God, Goda, Allah

logo-idW-oud

 

GOD, GODA, ALLAH

Ieder vogeltje zingt zoals het gebekt is

Christine Smalbrugge-Hack verwijst naar een uitspraak van bisschop Muskens die voorstelde om, net als de Maleisische christenen, ook in Nederland het woord ‘allah’ voor ‘god’ te gaan gebruiken (IdW 38/8). Zij zegt dat dit een verkeerd signaal zou zijn: hoewel ons gebruik van het woordje ‘god’ ook misleidend is omdat het slechts een soortnaam is, het toch duidelijk is dat wij met ‘god’ JHWH Elohim bedoelen. Ik zou hier iets meer over willen zeggen omdat er misschien toch sprake is van enige verwarring.

Ook het woord ‘allah’ is een soortnaam. Het woord is geen naam, zoals JHWH, maar het betekent eenvoudigweg ‘god’ in de Arabische taal en is verwant aan het Hebreeuwse ‘el’. Het Maleisisch bevat vele leenwoorden uit het Arabisch en uit andere talen. Aangezien het monotheïsme deze contreien het eerst bereikte in de vorm van de islam is het woord voor ‘god’ dus een leenwoord uit het Arabisch geworden, maar het betekent eenvoudigweg ‘god’ en niet ‘de god van de islam’. Het zijn ook niet alleen Maleisische christenen die het woord ‘allah’ voor ‘god’ gebruiken: Arabische christenen doen dat ook, en zij wijzen er terecht op dat Arabische christenen dit woord al gebruikten toen de islam nog geboren moest worden.

Iraanse en Iraans sprekende Afghaanse moslims daarentegen gebruiken het woord ‘goda’ (met een ‘g’ die precies zo uitgesproken wordt als in het Nederlands) voor ‘god’ en niet ‘allah’, want zij spreken geen Semitische maar een Indo-Europese taal, net als wij. Als zij in het Arabisch het gebed uitspreken gebruiken zij uiteraard het woord ‘allah’.

Net als mevrouw Smalbrugge-Hack ben ik het overigens niet met bisschop Muskens eens Waarom zou je een leenwoord gebruiken als het woord dat je nodig hebt gewoon te vinden is in je eigen taal? Ook voor Nederlandse moslims is het niet ongewoon om het woord ‘god’ en niet ‘allah’ te gebruiken als ze Nederlands spreken.

Elisabeth de Boer