Verhalen vertellen moet men plaatsen naast een dialoog aangaan en het zeggen van teksten in een koor.

Rosenzweig – men weet het – heeft het zogenaamde Sprachdenken ontwikkeld. Sprachdenken vanuit het weten dat een mens tot een persoon wordt door het woord van de levende taal.

Vitale taal geeft ons ziel. Taal is niet abstract en eeuwig. Taal is ingebed in de tijd en taal is voor een spreker altijd bepaald door de ander, de ander tot wie hij spreekt en voor wie taal iets zegt. De ander die ofwel naar zijn verhaal luistert, ofwel met hem in dialoog gaat ofwel met hem zich voegt in een koor.

Deze taal, die zich richt tot een ander, de taal die er voor de ander is en zich tot de ander richt, krijgt bij Rosenzweig in de dialoog kracht van openbaring. Language awakes to real vitality only in revelation. Vitale taal in het koor.

‘What is redemption other than that the I learns to say Thou to the He?’

Zo de drieslag. 1 De verteller van het verhaal wil terzake komen en het verhaal van de schepping vertellen. 2 Gesprekspartners die over en weer een dialoog aangaan kunnen in de vitaliteit van de taal momenten van openbaring ervaren. 3 Het koor bemerkt dat de grammatica optreedt als een strofisch klimmend gezang, een gezang dat steeds het gezang is van meerdere stemmen. Het lied als lied van de menigte.

De Ster van de Verlossing geeft ons deze citaten te lezen.. De systematiek laat zich aanwijzen in de reeks van verhaal, dialoog en koor die Rosenzweig verbindt met de reeks schepping, openbaring en verlossing .

Terwijl de auctoriële verteller de schepping vertelt met zijn verhaal, brengt de dialoog als openbaring wat de schepping voor hen inhoudt aan de gespreksdeelnemers vitaliteit, en geeft het koor (als geleefde / beleefde utopie) de verlossing.

Sprachdenken wijst erop dat de vitaliteit van de taal opleeft als de ene mens zich richt tot de andere mens (niet als een hij over wie maar) als een jij tegen en met wie je spreekt, een spreken en een vitaliteit die kan leiden tot een vooruitgrijpen op gemeenschap-pelijkheid in het koor.

Nu de systematische nuancering die Thoomes’ waarneming verdient. Wat is onderwijs? ‘Enseigner, c’est communiquer.’ Communiceren met een drieslag aan communicatie-modaliteiten.

‘Kinderen luisteren graag naar een goed verhaal, gaan er levendig over in gesprek, antwoorden vitaal in koor.’

André van Dijk

Literatuur

1 Susan A. Handelman: fragments of Redemption. Bloomington 1991. Handelman bespreekt de tegenstelling tussen enerzijds Socratic teaching en anderzijds Levinas’ opvattingen over conversation die met Rosenzweigs opvattingen corresponderen.

2 Bernhard Waldenfels, een leerling van P. Ricoeur, merkt op dat Habermas als filosoof van de dialoog, met zijn pleidooi “voor redelijkheid als een machtsvrije dialoog van allen met allen,” eraan voorbijgaat dat een dialoog niet met een dialoog kan beginnen. Een dialoog begint en eindigt met een eenzijdig woord, iemand die het woord neemt. Bert van Roermund: Trouw 01 06 2005. Een potentiële verwijzing

3 Dr Cil M. Wigmans vermeldt in zijn studie De oude wortels van het nieuwe leren zowel de naam Rosenzweig als het gegeven dat verhalen in het onderwijs belang-rijk zijn. Wigmans bouwt evenwel geen relatie op met Rosenzweigs taaltheorie. Het heeft er wat van weg dat De oude wortels van het nieuwe leren geconstrueerd is op een paradigmatische contaminatie van enerzijds bijbelse onderwijzing en anderzijds het Socratische leergesprek. “Leerlingen zijn …gebaat bij een Socrates…” (blz 68 SCOPE Scholengroep Alphen aan den Rijn 2004); de contaminatie leidt er zelfs toe dat Wigmans Rosenzweig en ironie op elkaar betrekt. (l.c. blz 80 – 81).

4 Dominique Wolton: “Il faut sauver la communication (Flammarion Paris 2005). “Enseigner, c’ est communiquer, c’est-a-dire réfléchir aux modalité qui permettent au récepteur de comprendre ce qu’on lui dit…” (p 30).

5 Woltons eerste wet van de communicatie is de ontdekking / de erkenning van de incommunicatie. “La premiere loi de la communication est la découverte de l’ incommu-nication.” (l.c. 215); incommunicatief onderwijs beschrijft Th.W. Adorno in Doof-stommeninstituut (Minima Moralia).