Zoektocht naar de vader

logo-idW-oud

 

ZOEKTOCHT NAAR DE VADER

Van Laura Reedijk-Boersma, die regelmatig in dit blad schrijft, verscheen Heilige Momenten, over haar ervaringen ver en dichtbij, haar ontmoetingen, pelgrimstochten en bedevaarten, geschreven in een heel eigen stijl, in ‘her own voice’ zoals Barbara Pym zou zeggen. Het zijn niet altijd verre tochten die zij onderneemt. Er is ook het haar vertrouwde fietstochtje naar Bunnik, waar ik ook dikwijls kom. Terwijl zij bezig was met haar boek, ontdekte zij hoe groot de invloed is geweest van de vroege dood van haar vader. Hij stierf in december 1944 aan tyfus toen Zeeland net enkele maanden was bevrijd, maar de rest van het land nog niet. Utrecht kon niet bereikt worden voor de juiste medicijnen. Zij was twaalf jaar toen, en zij was niet op zijn begrafenis. Achteraf gezien – zo schrijft ze zelf – waren de pelgrimstochten en bedevaarten vaak zoektochten met als voornaamste drijfveer de zoektocht naar haar vader. De vader komen we dan ook telkens tegen, het uitvoerigst in de hoofdstukken ‘Het graf van mijn vader’ (in Kloetinge), en ‘In Memoriam Patris’, en ‘Vruchten uit de kerketuin’. Maar ook kom je de vader tegen als je het niet verwacht. In een kerk in Chaource met in de crypte een graflegging van Jezus, wordt een dienst gehouden met slechts één kerkgangster. Zij en haar man moeten dan denken aan De Avondmaalsgasten van Ingmar Bergman, maar zij moet dan ook denken aan haar vader.

Zij begint haar boek met Theresia van Lisieux, de kleine Theresia vergeleken met de grote, Theresia van Avila. Het is wat sentimenteel met die Theresia, maar toch, aldus Laura, ‘schrijft ze niet alleen popperig en met “nederige hoogmoed”’. ‘Een wonderlijke heilige is deze Theresia. Haar levensverhaal is merkwaardig, maar ook aantrekkelijk.’

Laura leest onderweg alles wat geschreven en gedrukt is, vooral briefjes in de kerken neergelegd van vooral vrouwen. Zij vraagt zich af waarom dat niet ‘bij ons’ kan, waarom je bij ons geen briefjes kunt neerleggen, niet voor een heilige of voor Maria, maar voor God zelf. Alleen al doordat je een briefje in de kerk brengt kun je misschien troost ontvangen. Toen zij de briefjes zag in de kerken kwamen haar woorden uit de berijmde psalm 142 in de gedachten: ‘Alles, alles wat mij benauwt, heb ik de Here toevertrouwd’.

Met haar komen we op vele plaatsen en bezoeken we vele kerken, ook lelijke (dat viel me bij het lezen op, dat zij zoveel lelijke heeft gezien). Met haar komen we dweilende vrouwen in een kerk tegen. We lezen dan: ‘De eeuwen door hebben vrouwen de huizen van God schoongehouden. Zolang deze vrouwen met stofzuigers en dweilen bezig zijn met hun strijd tegen de chaos, zal de kerk blijven bestaan’.

Ik heb in het boek in de kantlijn vele streepjes gezet. Slechts enkele streepjes heb ik voor dit stukje gebruikt. U moet dan ook het boek zelf lezen. Ik noem nog het laatste hoofdstukje, ‘Een heilige dienst’, over een viering van de Maaltijd des Heren in een tehuis voor Indische Nederlanders. ‘Wij mochten in de intimiteit van die avond uitrusten bij de Heer. Het was op de avond van de laatste vrijdag van het kerkelijk jaar. Wij lazen over het feestmaal van vette spijzen en belegen wijnen op de berg Sion en aten een klein stukje wit brood en dronken een slokje rode wijn en hadden allemaal genoeg. We voelden ons verbonden met elkaar en met de Heer…’

Laura heeft haar boek opgedragen aan Bas (Reedijk), ‘al meer dan vijftig jaar mijn levensgezel en reisgenoot’. Van Bas zijn tekeningen opgenomen, helemaal aan het begin een tekening van het kerkje in St. Martin du Puy. (M.G.L. den Boer)

Laura Reedijk, Heilige Momenten – Ervaringen ver en dichtbij, Ten Have 2008, 14,90