Jaap Segaar

logo-idW-oud

 

JAAP SEGAAR

Wanneer je vroeger biologie ging studeren, werd voor de vraag naar je ‘inspirator’ vaak de naam van Jac. P. Thijsse genoemd. Immers biologie werd vooral gezien als de wetenschap van de natuurlijke historie (zoals het vak toen op de middelbare school ook genoemd werd) en wie anders dan Thijsse en Heimans hebben een belangrijkere bijdrage geleverd aan de popularisering van de veldbiologie? Ook op mij hebben zij inspirerend gewerkt, en bijgedragen aan mijn veldbiologische ontwikkeling, maar gelukkig wist ik ook dat biologie meer is dan kennis van planten en dieren.

Tijdens de doctoraalfase van mijn studie biologie ben ik in contact gekomen met de bioloog Jaap Segaar (1904-1986), die op mijn ontwikkeling als bioloog een heel inspirerende invloed heeft gehad. Na zijn studie en promotie in Utrecht was Segaar enige tijd docent biologie. In het begin van de 50-er jaren werd hij aangesteld als onderzoeker bij het Nederlands Centraal Instituut voor Hersenonderzoek te Amsterdam, waar hij de pionier was op het gebied van onderzoek naar de relatie tussen hersenen en gedrag, naar gedrags-neurobiologisch onderzoek zoals de huidige benaming is. Ik heb het voorrecht gehad om een aantal jaren onder zijn leiding onderzoek te mogen verrichten, waarbij ik steeds meer waardering kreeg voor zijn brede kijk op het vakgebied en zijn filosofische instelling waar het ging om andere wetenschapsgebieden die een relatie hebben met de biologie. De biologiestudie was ‘zakelijk’, gericht op de kennis van veel feiten en mechanismen. Als het om samenhang ging dan was die vooral gericht op andere biologische vakgebieden. Jaap Segaar heeft mij op andere relaties gewezen, de relatie met andere natuurwetenschappelijke disciplines, maar vooral relaties tussen biologie en theologie. Hij publiceerde daarover in Geloof en Natuurwetenschap, een verzameling studies over de verhouding van christelijk geloof en moderne natuurwetenschap. Ook was hij uitermate geboeid door het werk van Pierre Teilhard de Chardin, waarover hij in gesprek ging met theologen en waarover hij heeft gepubliceerd in het tijdschrift Foi et Vie . Deze verbreding van de biologie heeft in mijn ontwikkeling een belangrijke rol gespeeld. Zo werd het mij duidelijk dat de (Darwinistische) evolutieleer en het Bijbelse scheppingsverhaal niet met elkaar op gespannen voet staan.

Toen ik met mijn promotieonderzoek begon, was Jaap Segaar gepensioneerd. Ik kijk met veel voldoening terug op de vele gesprekken die wij in zijn Amersfoortse huis hebben gevoerd, uiteraard over ons gedrags-neurobiologisch onderzoek, hoe je de resultaten het best kon verwoorden, maar vooral wat de diepere betekenis daarvan was in een ruim wetenschappelijk kader. Ik denk nog vaak terug aan die vele gesprekken. Onlangs sprak ik een collega uit die tijd. Wij waren het er al snel over eens hoe graag wij deze gesprekken met Jaap Segaar nog eens zouden willen voeren, over de vragen die nu in de wetenschap spelen, en niet in het minst over de relaties tussen natuurwetenschap en theologie.

Jan P.C. de Bruin