Vikram Seth, Twee levens

logo-idW-oud

 

VIKRAM SETH, TWEE LEVENS

Een bijzondere leeservaring in 2006 was voor mij het boek van Vikram Seth, Twee Levens.
Lang nadat ik het had uitgelezen, betrapte ik mezelf erop dat mijn gedachten steeds weer teruggingen naar dit boek. Vandaar dat ik er een boekbespreking aan wijd in ‘In de Waagschaal’.

In Twee Levens ontwart en beschrijft Vikram Seth aan de hand van gesprekken, verhalen, foto’s , brieven en andere documenten de levensgeschiedenissen van zijn oudoom Shanti Seth en zijn aangetrouwde tante Henny, geboren Caro. Hij vertelt hoe twee levens mettertijd onlosmakelijk met elkaar verweven raken en ook hoe zijn eigen levensverhaal heel hecht verbonden wordt met de levens van zijn oom en tante. Dat geeft het boek een heel persoonlijk en intiem karakter. Al lezend realiseer je je dat het boek gaat over twee levens maar dat er een derde leven voor nodig is om het allemaal op te tekenen. En zo laat Vikram Seth je een ander perspectief zien om naar je eigen leven te kijken. Een mens is ook altijd een schakel tussen een vorige generatie en een volgende.

Oom Shanti laat zich door zijn oudere broer Ray overhalen om tandheelkunde te gaan studeren in Europa. ‘In onze familie hebben we al een ingenieur, een accountant, een dokter en een rechter, maar nog geen tandarts. Waarom ga jij geen tandheelkunde studeren?’ Deze opmerking laat zien hoeveel waarde er gehecht werd aan een goede opleiding in het Indiase milieu van kleine maar vlijtige, spaarzame grondbezitters, waartoe ook de familie Seth behoorde. In de zomer van 1931 reist oom Shanti dwars door het Arabisch schiereiland naar het Westen. Hij besluit in Berlijn tandheelkunde te gaan studeren, terwijl hij geen woord Duits spreekt en niet op de hoogte is met het Duitse onderwijssysteem. Het verbazingwekkende is dat het oom Shanti schijnbaar moeiteloos lukt om alle obstakels die hij in zijn studie tegenkomt, het hoofd te bieden. Immers, waar een wil is, is een weg. Het moment dat de levens van oom Shanti en tante Henny bij elkaar komen, is als oom een kamer huurt bij de familie Caro, Duitse joden. Moeder Ella en haar dochters Henny en Lola nemen de kleine Indiër gastvrij en liefdevol op in hun huis en vriendenkring en helpen hem op alle mogelijke manieren bij zijn studie. En dan komt Hitler aan de macht en de rest van het verhaal laat zich raden. Shanti moet uitwijken naar Londen, want in het Duitsland van Hitler is voor hem als niet-ariër geen plaats meer. In Engeland wacht Shanti opnieuw tegenslag, wanneer blijkt dat zijn diploma daar niet wordt erkend. Oom moet al zijn examens overdoen. In 1939, vlak voor de Tweede Wereldoorlog een feit is, ziet Henny nog kans om Duitsland te ontvluchten. Haar moeder en zuster moet ze achterlaten in Duitsland. Ze komt naar Londen, waar Shanti haar opwacht. Nu is het zijn beurt om te helpen. Shanti meldt zich bij het Britse leger. Als legertandarts voert de oorlog hem naar Noord-Afrika, het Midden-Oosten en het slagveld van Monte Cassino, waar hij zijn rechterarm verliest. Ieder ander zou nu bij de pakken neer gaan zitten, maar dat geldt niet voor oom. In de familie en vriendenkring maakt hij zelfs grapjes over het verlies van zijn rechterarm. Het is geen nadeel, eerder een enorm voordeel. Eigenlijk zou je iedere beginnende tandarts moeten adviseren om zijn rechterarm te laten afzetten.

Na de oorlog hoort Henny dat haar moeder en zuster in Theresiënstadt en Auschwitz-Birkenau zijn omgekomen.

Het deel, waarin Vikram Seth het leven van zijn tante Henny beschrijft, voorafgaande aan haar huwelijk met zijn oom, vond ik heel bijzonder. De geschiedenis van de Holocaust is al zo vaak verteld en verbeeld, wat valt daar nog aan toe te voegen. Voor Vikram Seth, als Indiër, is het een geschiedenis op grote afstand. De feiten die je van binnen en van buiten meent te kennen, deden mij op sommige momenten, door zijn manier van beschrijven, opnieuw huiveren van schrik en ontzetting.

Aangrijpend zijn ook de brieven die zijn tante na de oorlog ontvangen en bewaard heeft van haar vrienden uit Berlijn. Ze laten zien, tijdens de oorlog waren er ook mensen in Duitsland, die wisten dat ze eens rekenschap zouden moeten afleggen. Waar was jij? Wat heb jij gedaan? En op grond daarvan gehandeld hebben.

In het laatste deel van zijn boek vertelt Vikram Seth over de moeilijkheden die hij moest overwinnen om uiteindelijk het boek over zijn oom en tante te schrijven. Zie je wel, dacht ik toen ik daarover las, moeilijkheden, barrières zijn er in elk mensenleven.

Na het overlijden van zijn oom gebeurt er namelijk iets heel ergs. Oom valt van het voetstuk, waarop zijn neefje hem heeft geplaatst.

Het kostte veel moeite, verdriet en boosheid om in te zien dat het mijn eerbied was voor oom, vertelt Vikram Seth, aan het slot, waardoor ik niet kon zien de man die oom was geworden in zijn hoge ouderdom. Een bange, eenzame, gebrekkige en achterdochtige oude man. Niet mijn oom moet ik daarover verwijten maken, maar mijzelf, omdat ik hem niet gezien heb, zoals hij was geworden aan het einde van zijn leven. Dat maakt Twee Levens tot zo’n aangrijpend en in en in menselijk document.

Het verhaal van oom Shanti die begin jaren dertig naar Europa reist om daar tandheelkunde te studeren, bleef mij intrigeren. Het duurde enige tijd, voordat ik mij realiseerde, het verhaal van oom Shanti ken ik ook vanuit mijn eigen familiegeschiedenis. Aan het begin van de twintigste eeuw reisde mijn overgrootvader Matthijs Petrus Leiwakabessy, als zoon van een dorpshoofd op het eiland Nusalaut (Midden-Molukken) af naar Holland om in Leiden de medicijnenstudie die hij in Indië was begonnen, voort te zetten. Uit de verhalen van zijn dochter, mijn ooms en mijn moeder moet mijn overgrootvader over een enorme dosis wilskracht en eerzucht hebben beschikt. In het staatsblad van 1911 aflevering 171 wordt over hem bericht dat hij als Indisch arts gelijkgesteld is met de Europeanen. Matthijs Petrus Leiwakabessy op een foto die van hem bewaard is gebleven, staat hij als officier van gezondheid naast zijn fiets in gezelschap van andere officieren, met op de achtergrond Fort Pannerden. De Eerste Wereldoorlog is een feit en ook mijn overgrootvader is onder de wapenen geroepen.

Machteld de Mik-van der Waal

Vikram Seth, Twee Levens, uitgegeven bij Van Oorschot