Beste Bernard,

logo-idW-oud

 

BESTE BERNARD,

Ik krijg door jouw schrijven sterk het gevoel dat jij mij probeert uit te dagen tot het doen van olijke ontboezemingen.

Wat mij fascineert aan het boek van de Blokkers is wat de stofomslag van hun boek ons laat zien, zowel op de voorkant als op de achterkant.

De voorkant toont ons een illustratie van J.H. Isings in kleur. We zien Johannes de Doper op de rug en ietsjes van opzij, links staan twee leerlingen van hem. De plaat van Isings laat zien wat er gebeurde in Betanië aan de overkant van de Jordaan, als Johannes de Doper Jezus voorbij ziet komen. Wie ingewijd is in de bijbelse geschiedenis weet, nu gaat de toekomst open. Dit is het moment suprême van Johannes, als heraut van Gods Koninkrijk kondigt hij Jezus aan met de woorden: ‘Daar is het lam van God’. De achterzijde van de stofomslag toont ons Jan Blokker en zijn zonen Jan en Bas in ongeveer dezelfde opstelling als Johannes de Doper en zijn twee leerlingen, met op de achtergrond een indrukwekkend Godshuis. Wellicht dat jij, Bernard, mij kunt vertellen voor welke kerk de Blokkers hebben geposeerd, of anders de lezers van ons blad wel. Zo te zien vinden de schrijvers het zelf wel amusant dat ze poseren met een kerk op de achtergrond. De broers Jan jr. en Bas staan links van hun vader, schouder aan schouder in colbert en rechts van hen staat vader Blokker. Hij draagt voor de gelegenheid een trui, die zijn buik gewichtig benadrukt. Anders dan Johannes de Doper, houdt hij zijn armen op de rug. Het is maar goed dat de drie auteurs hun voorwoord beginnen met de zin, Dit boek is geschreven door drie ongelovige zielen. Want de illustratie van Isings op de voorkant en de foto van de schrijvers –te- drieën op de achterzijde van de stofomslag zouden de lezers evengoed op het idee kunnen brengen dat ze hier te maken hebben met een evangelische onderneming zoals die van Johan Maasbach en zonen.

Dit dus even terzijde. Maar toch de foto van de drie auteurs op de achterkant, de platen van Isings en niet te vergeten de naam Blokker hebben ervoor gezorgd dat hun boek verschenen onder de titel ‘Er was eens een God’ in mum van tijd werd omgedoopt tot de Blokkerbijbel. En onder die naam gaat het een gouden toekomst tegemoet. Dat is geen geringe prestatie!

Bernard, je vroeg me ook naar mijn ervaringen met de Blokkerbijbel. Op de basisschool waar ik godsdienstles geef, begin ik mijn lessen aan de kinderen uit groep 6 steevast met de verhalen over het begin. Het is mijn ervaring dat zowel ongelovige als gelovige zielen vragen naar het begin. Hoe is alles begonnen? En ook hoe is het kwaad in de wereld gekomen? Gelooft u in God?

Vandaar dat ik de Blokkerbijbel opensloeg bij hoofdstuk 1, In den beginne oftewel Eva en het weten. Een gevoel van teleurstelling bekroop mij, toen ik de eerste zin las Op zondag 23 oktober van het jaar 4004 voor Christus schiep God hemel en aarde. Bas Blokker citeert hier weliswaar gekscherend James Usher, aartsbisschop van Armagh, een theoloog uit de 17e eeuw, maar de bedoeling is duidelijk. Wat jammer dat ongelovige zielen vaak zo nodeloos blijven hangen in het benadrukken van echte en onechte geschiedenis. Het is paradoxaal, maar op één punt lijken ongelovige zielen heel erg op fundamentalisten namelijk dat zij de bijbel slechts op een manier kunnen lezen.

Gelukkig was er voor mij, gelovige ziel, aan het einde van hoofdstuk 1, de plaat van Isings die mij toonde hoe de mens en zijn vrouw gehuld in dierenvellen ontredderd en wanhopig de tuin van Eden worden uitgestuurd om de aarde te gaan bewerken.

De dierenvellen vertellen wat God moest prijsgeven en wat wij met Hem hebben verloren. Immers om de mens en zijn vrouw te bekleden met dierenvellen, moest God toch eerst een dier of twee doden.

Een hartelijke groet aan jou die zo van Schubert houdt.

Machteld de Mik