Bergoglio/Franciscus I

logoIdW

Bergoglio / FRANCISCUS I

Met ontroering heb ik op televisie gekeken naar de verschijning van de nieuwe paus op het bordes van het Vaticaan. Tot veler verbazing trad de Argentijnse kardinaal Bergolio naar voren, een Jezuïet. De Jezuïeten vormen een heel oude kloosterorde in de kerk. Een orde die bekend staat om zijn intellectuele gehalte. Veel Jezuïeten waren en zijn grote wetenschappers, filosofen en theologen. Zij behoren (zoals elke orde) niet tot het normale bestuursapparaat van de kerk. Daarom zijn ook maar heel weinig Jezuïeten kardinaal. Bovendien hebben de Jezuïeten een moeizame relatie met de katholieke kerk gehad. Wat dat betreft is het dus al bijzonder dat zo’n outsider nu paus wordt. Nog bijzonderder werd het voor mij, toen hij zijn naam bekendmaakte: Franciscus I. Dat verwijst naar de stichter van een andere orde, de orde van de Franciscanen. Franciscus was in de dertiende eeuw in Italië een zoon van een rijke Milaanse lakenkoopman, de gedoodverfde opvolger van zijn vader. Maar op een gegeven moment koos hij een heel andere weg: alle rijkdom afleggen en Christus volgen in armoede en deemoed. Het was een tijd waarin de kerk zich bijzonder verrijkt had en een janboel van misstanden was. Franciscus vertolkte in die eeuw de stem van Christus. Op mijn studeerkamer hangt al sinds jaar en dag een klein plaatje van hem, waarop hij tot de vogels preekt. Dat deed hij, want heel de schepping heeft Christus nodig en om heel de schepping is God bekommerd. Franciscus was een christen waar ook de partij voor de dieren goed mee door één deur zou kunnen. Nu is preken tot de vogels wel vreemd, maar dat was het afzien van zijn rijkdom nog meer. Daarom werd Franciscus ook in goed Italiaans ‘il nuova patsus del mundo’ genoemd: ‘de nieuwe dwaas van de wereld’. Een geuzennaam. Hij was dwaas om Christus’ wil.

Elke paus kiest bij zijn verkiezing een nieuwe naam. Een prachtige uitdrukking van de nieuwe bestemming die hij ontvangt. (Ik vind eigenlijk dat de naam van een kind om die reden pas bij de doop genoemd zou moeten worden, en dat zij die als volwassene gedoopt worden, een nieuwe naam zouden moeten krijgen, maar dat terzijde.) Nog nooit heeft een paus de naam Franciscus gekozen. Logisch, want de kerk zat toen helemaal niet op Franciscus te wachten en heeft ook sterk geaarzeld om de orde überhaupt te erkennen. Ook in de eeuwen daarna is die spanning gebleven. Nu, 700 jaar na Francicus, noemt een Jezuïeten-paus zich met de naam Franciscus. Dat geeft heel veel hoop. Als hij de intellectuele kracht van de Jezuïeten kan en wil verbinden met het pastorale hart en de deemoed van de Franciscanen, dan is er uitzicht op een nieuwe tijd.

Met een nieuwe tijd doel ik niet op de vernieuwingen waar veel Nederlandse katholieken op hopen. Die emmeren maar door over dat het priesterschap opengesteld moet worden voor vrouwen, dat de kerk het homohuwelijk moet erkennen, dat het celibaat afgeschaft moet worden, dat anticonceptie moet worden toegestaan, dat er soepeler omgegaan moet worden met echtscheiding, abortus en euthanasie. Maar dat zijn echt niet de punten waar het op aankomt. Laat de kerk daar maar een hoog ideaal in vasthouden, dat Bijbels ook goede papieren heeft. Maar de vernieuwing moet komen van een kerk die kiest om de nederige, dwaze weg van Christus te gaan, en al haar eigengerechtigheid en eigen wijsheid aflegt.

Het derde wat me ontroerde, was hoe deze paus het volk toesprak dat samengestroomd was op het Sint Pietersplein. Hij stond er in zijn eenvoudige witte gewaad, in plaats van het pompeuze sjieke gewaad waar de meeste pausen zich mee kleden. Hij stond er bijna in zijn kerkelijke onderbroek. Een echte Franciscaan. En hij sprak de mensen aan met ‘goedenavond’ en: ‘we zien elkaar snel weer’. Ongehoord, zo gewoon en zo nabij. En het allermooiste: hij ging al heel snel bidden. Concreet voorleven wat het is om te geloven. Natuurlijk na het Onze Vader ook het ‘Wees gegroet Maria, moeder van God’ – maar dat neem ik dan graag op de koop toe. En ook daarmee liet hij zien aan de mensen: ik ben een van jullie. De vorige paus, Benedictus XVI, was de betere theoloog. Die begreep dat Maria niet zoveel ruimte verdient, en had het dan ook nooit over haar. In zijn pauselijke wapen was ze volgens mij niet te bekennen. Theologisch heel correct – de vorige paus was werkelijk een groot theoloog, zijn boeken over Jezus en ook zijn encyclieken over geloof, hoop en liefde waren heel leerzaam voor mij – maar zich distantiërend van het kerkvolk. Deze Francicus I lijkt de gewone man en vrouw te begrijpen. En vooral de armen. Het schijnt dat hij gewend is zijn eigen potje te koken, in een gewoon huisje woont en met de bus naar zijn kardinale werk ging. En dat terwijl je als kardinaal ook al recht hebt op een paleisje, een huishoudster en een auto met chauffeur.

Francicus I is nu al mijn held. Hij kondigde ook meteen aan dat de prioriteit van zijn werk ligt bij de ‘evangelisatie’. Vooral Europa is aardig van het pad geraakt de laatste eeuwen. Ik hoop werkelijk dat deze paus op een liefdevolle en menselijke manier de zielen van Europa weet te winnen voor Christus. Misschien mag hij er een teken van zijn dat Christus ons nog niet vergeten is. De ‘derde’ wereld van de ‘armen’ mag nu de ‘eerste’ wereld van de ‘rijken’ komen herinneren aan het evangelie, dat ooit vanuit Europa de wereld over ging.

Misschien ook zal deze paus op een milde en verzoenende manier naar de protestantse kerken kijken. Meer dan de vorige paus deed. Die heeft wel contact gezocht met de oosters-orthodoxe kerk, maar niet met de protestanten, integendeel. En ik snap heel goed dat de katholieke kerk vindt dat wij protestanten maar wat aanrommelen. Een kerk is wereldkerk of zij is geen kerk. Wat wil anders de belijdenis zeggen dat wij geloven in één heilige, algemene, apostolische kerk? Ja, ik ken de traditionele protestantse antwoorden – maar daar heeft de RKK echt een punt. Maar misschien, als deze paus werkelijk Christus en de mensen wil dienen zoals Francicus het deed – dan komt als God het wil hopelijk ook ooit het moment, dat we allemaal weer katholiek kunnen worden. Het zal tijd worden.

Opvallend was in ieder geval, dat de paus zijn zegen inleidde met de woorden, dat die niet alleen voor de katholieke christenheid bestemd was, maar voor ‘alle mensen van goede wil’. Weer een eigenzinnige afwijking van het protocol was dat! En theologisch is er nog wel wat van te zeggen. Maar het laat zijn hart zien. Laten wij juist ook als protestanten God bidden dat wij in de paus heel veel van Christus mogen herkennen: ‘il nuovo patsus del mundo’.

Willem Maarten Dekker