De tragiek van Kopmels c.s.

logo-idW-oud

 

DE TRAGIEK VAN KOPMELS C.S.

Het valt nooit mee toe te geven dat je op een bepaald moment in je leven de situatie totaal fout heb ingeschat en jaar en dag achter je eigen socialistische droom bent blijven aanlopen, terwijl de echte situatie er een was om je kapot te schamen. Maar als je twintig jaar na het verdampen van deze droom nog steeds meent je gelijk te moeten halen, dan is er naar mijn idee weinig hoop meer voor je.

Zo heb ik het sterk suggestieve verhaal van Rens Kopmels zitten lezen op de tweede zondag na 9 november 2009. Voordat ik predikant werd in Duitsland (1974-1980) wist al dat het in de DDR totaal niet deugde. Eenmaal gemeentepredikant in de BRD moest je wel horend doof zijn om ook maar enig positief gevoel te hebben bij wat zich daar afspeelde. Elke eerste zondag van de maand kondigde ik af: `Die Kollekte ist heute bestimmt für die Gemeinden in de DDR.’ Dat was ook wel nodig, want de DDR was een samenleving geleid door louter schurken en schoften. Van hoog tot laag. Onder hen helaas ook veel kerkleider-broeders die niet deugden. Dat wist iedereen. Welk pakket je ook opstuurde, welke brief je ook schreef, alles, alles werd doorsnuffeld. Wilde je een christen uit de gevangenis halen, dan moest de kerk aan de westkant altijd betalen. Veel betalen. Voor enig kerkelijk leven in de DDR zelf was nauwelijks nog ruimte. Predikanten leden armoede. Kerkgebouwen en pastorieën lagen er jaren later nog net zo ‘vergammelt’ bij als in 1945. Wie belijdenis van zijn geloof aflegde en de socialistische Jugendweihe weigerde, kwam niet op de universiteit. Moet ik nog meer zeggen? Het was een samenleving waarin angst, eindeloze controle en uitbuiting van mensen regeerden en men zich in de steek gelaten voelde door de overheid en vaak ook de kerkleiders. Laatst zag ik de film ‘Das Leben der Anderen’. Een aanrader. De film schokte me meer dan ik had vermoed omdat dit zich afspeelde zo dichtbij in mijn eigen leven. Dat Duitsers zelfs in bed tegen hun partner nog Sie zeggen komt door deze angstmaatschappij. Van de nazi’s en daarna de zgn. socialisten. Men wist altijd: Einer hört mit. Daarmee werd niet de HEER bedoeld.

Maar zelfs na twintig jaar meent Kopmels nog steeds die samenleving te moeten kenschetsen als socialistisch. Vol-gens mij kun je het woord socialisme niet meer bevuilen dan de angst en onderdrukkingsmaatschappij van de DDR met dat woord te typeren.

Ik begrijp het wel. Al in de jaren zestig en zeventig wemelde het in ons land van socialistische dromers. Die moesten en zouden hun droom verwerkelijkt zien in de DDR. Want het kapitalisme was van de duivel. Maar er was een alterna-tief, zo hoorde ik vaak enthousiaste linkse theologen zeggen – zelf mooi huis, alle vrijheid van de wereld – en dat was de DDR. Ook nu weer probeert – getuige het laatste stukje van het artikel – Kopmels met de zwakke kanten van het kapitalisme de treurigheid in de DDR toen en nu te rechtvaardigen. Over de Wende wil hij nog wel zijn vreugde uit-spreken, maar meteen volgt: het was zo mooi allemaal! De droom van Kopmels c.s. is verslonden. In de tijd dat ik in Duitsland predikant was heb ik me vaak aan deze zgn. socialistische christenen groen en geel geërgerd. Vlak voor de val van de muur begin oktober 1989 vierden Honecker c.s. hun 40-jarig jubileum. Op de TV zie ik nog voor me hoe ook een heel aantal PvdA-kopstukken hem om de hals vielen en aan het mee feesten waren. Vier weken later viel de muur.

Mijn stelling is: Kopmels c.s. stonden jaar en dag aan de foute kant. Misschien ‘In de waagschaal’ ook wel. Jaar en dag bleef men geloven in een droom die nooit heeft bestaan, ook in de eerste jaren niet en al helemaal niet toen de muur kwam. Dat allemaal laten liggen en jezelf rechtvaardigen, – dat vind ik nu eens heel tragisch. En dan als plus-punten noteren: er was recht op arbeid, arbeidsvreugde, huisvesting, gratis onderwijs en vervoer, – zo’n opmerking mag je echt wel HET understatement van het jaar noemen. Heel de samenleving was één grote sociale werkplaats. Was je een klein beetje kritisch, dan kwam je niet verder dan de Mavo. Tien mensen runden een boerderij die aan onze kant één boer met zijn vrouw deed. In veertig jaar hebben de zgn. socialistische vrienden van Kopmels in staat en kerk het hele land naar de gallemieze geholpen. Nogal logisch dat alles economisch instortte in 1989. Er was gewoon niets. Men liep veertig jaar achter.

Maar Kopmels c.s. blijven geloven in de droom waarvoor heel veel Duitse mensen ontzettend hebben moeten lijden en waaraan men zich mee schuldig gemaakt heeft. De vernederingen, de Stasi, het onder druk zetten je liefste mensen te verraden, het rücksichtslos Abknallen van mensen die over de muur klommen of door de zone probeerde weg te komen, het zakkenvullen van de leiders – dat kun je niet blijven afdoen als wat tekorten en mankementen van een goed bedoeld politiek systeem. Je hebt het gewoon niet willen zien. Het was een angst- en terreurmaatschappij geleid door schurken en schoften.

Het valt nooit mee toe te geven dat je het echt fout hebt gezien. Je excuseren deed na 1989 ook vrijwel niemand. Ook in een krant als Trouw zag ik nooit zo’n bericht. Ook de PvdA – op een enkeling na – excuseerde zich nooit. Mis-schien schrijf ik nog eens een artikel over de mensen die allemaal begin oktober 1989 aan het feesten waren met kameraad Honecker. Vier weken later was het ineens stil en ineens had iedereen de protestbeweging – heel divers – van de laatste jaren voor de Wende gesteund. Maar wel blijven treuren om het teloor gaan van de laatste kans. Paul Rosenmüller in zijn op zich goede achtergrondserie hoor ik ook maar steeds vragen: het is toch mislukt, he? De DDR is opgeslokt he?

Hoe kritisch je theologie ook is, gek, dat helpt kennelijk dus helemaal niet. In elk geval niet om dromers wakker te maken. Hier word ik niet blij van. Misschien kan IdW eens een discussie beginnen over het failliet en de schuldigheid van de DDR-sympathisanten in Nederland. Ook onder de theologen.

Piet de Jong

Naschrift
Verdedigen tegen de aantijgingen van Piet de Jong ga ik me niet. Ik stond en sta niet waar hij me neerzet. De beoordeling van De Jongs reactie op mijn stuk laat ik graag aan de lezers over. Bovendien heb ik ooit in dit blad beloofd niet meer over het oost-europese communisme te zullen ‘zeuren’. Dat ik dat nu toch een beetje gedaan heb spijt me niet erg, maar ik wil me er wel voor excuseren. Speciaal tegenover Jan Kortleve, die ik dat destijds beloofde. Als Piet de Jong en/of andere lezers echt willen weten hoe ik me verhield tegenover het (teloorgegane) communisme verwijs ik naar het uitvoerige artikel dat ik in 1992 op verzoek van Maarten den Dulk schreef in de feestbundel voor Bert ter Schegget ‘Zucht om vrijheid’ . Het heet: Socialisme exit, met de niet te miskennen ondertitel ‘Een christelijke overweging’. Gemakkelijk laat het zich vinden op mijn website wwwrenskopmels.nl onder ‘Nieuws’ of onder ‘Artikelen’ sub G.H. ter Schegget. R.K.