Home – Gilead revisited

logo-idW-oud

 

HOME – GILEAD REVISITED

In haar nieuwe roman Home voert Marilynne Robinson de lezer opnieuw terug naar Gilead, het onbeduidende stadje in Iowa. Niet alleen zijn de tijd en plaats van handeling hetzelfde als in Gilead, Robinsons vorige roman, ook de personages uit deze roman keren terug. Maar keert in Home de lezer terug naar hetzelfde verhaal, het wordt dit keer verteld vanuit een ander perspectief. In de plaats van dominee John Ames treedt nu collega Robert Boughton, zijn alter ego, vriend, collega en tegenspeler op het dambord op de voorgrond; samen met zijn jongste dochter Glory en zijn zoon Jack, die beiden terugkeren naar het ouderlijk huis.

Home vertelt onder andere hoe broer en zus hun terugkeer naar het ouderlijk huis beleven. Het verhaal begint bij Glory, die na een stukgelopen relatie terugkeert naar huis om voor haar oude zieke vader te zorgen. Met de woorden, ‘Home to stay, Glory! Yes!’ her father said and her heart sank, begint het verhaal. De blijdschap en ontroering die Glory in de stem van haar vader hoort, benauwen haar. En tegelijk voelt zij zich daarover schuldig. De reactie van Glory zonder woorden op de begroeting van haar vader, biedt de lezer ruimte voor eigen gevoelens en ervaringen. En dat is de kracht van het schrijverschap van Marilynne Robinson. In Home word je als lezer herinnerd aan de momenten in je eigen leven dat je als volwassene naar je ouderlijk huis terugkeerde. Het voelt warm en vertrouwd, maar tegelijk is het ook altijd weer een verontrustende ervaring, want ergens wringt het. Het past niet meer. Juist in de nabijheid van je ouders, op de plek waar je bent opgegroeid, word je eraan herinnerd dat jouw leven verder is gegaan. Juist daar besef je, ik ben niet langer enkel dochter; als vrouw, schoondochter, moeder, maak ik deel uit van andere gezinnen. En je weet, je komen naar deze plek is een komen om te gaan. Dat maakt dat je bij elke begroeting naast de vreugde van het weerzien ook een droefheid voelt die nooit meer weggaat.

Glory beschouwt haar terugkeer naar het ouderlijk huis als een falen. Zij moet leren leven met het gegeven dat zij naar huis is teruggekeerd, om er te blijven. Zij heeft geen ander thuis, geen ander gezin om naar terug te keren. En dat is een ding om te betreuren. Bij thuiskomen hoort voor Glory ook dat zij als dochter als vanzelf weer terugvalt in de oude gedragspatronen. Het is alsof zij het ouderlijk huis nooit heeft verlaten en dat is een verontrustende ervaring.

Kort na Glory’s thuiskomst keert Jack Boughton na twintig jaar afwezigheid terug naar huis. Hij is het zwarte schaap van de familie. Hij is de zoon die nooit heeft willen deugen. Net als zijn zus beschouwt Jack zijn terugkeer naar het ouderlijk huis als een falen. Ook hij heeft geen huis, geen ander gezin meer om naar terug te keren. Jack ziet zichzelf als een verloren ziel, die niet meer te redden is. Anders dan bij Glory beseft de lezer dat Jack mogelijk niet naar huis is teruggekeerd om er te blijven.

Het is ontroerend om te lezen hoe broer en zus voorzichtig toenadering tot elkaar zoeken. Uiterst behoedzaam en omzichtig gaan ze met elkaar om, om toch vooral de fijne draden waarmee hun levens aan elkaar verbonden zijn niet te verbreken. Hier is het dat je de genade van God voelt. De genade, waarvan dominee Robert Boughton zo graag (s)preekt. Hier is God aanwezig. Aan de hand van de observaties van Glory voel je hoe vader en dochter worstelen met de terugkeer van Jack naar het ouderlijk huis. Is het een komen om te blijven of is het een komen om te gaan. Zolang Glory zich kan herinneren draagt haar vader, de eerbiedwaardige dominee Robert Boughton, de last van het verdriet en de zorgen om zijn zoon Jack die maar niet wil deugen, met zich mee. Net als de vader in de gelijkenis van de verloren zoon blijft hij hopen op de terugkeer van zijn zoon. Hij wacht op een teken van zijn zoon dat hij zich naar hem toewendt en beseft niet dat zijn zoon net als hij wacht op een teken van ontferming.

Als Jack op een avond aan zijn vader en John Ames vraagt: ‘Zijn er mensen die simpelweg slecht zijn geboren, slecht leven en naar de hel gaan?’, dan vraagt hij dit met het oog op zichzelf. Het is voor de lezer een uiterst pijnlijk moment, omdat deze beide eerbiedwaardige, wijze, oude mannen dit zelf niet in de gaten hebben. Jack waagt het om uit te spreken wat ieder mens ten overstaan van God beseft, belijdt: ‘Ik ben het niet waard om liefgehad te worden’. Maar zij gaan aan de diepe existentiële angst waarvan deze vraag getuigt voorbij en verliezen zich in theologische verhandelingen over de predestinatie. En daarmee is het lot van Jack bezegeld. Hij beseft dat hij niet kan blijven. Hij wil een vader die zich uitspreekt, die niet al het kwaad dat hij heeft aangericht, al bij voorbaat toedekt met de mantel der liefde. Hij kan niet leven met een vader, die handelt en spreekt omwille van het fatsoen en omdat de gemeente zo’n houding van hun predikant nou eenmaal verwacht.

Wie Gilead heeft gelezen weet dat Jack tijdens zijn afwezigheid een zwarte vrouw heeft leren kennen en met haar een zoon heeft, die hij naar zijn vader heeft vernoemd. Pas helemaal aan het einde van het boek besef je dat Jack nog een reden had om naar huis, naar Gilead terug te keren. Het was ook een poging om te onderzoeken of dit stadje onderdak zou kunnen bieden aan een blanke man en zijn zwarte vrouw en hun zoon. In 1956 is Gilead een plaats waar een zwarte familie bang is om zich na zonsondergang op de openbare weg te vertonen. Ooit werd de stad Gilead in Iowa gesticht door mannen en vrouwen die zich tegen de slavernij verzetten. Deze en andere lelijke feiten compliceren de schoonheid van Home, maar bedenk wel, dat maakt het lezen van deze roman tot een onvergetelijke ervaring.

There is a balm in Gilead
to make the wounded whole.
There is a balm in Gilead
to heal the sin sick soul.

Machteld de Mik-van der Waal

Marilynne Robinson, Home, uitgegeven bij Farrar, Strauss and Giroux, New York.
De Nederlandse vertaling Thuis verschijnt in februari 2009