Om te beschamen

logoIdW

 

OM TE BESCHAMEN

“Maar het dwaze van de wereld heeft God uitverkoren om de wijzen te beschamen, en het zwakke van de wereld heeft God uitverkoren om het sterke te beschamen.” (1 Kor. 1:27) 

Het indrukwekkendste televisiefragment van 2010 weet ik nog heel goed. Het waren beelden in het NOS-journaal van een Paasviering op Haïti, bij de verwoeste kathedraal in de hoofdstad, Port-au-Prince. De kathedraal was verpulverd door de aardbeving van dat jaar. De mensen in het toch al arme Haïti hadden niets meer. Maar ze vierden op de ruïnes en in de brandende zon een Pasen zo feestelijk als ik nog nooit had gezien, het Pasen van de Gekruisigde en zijn gekruisigd lichaam. Toen dacht ik: ‘Wat niets is heeft God uitverkoren, om wat iets is te beschamen.’

Schokkende woorden zijn dit. Het lijkt totale anti-reclame voor het evangelie. Daar zijn wij bezig het evangelie te verkondigen, mensen voor Christus te winnen, en te vertellen dat het prachtig is om bij Hem en zijn gemeente te horen. Maar dan komt daar iemand genaamd Paulus (zijn naam betekent ook al: kleintje) vertellen dat God het kleine eert en het grote omver blaast. Voor wie het Oude Testament kent, is het eigenlijk niets nieuws, het is het verhaal van de liefde voor Klein Duimpje Israël en de spot met de bravoure van Egypte en Babylon. Het is de pijnlijke humor van de omkering van Kaïn en Abel, van Jakob en Ezau, van David en zijn grote broers en ga zo maar door. En toch is het nu door het kruis van Christus zo toegespitst, dat het wel nieuw lijkt. De Gekruisigde, de onaanzienlijke en verachte, is de beminde en verkorene. Herodes ‘de Grote’ wordt een zielige figurant. En zoals het met de Gekruisigde is, zo is het ook met zijn lichaam, de uitverkoren gemeente. Die bestaat uit het onaanzienlijke en verachte, uit wat niets is. De Bekende Korintiërs halen er hun neus voor op en gaan verloren.

Dat kan ons slechts tegen de borst stuiten. Als we bij Jezus willen horen, willen we toch ook graag in goed gezelschap zijn? Je wilt wat hebben om mee te pronken. Iemand vertelde mij eens met een zekere trots naar dezelfde kerk te gaan als Bekende Nederlander zus en zo. ‘En weet u, de koningin die bezoekt ook nog wel eens een kerkdienst. Het koningshuis is nog steeds hervormd.’ En we groeien al een beetje. Grote denkers en schrijvers, belangrijke politici en wetenschappers, rijke mensen en hoge pieten rekenen zich tot de christelijke kerk. Jaja, we zijn ook nog met een miljard in deze wereld. Kijk eens hoeveel! Kijk eens hoe modern! Kijk eens hoe jong!

Marketing-bureaus leren ons dat we dat ook vooral moeten uitstralen. Een bedrijf dat op de rand van de afgrond staat, moet toch vooral een stalen glimlach blijven tonen. Anders is het sowieso voorbij. Als je een folder verspreidt, kun je er maar beter jonge, vitale, vrolijk lachende mensen op zetten. Een groep waarvan je denkt: ‘Daar wil ik ook wel bij horen.’

Paulus laat in deze verzen ook een folder zien van de gemeente. Het is een wat koddig groepsportret van dwazen, armen en onaanzienlijken. ‘Niet vele wijzen, niet vele edelen.’ En is onze reflex is dan niet: ‘Niet vele, maar gelukkig wel een paar, en daar hoor ik bij’? En weer missen we de pointe. Weer glipt God ons door de rijke vingers. Want Hij is een God van armen, dwazen en kinderen. God negeert soeverein ons verlangen naar het grote. En dat doet Hij niet uit narrigheid of omdat Hij niet anders kan, maar ‘om te beschamen’. Dat is misschien wel meest pijnlijk. Áls we het al over uitverkiezing willen hebben, dan willen we toch graag dat het is: verkiezing van de een, met het oog op allen. Verkiezing van Israël met het oog op alle volken. Maar in het Nieuwe Testament wordt duidelijker onderstreept dat het ook een andere kant heeft: verkiezing van de een, om de ander te beschamen.

Ik denk hierbij ook aan de verschuiving van het christendom van Europa naar de derde wereld. Hoe worden wij daarin beschaamd en te niet gedaan. De analfabeten, de arme schare, de onaanzienlijken heeft God uitverkoren om de onvolprezen Europese mens met zijn hoge roeping, zijn beschaving en zijn eer te beschamen. Het is beschamend van dat oordeel deel te moeten uitmaken. Het is beschamend de ongeschoolde ex-slaven van Haïti te zien voorgaan in het Koninkrijk van God, en te weten dat wij met al onze in eeuwen moeizaam verworven wijsheid van heidense oudheid en christelijke middeleeuwen, van humanisme en Verlichting, van zwartekousen-vroomheid en torenhoge wetenschap, geen stap dichter bij de kennis van God zijn gekomen, omdat alles hangt aan zijn verkiezing en Hij verkiest wat niets is, om wat iets is te beschamen, opdat geen vlees zou roemen voor Hem. Ai ik arm vlees.

Willem Maarten Dekker