Bidden met en voor…

logo-idW-oud

 

BIDDEN MET EN VOOR….

Tijdens de studiedag Heil, heling, gebed en genezing, die ik samen met redactielid Udo Doedens bezocht, werd veelvuldig gesproken over de opdracht van de christelijke gemeente om voor en met mensen te bidden. Het zette mij aan het denken. Ik vroeg mij af, hoe zit dat nou eigenlijk met mij. Wat gebeurt er met mij, als ik bid voor en met anderen.

Ik weet nog goed, als beginnend domineetje, op huisbezoek was het mijn grootste angst dat een gemeentelid mij zou vragen, ’dominee, zou u met mij willen bidden?’ Ik vreesde dan toch echt te moeten teleurstellen. Want, wat moest ik bidden, hoe moest ik bidden. Ik had geen idee. Van huis uit ben ik niet vertrouwd gemaakt met hardop bidden. In mijn jeugd maakte ik het wel eens mee aan tafel bij anderen. Het waren momenten, waarop ik steevast de slappe lach kreeg. Dat had ook alles te maken met de zangerige, zalvende bidstem van de vader van één van mijn vriendinnen van de basisschool. Het was vooral mijn schaamte, mijn gêne die me parten speelde, realiseer ik me nu zoveel jaar later. Bidden dat deed je niet hardop en zeker niet met anderen. Bovendien anderen zouden zich eens schamper en kritisch over mijn gebed kunnen uitlaten. Zou bidden helpen, vroeg ik me af. Denkend aan dat liedje van Robert Long ‘Jezus redt, Jezus redt, alle mensen opgelet, enkel door het gebed’ was ik daar niet zo zeker van.

Wat betreft het bidden dus was ik als beginnend domineetje niet goed toegerust. Het waren mijn gemeenteleden uit mijn eerste gemeente die mij leerden om te bidden. Zij leerden mij bidden met en voor anderen, is niets anders dan mezelf openen en mijzelf neerbuigen naar de ander toe om me geheel en al te richten op de ander. Vanuit de ervaring niets, helemaal niets te kunnen uitrichten, kan je alleen maar vertrouwen op God, op Jezus, op de Geest. In de naam van Jezus Christus, leerden zij mij, heb je alleen maar jezelf te geven, de ander je meeleven te schenken, gewoon weg door er te zijn. Dat gebeurt door alle pijn, moeite, verdriet en verlegenheid heen.

Sinds die bewuste studiedag ben ik me nog van iets anders bewust geworden. Bidden voor en met anderen, doe ik niet alleen met woorden, met mijn hoofd, maar met mijn hele lijf, heel mijn wezen doet daaraan mee.

Nog steeds vraag ik me af, als ik bid met anderen, zou bidden helpen. Dat zit blijkbaar zo ingebakken in mijn denken, heel mijn wezen. Inmiddels weet ik wel dat ik daarvoor geen onomstotelijk bewijs nodig heb. Maar wat ik wel weet het bidden met en voor mensen, behoort tot de kostbare en ontroerende momenten in mijn werk als predikant. Daar beleef ik samen met de ander: God boven ons is mens onder ons. Het gaat om het doen, dat was, is en blijft voor mij als geseculariseerd mens een opgave.

Machteld de Mik-van der Waal